Klimsport: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
k sp
Regel 16:
Korte beklimmingen worden meestal beveiligd met een [[klimtouw]] door een [[zekering (klimsport)|zekering]] boven aan de route te halen. Deze manier van klimmen heet [[topropen]]. Dit gebeurt in tweetallen: de zekeraar op de grond trekt het touw strak voor de klimmer. In klimhallen in Nederland en België is deze methode zeer gebruikelijk.
 
In landen als Zwitserland en Oostenrijk kan in klimhallen alleen voorgeklommen worden. Dit houdt in dat er boven geen haak met een touw erin is. De klimmer moet zelf het touw zelf meenemen om gezekerd te zijn. Om de paar meter maakt die het touw vast aan een haak in de rots. Als de klimmer valt, gebeurt dat tot onder het vorige punt waar het touw was vastgemaakt. Ook hier gebeurt klimmen in paren. ÉénEén persoon is de ''klimmer'', de ander de ''zekeraar''. De klimmer klimt omhoog en plaatst de beveiligingen en leidt zijn klimtouw door deze beveiligingen. De zekeraar, die achterblijft, geeft touw uit en blokkeert het touw als de klimmer zou vallen.
 
Bij heel lange routes gebeurt voorklimmen om en om. Als de eerste voorklimmer bovenaan is en [[stand (klimsport)|stand]] gemaakt heeft, wisselen de klimmer en de zekeraar van rol. De tweede klimmer klimt nu naar boven en verwijdert alle beveiligingen die onderweg door de eerste klimmer aangebracht zijn. De eerste klimmer fungeert nu als zekeraar. Men kan ook door middel van een [[klimtouw|dubbeltouw]] of [[klimtouw|tweelingtouw]] twee naklimmers zekeren.