Zakdoekstemming: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Regel 12:
Na een toespraak van [[István Tisza]] op 18 november 1904 diende een afgevaardigde van de Liberale Partij, Gábor Daniel, een motie in om de huisregels van het Huis van Afgevaardigden aan te passen. Deze motie hield in dat de bevoegdheden van de oppositie werden ingeperkt en moest een einde stellen een de obstructie. Onder commotie verklaarde de voorzitter van het Huis van Afgevaardigden, [[Dezső Perczel]], plots dat het voorstel was aangenomen en dat de zitting werd geschorst.
 
De getuigenissen van wat er precies was gebeurd, liepen uiteen, maar aangenomen wordt dat voorzitter Perczel in alle stilte had opgeroepen tot onmiddellijke stemming van het voorstel, waarbij hethij met een zakdoek zou hebben gezwaaid als teken voor de afgevaardigden van de Liberale Partij om "ja" te stemmen. Vandaar ook de naam ''Zakdoekstemming''. Deze list veroorzaakte veel ophef en [[Kálmán Széll]] en [[Gyula Andrássy]] verlieten de Liberale Partij, om zich aan te sluiten bij de oppositie. Toen de sessie op 13 december 1904 werd hervat, volhardde de oppositie in haar obstructie en liepen de gemoederen dermate op, dat het meubilair van het het lagerhuis zelfs werd verwoest en ordediensten werden aangevallen met het meubilair.
 
=== Gevolgen ===