Bovenleiding: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
k →‎Trein: Een nieuwsbericht heeft m.i. geen toegevoegde waarde bij de toelichting op het begrip bovenleiding
Labels: Bewerking via mobiel Bewerking via mobiele website
Labels: Bewerking via mobiel Bewerking via mobiele website
Regel 61:
===Tram (sleepbeugel en pantograaf)===
[[Afbeelding:Rosette SNCV adjusted.jpg|{{largethumb}}|Muurrozet van de vroegere buurtspoorwegen in Brussel]]
Bij [[tram]]s worden de rijdraden vaak direct met spandraden naar masten aan de kant van de straat, tussen de sporen of aan [[muurrozet]]ten in gevels van de gebouwen afgespannen. Doordat de bovenleiding niet met gewichten afgespannen kan worden, hangen de bovenleidingen van trams tijdens warme zomers slap en neemt de kans op een kapotgetrokken bovenleiding toe. Dit probleem bestaat echter nauwelijks meer, want er wordt nu veelmeer gewerkt met beweegbare wielafspanningen die door middel van gewichten worden belast.
 
In [[Den Haag]] wordt al sinds de jaren vijftig over grote delen van het net met kettingophanging gewerkt, met genoemde gewichtsafspanning over "kettingwielen", zoals bij alle spoorwegen. Verder zijn er de veerafspaningen die op de lengte van de sectie berekend worden. Meestal worden deze veerafspanningen gebruikt bij korte secties zoals een wisseldraad. Ze zijn er ook voor de spandraden, zodat onderhoud van bijvoorbeeld slap komende spandraden door de kracht op de mast de mast voorover trekt en de spandraad slap wordt.{{Bron?|Snap ik niet, slecht geformuleerd|2017|7|28}} Door daar een spanveer met een bepaalde trekkracht in te bouwen wordt voorkomen dat de spandraad slap wordt. Kettingophanging komt ook veel voor in [[Nederland]] bij [[sneltram]]s, de [[Haagse tram]] en in Amsterdam en Rotterdam op uitlopers van het net buiten het centrum, waar sneller gereden wordt. Ook bij vroegere interlokale tramlijnen kwam dit vaak voor.
 
In België komt kettingophanging alleen bij de overblijfselen van het streektramnet aan de Vlaamse kust en rondom [[Charleroi]] voor. Doordat een tram minder [[elektrische stroom|stroom]] nodig heeft, volstaat één rijdraad. Recent werd in [[Gent]] de gehele trambovenleiding vernieuwd, waarbij op sommige secties voor het eerst kettingophanging werd toegepast. Alleen de [[Utrechtse sneltram|sneltram Utrecht - Nieuwegein/IJsselstein]] heeft twee rijdraden, dit is een overblijfsel van de oorspronkelijke plannen om een [[Stadsgewestelijk Materieel|Sprinter]] op deze lijn te laten rijden.
Ook in Amsterdam had men sinds de komst van de gelede wagens een dubbele rijdraad, maar deze werd later vervangen door een extra draad tussen de beide rijdraden in.
 
In Amsterdam waren vroegerbestonden bovenleidingloze bruggen waarbij de tram een flinke snelheid moest maken om de brug over te komen zonder stroomloos tot stilstand te komen. Tegenwoordig zijn alleAlle beweegbare bruggen zijn voorzien van bovenleiding. Als de brug wordt geopend wordt door een speciale constructie voorkomen dat de bovenleiding slap naar beneden komt te hangen en men deze achter de slagbomen zou kunnen aanraken.
 
Gecompliceerd is de bovenleiding bij een [[Grand Union]] waarbij een constructie aanwezig is van 8 bogen en 16 aansluitingen met de doorgaande rijdraad in twee richtingen. Als een tram dit kruispunt passeert beweegt de constructie mee.