Immanuel Kant: verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
k Wijzigingen door 84.27.40.97 (Overleg) hersteld tot de laatste versie door Bitbotje |
red. / twee keer dezelfde afbeelding lijkt me niet nodig |
||
Regel 2:
| naam = Immanuel Kant
| afbeelding = Immanuel Kant (painted portrait).jpg
| onderschrift = Portret van Kant op middelbare leeftijd.
| volledige naam = Immanuel Kant
| geboren = [[Koningsbergen]], [[22 april]] [[1724]]
Regel 19:
[[Bestand:Kant Kaliningrad.jpg|{{Largethumb}}|Standbeeld van Kant in Kaliningrad (kopie van het originele vernietigde kunstwerk)]]
'''Immanuel Kant''' ([[Koningsbergen]], [[Pruisen]], [[22 april]] [[1724]] - aldaar, [[12 februari]] [[1804]]) was een [[Duitsland|Duitse]] [[filosoof]] ten tijde van de [[Verlichting (stroming)|Verlichting]], wiens ideeën een grote invloed hebben uitgeoefend op de westerse wijsbegeerte. Kant wordt wel gezien als de eerste [[Duits idealisme|Duitse idealist]]. Zijn ''[[Kritik der reinen Vernunft]]'' uit [[1781]], waarin hij de grondslagen en de grenzen van de menselijke kennis onderzoekt en een eigen [[epistemologie]] creëert, wordt als zijn belangrijkste werk beschouwd. De filosoof [[Arthur Schopenhauer]] noemde dit werk 'het belangrijkste boek dat ooit in Europa verschenen is'.<ref>[http://historiek.net/immanuel-kant-verlichtingsfilosoof/65841/ Biografie Kant met bronnenmateriaal]</ref>
== Biografie ==
Kant werd geboren in Koningsbergen, het
Na zijn afstuderen op 22-jarige leeftijd verdiende hij de kost als huisonderwijzer in zijn woonplaats. Op de universiteit van Koningsbergen kon hij pas negen jaar later, in 1755 (onbetaald, want het was een erefunctie
In 1770 werd Kant [[hoogleraar]] in de [[metafysica]] en de [[logica (wetenschap)|logica]] aan de filosofische faculteit van de [[universiteit van Koningsbergen]]. Hij gaf colleges filosofie tot 1796. Hij overleed in 1804.
Regel 32:
== Werken ==
In het werk van Kant zijn twee duidelijke periodes te onderscheiden: zijn voorkritische periode en zijn kritische periode. Als grens tussen deze twee periodes wordt in de filosofische literatuur als regel het jaar 1781 aangehouden. In dit jaar verscheen zijn [[Kritik der reinen Vernunft]]. Het verschil tussen deze periodes is het volgende. De vraag of er een [[rationalisme|rationalistische]] [[metafysica]] mogelijk is, beaamt Kant in zijn voorkritische periode in navolging van [[Gottfried Wilhelm Leibniz|Leibniz]] en [[Christian Wolff (rechtsgeleerde)|Wolff]]. In zijn kritische periode neemt hij hier afstand van.
Hij maakt daarbij een onderscheid tussen algemene metafysica en speciale metafysica. De eerste kan wel op de rede gegrond zijn, omdat zaken die binnen deze algemene metafysica vallen, empirisch te controleren zijn. De uit "zuivere rede", zoals Kant het noemt, ontstane ideeën over causaliteit kunnen bijvoorbeeld empirisch getoetst worden. Bij de speciale metafysica gaat het om vragen die het tot dan toe eigenlijke doel van de metafysica behelzen, namelijk vragen als: "Is er een god?" of "Kan de onsterfelijkheid van de ziel aangetoond worden?". In de kritische periode neemt Kant afstand van de speciale metafysica, omdat deze nooit empirisch te controleren is en dus nooit geverifieerd kan worden als a-priorikennis, vergaard door de zuivere rede. Hij maakt daarbij een vergelijking met Copernicus, die de bewegingen van de sterren niet duidelijk kon verklaren, totdat hij afstand deed van het oude idee en inzag dat niet de sterren om de toeschouwer, de aarde, draaiden, maar de toeschouwer om de zon. Om van metafysica een echte wetenschap te maken, net als wiskunde en de toen opkomende natuurwetenschappen, moest er volgens Kant een drastische ommezwaai komen. Net als de sterren bij Copernicus moest nu de speciale metafysica met rust gelaten worden. Kant spreekt dan ook van een tweede wetenschappelijke revolutie. De overgang tussen beide periodes is echter vloeiend. Al vanaf 1769-1770 klonk in Kants boeken en brieven twijfel door over de mogelijkheid van een rationalistische metafysica. De volledige werken van Kant zijn verschenen in de "Akademie Ausgabe" van de Preußischen Akademie der Wissenschaften, Berlin 1902 en de jaren daarna.
Regel 63 ⟶ 67:
==== Opvattingen over God ====
De opvatting over het godsbewijs is als een rode draad in Kants kritieken aanwezig. In zijn kritieken betoogt hij dat een [[godsbewijs]] volgens de zuivere rede onmogelijk is. Desondanks bleef hij [[theïst]]. Al kan de rede het bestaan van God niet bewijzen door de transcendentale theologie, de moraaltheologie kan in de leemte voorzien. Als die moraaltheologie het ''bewijs'' levert van het godsbestaan, blijkt het gods''begrip'' in de rede onmisbaar. De zuivere rede "bepaalt het begrip van de moraaltheologie".<ref>Immanuel Kant – De drie kritieken, 1975, door Raymund Schmidt. Uitgegeven door Sun, Amsterdam, 2003.</ref>
==== Lijst van werken ====
|