Carl Jacobi: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Hannes Karnoefel (overleg | bijdragen)
Regel 14:
In 1843 werd Jacobi ziek, hij bleek [[Diabetes mellitus|suikerziekte]] te hebben. Op advies van zijn arts bracht hij een tijd in [[Italië]] door om daar door het betere [[klimaat]] te herstellen. Dit gebeurde inderdaad. Toen hij weer naar [[Pruisen]] terugkwam, kreeg Jacobi van de koning toestemming om naar de Universiteit van Berlijn te worden overgeplaatst, aangezien het klimaat in Konigsbergen te extreem werd geacht. Vanwege zijn medische conditie gaf hij minder college dan eerder in Konigsbergen. Om de hogere kosten van zijn levensonderhoud en zijn medische kosten te kunnen betalen, kreeg hij een salarisverhoging. Dit extra geld had hij overigens hard nodig, omdat Jacobi zijn vermogen was kwijtgeraakt in een economische recessie.
 
Sinds 1844 was Jacobi gewoon lid van de [[Pruisische Academie van Wetenschappen]] in Berlijn. In de [[revolutiejaar 1848|revolutie van 1848]] handelde hij nogal ongelukkig. In een politieke toespraak die hij in de 'Constitutionele Club' van Berlijn hield, slaagde hij erin om zowel de monarchisten als de republikeinen tegen zich in het harnas te jagen. Als gevolg hiervan kreeg hij van de Pruisische regering geen toestemming om toe te treden tot de staf van de Universiteit van Berlijn en werd de toelage op zijn salaris in 1849 ingetrokken. Hierdoor moest hij naar [[Gotha (stad)|Gotha]] verhuizen. Na een paar maanden in Gotha accepteerde hij een aanbod van de [[Universiteit van Wenen]]. Naar aanleiding van dit aanbod gaf de Pruisische regering alsnog toestemming aan Jacobi om toch aan de Universiteit van Berlijn te doceren. Zijn familie moest echter in Gotha blijven.

=== Overlijden ===
Jacobi bracht de zomer van 1850 met zijn familie in Gotha door. In januari 1851 kreeg hij [[griep]], vlak daarna, nog voordat hij weer op krachten was gekomen, kreeg hij [[pokken]]. Hij stierf een paar dagen later op 46-jarige leeftijd.
 
== Werk ==