Garst: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 3:
Een '''garst''' of '''gast''' is een [[dekzandrug]] of [[grondmorene|grondmorenerug]] in het landschap, waarop [[es (geografie)|akkercomplexen]] of [[brink (dorpsplein)|dorpsweiden]] te vinden waren. Het woord is is afgeleid van het Oudfriese ''gāst'', Nederlands ''[[geestgrond|geest]]'', waarmee hoger gelegen [[zand]]gronden werden aangeduid. Voorbeelden hiervan vinden we vooral in provincies [[Friesland]], [[Groningen (provincie)|Groningen]] en in [[Oost-Friesland]], met name in het [[Dollard]]gebied.
 
Ga(r)sten vinden we bijvoorbeeld in [[Noordhorn|Noord-]] en [[Zuidhorn (plaats)|Zuidhorn]], [[Wagenborgen (dorp)|Wagenborgen]], [[Zuidbroek (Groningen)|Zuidbroek]], [[Westerlee (Groningen)|Westerlee]], [[Winschoten]], [[Blijham]], [[Bingumgaste]] en [[BlijhamJemgumgaste]]. Bij Noordbroek ligt de buurtschap [[Korengarst (buurtschap)|Korengarst]], parallel gelegen aan de [[Rijksweg 33|N33]], tussen Zuidbroek en [[Appingedam]], op een dekzandrug die boven de Dollardklei uitsteekt. Ook [[Ganzedijk]] ontleent zijn naam mogelijk aan een ga(r)st.
 
Plaatsnamen met deze uitgang zijn onder andere [[Gaast (Súdwest-Fryslân)|Gaast]], [[Westergeest (Friesland)|Westergeest]], [[Grootegast (plaats)|Grootegast]], [[Lutjegast]], [[Grotegaste]], [[Tergast]], [[Arngast]] en [[LutjegastDangast]].
 
==Zie ook==