Koninklijke Bibliotheek (Nederland): verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
→‎Algemeen Bestuurscollege: Eerdere voorzitters
Volgorde kopjes: bestuurders na geschiedenis en huisvesting.
Regel 33:
== Onderzoek ==
De afdeling Research & Development van de KB houdt zich bezig met internationaal vooraanstaand onderzoek op het gebied van digitale technologie, duurzaam behoud en toegankelijkheid van zowel papieren als digitaal erfgoed. Projecten zijn het eerder genoemde [[Het Geheugen van Nederland]], het digitaliseringsproject [[Staten-Generaal Digitaal]] en het structureel onderzoek naar digitale duurzaamheid. Als een van de weinige instituten heeft de KB een operationeel digitaal depot - het e-Depot - waarin digitale publicaties duurzaam kunnen worden bewaard.
 
==Geschiedenis==
[[Bestand:Albert Jan Verbeek (1758-1829).png|thumb|Albert Jan Verbeek (1758-1829), politicus, preceptor. Initiatiefnemer van de stichting van de Nationale Bibliotheek van Nederland in 1798, later genaamd de Koninklijke Bibliotheek.]]
Op 17 augustus 1798 deed de politicus [[Albert Jan Verbeek]] (1758-1829) het voorstel om een ''Nationale Bibliotheek'' op te richten.<ref>Slaman, Dr. P.J.: [https://openaccess.leidenuniv.nl/bitstream/handle/1887/31556/Pieter_Slaman_Staat_van_de_student_(Boom).pdf?sequence=3 (PDF) Staat van de student: tweehonderd jaar politieke geschiedenis (...)], dissertatie, Universiteit Leiden, 2015</ref> De achtergelaten boekenverzameling van de uitgeweken stadhouder [[Willem V van Oranje|Willem V]] zou hiervoor als basis moeten gaan dienen.<ref>Besluiten van de Tweede Kamer (...) van het Vertegenwoordigend Lichaam des Bataafschen Volks, deel 2, [https://resolver.kb.nl/resolve?urn=dpo:3231:mpeg21:0532 28 september 1798, pagina 502-504], 's Lands Drukkerij, Den Haag, 1798</ref> Deze was inmiddels tot nationaal bezit verklaard. Op 8 november 1798 werd door de volksvertegenwoordiging het formele besluit genomen tot de stichting van een Nationale Bibliotheek.<ref>Besluiten van de Tweede Kamer (...) van het Vertegenwoordigend Lichaam des Bataafschen Volks, deel 4, [https://resolver.kb.nl/resolve?urn=dpo:3233:mpeg21:0169 8 november 1798, pagina 154-166], 's Lands Drukkerij, Den Haag, 1798</ref> Aanvankelijk werd de Nationale Bibliotheek ondergebracht in enkele vertrekken van de voormalige stadhouderlijke vleugel op het [[Binnenhof (Den Haag)|Binnenhof]], aan de zijde van het Buitenhof.<ref name="Die Haghe. Bijdragen en Mededeelingen, deel 2">Knuttel, Dr. W.P.C., in ''Die Haghe. Bijdragen en Mededeelingen'', deel 2, pagina 256-267: [https://books.google.nl/books?id=BG47AQAAIAAJ De Koninklijke Bibliotheek], Uitgeverij Mouton & Co, Den Haag, 1905</ref> Als beheerder werd in 1799 [[Charles Sulpice Flament]] aangesteld. Flament publiceerde in 1800 de eerste [[catalogus]] van de Nationale Bibliotheek. Omdat in 1807 de nieuwe koning [[Lodewijk Napoleon Bonaparte|Lodewijk Napoleon]] zijn intrek in de stadhouderlijke vleugel nam, moest de bibliotheek verhuizen en werd deze ondergebracht in het [[Mauritshuis]], aan de andere kant van het Binnenhof. Vanaf 1806 mocht het zich de ''Koninklijke Bibliotheek'' noemen. Niet alleen verleende de koning deze titel, hij deed diverse belangrijke aankopen voor de bibliotheek, waaronder de verzamelingen Saxe, Romswinckel en Visser. Na de [[inlijving]] van Nederland in het [[Eerste Franse Keizerrijk|Franse Keizerrijk]], werd bij keizerlijk besluit van 27 juni 1811 de Koninklijke Bibliotheek in eigendom afgestaan aan de [[Den Haag|gemeente Den Haag]]. Tevens bepaalde keizer [[Napoleon Bonaparte]] dat commissarissen van de [[Bibliothèque nationale de France|Keizerlijke Bibliotheek]] te Parijs, uit de verzameling alle boeken en prenten zouden mogen ontvreemden, welke in de verzameling van hun eigen bibliotheek ontbraken. Vele boeken en prenten werden naar [[Parijs]] afgevoerd. Vooral vele prenten zouden na de val van keizer Napoleon nooit terugkeren.<ref name="Die Haghe. Bijdragen en Mededeelingen, deel 2"/><ref>Broos, Dr. B.P.J.: [https://books.google.nl/books?hl=nl&id=EktNAAAAYAAJ Mauritshuis, 's-Gravenhage: gids van het Koninklijk Kabinet van Schilderijen], pagina 18, (Publicatie van museum het Mauritshuis), Uitgeverij SDU, Den Haag, 1988</ref><ref>Koninklijke Bibliotheek, Drimmelen, Dr. W. van: [https://books.google.nl/books?id=dORLAQAAIAAJ Honderd hoogtepunten uit de Koninklijke Bibliotheek], Uitgeverij Waanders, 1994</ref>
 
De gemeente Den Haag had nauwelijks genoeg geld om de collectie te laten beheren en moest daarnaast een jaarlijkse huur voor het gebouw opbrengen van 4.000 [[Nederlandse gulden|gulden]]. Toen in 1813 prins [[Willem I der Nederlanden|Willem Frederik]] in Nederland terugkeerde, bood de gemeente hem de bibliotheek aan. De inmiddels tot [[soeverein vorst]] verklaarde Willem Frederik, aanvaarde de bibliotheek als rijkseigendom, waardoor de staat de verantwoordelijkheid kreeg voor het beheer, onderhoud en de huur. Na zijn inhuldiging als [[Koning der Nederlanden]] in 1815, bleek Willem I net als zijn voorganger Lodewijk Napoleon een goed [[mecenas]] voor de bibliotheek. Hij deed belangrijke aankopen om de collectie verder op te bouwen. Daarnaast droeg hij gedurende zijn [[regering]] diverse verzamelingen over, waaronder die van de secretarie van het [[Kabinet van de Koning (Nederland)|Kabinet van de Koning]] en uit zijn privébezit de zogeheten ''Dillenburgse Bibliotheek''.<ref name="Die Haghe. Bijdragen en Mededeelingen, deel 2" /> Willem I bevestigde het gebruik van het [[Predicaat Koninklijk]] voor de Koninlijke Bibliotheek.
 
Na enkele jaren werd de omvang van de Koninklijke Bibliotheek te groot voor het Mauritshuis. In 1821 verhuisde deze daarom naar het [[Huis Huguetan]] aan het [[Lange Voorhout]], nadat deze eerst was verbouwd om het geschikt te maken voor dat doel. Door de toevoeging van vele [[schenking]]en en [[Legaat (erfenis)|legaten]] had de bibliotheek vele dubbele exemplaren in haar bezit. In 1838 werd daarom een [[openbare verkoop]] georganiseerd in het gebouw, waardoor er weer wat extra ruimte ontstond voor de steeds verder groeiende collectie.<ref name="Die Haghe. Bijdragen en Mededeelingen, deel 2" />
 
Ook de organisatie van de bibliotheek groeide mee: In 1875 bestond deze uit de [[bibliothecaris]], een onderbibliothecaris, een [[amanuensis]], twee assistenten en een [[conciërge]] die zorg droeg voor het pand. In 1900 bestond de organisatie uit een bibliothecaris, drie onderbibliothecarissen, een amanuensis, twee wetenschappelijke assistenten, een tijdelijk [[ambtenaar]], vier assistenten, een conciërge en een hulp-conciërge. Niet in het minst was ook het toegenomen bezoekersaantal verantwoordelijk voor de groei van het [[Werknemer|personeelsbestand]]. In 1888 werd een eerste leeszaal geopend en in 1897 een tweede. Ook dat bleek niet voldoende, waardoor de bezoekers vaak moesten uitwijken naar de zogeheten Kunstzaal. Deze was in 1894 geopend om toegang te verlenen tot de omvangrijke verzameling prenten en platen. In 1890 bezochten 12.130 mensen de KB, terwijl er in het jaar 1900 sprake was van 26.631 bezoekers.<ref name="Die Haghe. Bijdragen en Mededeelingen, deel 2" /> Daarom werd er in 1908 ruimte bijgebouwd, in de achtertuin aan de [[Kazernestraat]]. De nieuwe vleugel telde zes verdiepingen op een [[souterrain]]. Daarin was onder andere een nieuwe leeszaal gerealiseerd, waarin 84 bezoekers plaats konden nemen. In de nieuwe zaal bevonden zich de meest actuele jaargangen van 450 [[tijdschrift]]en en vele [[naslagwerk]]en, zoals [[encyclopedie]]ën en [[woordenboek]]en. De Kunstzaal werd toen opgeheven.<ref>Ebbinge Wubben, Dr. C.H. in Het boek; Tweede reeks (...), jaargang 12, 1923, volgno 15: [https://resolver.kb.nl/resolve?urn=dts:2195015:mpeg21:0001 De Koninklijke Bibliotheek sedert 1905], Uitgeverij Martinus Nijhoff, 1923</ref>
 
== Huisvesting ==
[[Bestand:Koninklijke Bibliotheek (7985198003).jpg|thumb|Het bibliotheekgebouw uit 1982 aan het Prins Willem Alexanderhof in Den Haag]]
Sinds 1982 is de bibliotheek gehuisvest in een modern pand aan het Prins Willem Alexanderhof in Den Haag, naast het station [[Den Haag Centraal]]. Het gebouw, dat zich kenmerkt door 5.200 witte aluminium platen die de gevels bekleden, met afgeronde hoeken en terugspringende gevelvlakken, staat naast het [[Nationaal Archief]]. Het werd ontworpen door de architecten A. Hagoort, P.B.M. van der Meer en A.J. Trotz van ''Bureau OD205''.<ref>Hooff, Dorothée van, e.a.: [https://books.google.nl/books?id=HN5NAAAAYAAJ Langs moderne architectuur (1945-heden)], Uitgeverij Kosmos-Z&K, Utrecht, 1994, {{ISBN|9789021519548}}</ref> In het gebouw zijn ook het [[Letterkundig Museum]], het [[Kinderboekenmuseum]], [[Rijksbureau voor Kunsthistorische Documentatie|RKD]] en de kantoren van [[Europeana]], [[Digitaal Erfgoed Nederland|DEN]], [[LIBER (bibliotheekorganisatie)|LIBER]] en [[:w:en:International Federation of Library Associations and Institutions|IFLA]] gehuisvest.
 
Eerder was de bibliotheek gevestigd in voormalig stadspaleis [[Huis Huguetan]] aan het Lange Voorhout (periode 1821 tot 1982), daarvoor in het [[Mauritshuis]] (periode 1807 tot 1821) en een plek aan het [[Binnenhof (Den Haag)|Binnenhof]] (periode 1798 tot 1807).<ref>[https://www.kb.nl/organisatie/organisatie-en-beleid/geschiedenis-van-de-kb Geschiedenis van de KB: Van Binnenhof naar Prins Willem-Alexanderhof] op de website van de Koninklijke Bibliotheek</ref>
 
== STCN ==
De Short-Title Catalogue, Netherlands (STCN) is een dienst van de KB. Het betreft een database van de Nederlandse retrospectieve bibliografie tot [[1800]]. De database bevat beschrijvingen van alle boeken die tot en met het jaar 1800 zijn verschenen binnen de landsgrenzen van het huidige Nederland en van alle boeken die buiten Nederland in de Nederlandse taal zijn gepubliceerd. De STCN wordt gemaakt op basis van de collecties van bibliotheken in en buiten Nederland. De omvang van het bestand is ruim 200.000 titels in meer dan 500.000 exemplaren (november 2013). De STCN werd tot stand gebracht in een project. Het project is in 2009 afgerond. De dienst wordt voortgezet door de KB en het bestand wordt dagelijks uitgebreid.
 
== Management en bestuur ==
Regel 54 ⟶ 73:
 
De eerste bestuursvoorzitter was van 1987 tot 1991 Thijmen Jansen, voorzitter van de Bibliotheekraad en oud-[[Nederlandse Christelijke Radio Vereniging|NCRV]] voorzitter.<ref>Frits Groeneveld: [https://resolver.kb.nl/resolve?urn=KBNRC01:000029721:mpeg21:a0028 NRC Handelsblad], 04-04-1990, p. 2</ref><ref>Trouw: [https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ABCDDD:010826877:mpeg21:a0068 Personalia], 15-07-1987, p. 2</ref> Diens opvolger was van 1991 tot 1996 dr. ir. B. Okkerse, oud-directeur-generaal voor het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek.<ref>Quirien van Koolwijk: [https://resolver.kb.nl/resolve?urn=KBNRC01:000029447:mpeg21:a0069 NRC Handelsblad], 31-10-1991, p. 7</ref> Van 1996 tot 2004 was oud-politicus en bestuurder [[Henk Vonhoff]] voorzitter van het Algemeen Bestuurscollege van de KB.<ref>DBNL: [https://www.dbnl.org/tekst/_jaa004201401_01/_jaa004201401_01_0018.php Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde], 2014, p. 191</ref> In 2004 volgde oud-minister [[Eelco Brinkman]] hem op. Sinds 1 november 2015 is [[Tjibbe Joustra (bestuurder)|Tjibbe Joustra]] voorzitter van het ''Algemeen Bestuurscollege''.<ref>Nieuwsbericht Rijksoverheid: [https://web.archive.org/web/20160304224825/https://www.rijksoverheid.nl/actueel/nieuws/2015/11/25/tjibbe-joustra-nieuwe-bestuursvoorzitter-koninklijke-bibliotheek Tjibbe Joustra nieuwe bestuursvoorzitter Koninklijke Bibliotheek], 25-11-2015 (via Internet Archief)</ref>
 
==Geschiedenis==
[[Bestand:Albert Jan Verbeek (1758-1829).png|thumb|Albert Jan Verbeek (1758-1829), politicus, preceptor. Initiatiefnemer van de stichting van de Nationale Bibliotheek van Nederland in 1798, later genaamd de Koninklijke Bibliotheek.]]
Op 17 augustus 1798 deed de politicus [[Albert Jan Verbeek]] (1758-1829) het voorstel om een ''Nationale Bibliotheek'' op te richten.<ref>Slaman, Dr. P.J.: [https://openaccess.leidenuniv.nl/bitstream/handle/1887/31556/Pieter_Slaman_Staat_van_de_student_(Boom).pdf?sequence=3 (PDF) Staat van de student: tweehonderd jaar politieke geschiedenis (...)], dissertatie, Universiteit Leiden, 2015</ref> De achtergelaten boekenverzameling van de uitgeweken stadhouder [[Willem V van Oranje|Willem V]] zou hiervoor als basis moeten gaan dienen.<ref>Besluiten van de Tweede Kamer (...) van het Vertegenwoordigend Lichaam des Bataafschen Volks, deel 2, [https://resolver.kb.nl/resolve?urn=dpo:3231:mpeg21:0532 28 september 1798, pagina 502-504], 's Lands Drukkerij, Den Haag, 1798</ref> Deze was inmiddels tot nationaal bezit verklaard. Op 8 november 1798 werd door de volksvertegenwoordiging het formele besluit genomen tot de stichting van een Nationale Bibliotheek.<ref>Besluiten van de Tweede Kamer (...) van het Vertegenwoordigend Lichaam des Bataafschen Volks, deel 4, [https://resolver.kb.nl/resolve?urn=dpo:3233:mpeg21:0169 8 november 1798, pagina 154-166], 's Lands Drukkerij, Den Haag, 1798</ref> Aanvankelijk werd de Nationale Bibliotheek ondergebracht in enkele vertrekken van de voormalige stadhouderlijke vleugel op het [[Binnenhof (Den Haag)|Binnenhof]], aan de zijde van het Buitenhof.<ref name="Die Haghe. Bijdragen en Mededeelingen, deel 2">Knuttel, Dr. W.P.C., in ''Die Haghe. Bijdragen en Mededeelingen'', deel 2, pagina 256-267: [https://books.google.nl/books?id=BG47AQAAIAAJ De Koninklijke Bibliotheek], Uitgeverij Mouton & Co, Den Haag, 1905</ref> Als beheerder werd in 1799 [[Charles Sulpice Flament]] aangesteld. Flament publiceerde in 1800 de eerste [[catalogus]] van de Nationale Bibliotheek. Omdat in 1807 de nieuwe koning [[Lodewijk Napoleon Bonaparte|Lodewijk Napoleon]] zijn intrek in de stadhouderlijke vleugel nam, moest de bibliotheek verhuizen en werd deze ondergebracht in het [[Mauritshuis]], aan de andere kant van het Binnenhof. Vanaf 1806 mocht het zich de ''Koninklijke Bibliotheek'' noemen. Niet alleen verleende de koning deze titel, hij deed diverse belangrijke aankopen voor de bibliotheek, waaronder de verzamelingen Saxe, Romswinckel en Visser. Na de [[inlijving]] van Nederland in het [[Eerste Franse Keizerrijk|Franse Keizerrijk]], werd bij keizerlijk besluit van 27 juni 1811 de Koninklijke Bibliotheek in eigendom afgestaan aan de [[Den Haag|gemeente Den Haag]]. Tevens bepaalde keizer [[Napoleon Bonaparte]] dat commissarissen van de [[Bibliothèque nationale de France|Keizerlijke Bibliotheek]] te Parijs, uit de verzameling alle boeken en prenten zouden mogen ontvreemden, welke in de verzameling van hun eigen bibliotheek ontbraken. Vele boeken en prenten werden naar [[Parijs]] afgevoerd. Vooral vele prenten zouden na de val van keizer Napoleon nooit terugkeren.<ref name="Die Haghe. Bijdragen en Mededeelingen, deel 2"/><ref>Broos, Dr. B.P.J.: [https://books.google.nl/books?hl=nl&id=EktNAAAAYAAJ Mauritshuis, 's-Gravenhage: gids van het Koninklijk Kabinet van Schilderijen], pagina 18, (Publicatie van museum het Mauritshuis), Uitgeverij SDU, Den Haag, 1988</ref><ref>Koninklijke Bibliotheek, Drimmelen, Dr. W. van: [https://books.google.nl/books?id=dORLAQAAIAAJ Honderd hoogtepunten uit de Koninklijke Bibliotheek], Uitgeverij Waanders, 1994</ref>
 
De gemeente Den Haag had nauwelijks genoeg geld om de collectie te laten beheren en moest daarnaast een jaarlijkse huur voor het gebouw opbrengen van 4.000 [[Nederlandse gulden|gulden]]. Toen in 1813 prins [[Willem I der Nederlanden|Willem Frederik]] in Nederland terugkeerde, bood de gemeente hem de bibliotheek aan. De inmiddels tot [[soeverein vorst]] verklaarde Willem Frederik, aanvaarde de bibliotheek als rijkseigendom, waardoor de staat de verantwoordelijkheid kreeg voor het beheer, onderhoud en de huur. Na zijn inhuldiging als [[Koning der Nederlanden]] in 1815, bleek Willem I net als zijn voorganger Lodewijk Napoleon een goed [[mecenas]] voor de bibliotheek. Hij deed belangrijke aankopen om de collectie verder op te bouwen. Daarnaast droeg hij gedurende zijn [[regering]] diverse verzamelingen over, waaronder die van de secretarie van het [[Kabinet van de Koning (Nederland)|Kabinet van de Koning]] en uit zijn privébezit de zogeheten ''Dillenburgse Bibliotheek''.<ref name="Die Haghe. Bijdragen en Mededeelingen, deel 2" /> Willem I bevestigde het gebruik van het [[Predicaat Koninklijk]] voor de Koninlijke Bibliotheek.
 
Na enkele jaren werd de omvang van de Koninklijke Bibliotheek te groot voor het Mauritshuis. In 1821 verhuisde deze daarom naar het [[Huis Huguetan]] aan het [[Lange Voorhout]], nadat deze eerst was verbouwd om het geschikt te maken voor dat doel. Door de toevoeging van vele [[schenking]]en en [[Legaat (erfenis)|legaten]] had de bibliotheek vele dubbele exemplaren in haar bezit. In 1838 werd daarom een [[openbare verkoop]] georganiseerd in het gebouw, waardoor er weer wat extra ruimte ontstond voor de steeds verder groeiende collectie.<ref name="Die Haghe. Bijdragen en Mededeelingen, deel 2" />
 
Ook de organisatie van de bibliotheek groeide mee: In 1875 bestond deze uit de [[bibliothecaris]], een onderbibliothecaris, een [[amanuensis]], twee assistenten en een [[conciërge]] die zorg droeg voor het pand. In 1900 bestond de organisatie uit een bibliothecaris, drie onderbibliothecarissen, een amanuensis, twee wetenschappelijke assistenten, een tijdelijk [[ambtenaar]], vier assistenten, een conciërge en een hulp-conciërge. Niet in het minst was ook het toegenomen bezoekersaantal verantwoordelijk voor de groei van het [[Werknemer|personeelsbestand]]. In 1888 werd een eerste leeszaal geopend en in 1897 een tweede. Ook dat bleek niet voldoende, waardoor de bezoekers vaak moesten uitwijken naar de zogeheten Kunstzaal. Deze was in 1894 geopend om toegang te verlenen tot de omvangrijke verzameling prenten en platen. In 1890 bezochten 12.130 mensen de KB, terwijl er in het jaar 1900 sprake was van 26.631 bezoekers.<ref name="Die Haghe. Bijdragen en Mededeelingen, deel 2" /> Daarom werd er in 1908 ruimte bijgebouwd, in de achtertuin aan de [[Kazernestraat]]. De nieuwe vleugel telde zes verdiepingen op een [[souterrain]]. Daarin was onder andere een nieuwe leeszaal gerealiseerd, waarin 84 bezoekers plaats konden nemen. In de nieuwe zaal bevonden zich de meest actuele jaargangen van 450 [[tijdschrift]]en en vele [[naslagwerk]]en, zoals [[encyclopedie]]ën en [[woordenboek]]en. De Kunstzaal werd toen opgeheven.<ref>Ebbinge Wubben, Dr. C.H. in Het boek; Tweede reeks (...), jaargang 12, 1923, volgno 15: [https://resolver.kb.nl/resolve?urn=dts:2195015:mpeg21:0001 De Koninklijke Bibliotheek sedert 1905], Uitgeverij Martinus Nijhoff, 1923</ref>
 
== Huisvesting ==
[[Bestand:Koninklijke Bibliotheek (7985198003).jpg|thumb|Het bibliotheekgebouw uit 1982 aan het Prins Willem Alexanderhof in Den Haag]]
Sinds 1982 is de bibliotheek gehuisvest in een modern pand aan het Prins Willem Alexanderhof in Den Haag, naast het station [[Den Haag Centraal]]. Het gebouw, dat zich kenmerkt door 5.200 witte aluminium platen die de gevels bekleden, met afgeronde hoeken en terugspringende gevelvlakken, staat naast het [[Nationaal Archief]]. Het werd ontworpen door de architecten A. Hagoort, P.B.M. van der Meer en A.J. Trotz van ''Bureau OD205''.<ref>Hooff, Dorothée van, e.a.: [https://books.google.nl/books?id=HN5NAAAAYAAJ Langs moderne architectuur (1945-heden)], Uitgeverij Kosmos-Z&K, Utrecht, 1994, {{ISBN|9789021519548}}</ref> In het gebouw zijn ook het [[Letterkundig Museum]], het [[Kinderboekenmuseum]], [[Rijksbureau voor Kunsthistorische Documentatie|RKD]] en de kantoren van [[Europeana]], [[Digitaal Erfgoed Nederland|DEN]], [[LIBER (bibliotheekorganisatie)|LIBER]] en [[:w:en:International Federation of Library Associations and Institutions|IFLA]] gehuisvest.
 
Eerder was de bibliotheek gevestigd in voormalig stadspaleis [[Huis Huguetan]] aan het Lange Voorhout (periode 1821 tot 1982), daarvoor in het [[Mauritshuis]] (periode 1807 tot 1821) en een plek aan het [[Binnenhof (Den Haag)|Binnenhof]] (periode 1798 tot 1807).<ref>[https://www.kb.nl/organisatie/organisatie-en-beleid/geschiedenis-van-de-kb Geschiedenis van de KB: Van Binnenhof naar Prins Willem-Alexanderhof] op de website van de Koninklijke Bibliotheek</ref>
 
== STCN ==
De Short-Title Catalogue, Netherlands (STCN) is een dienst van de KB. Het betreft een database van de Nederlandse retrospectieve bibliografie tot [[1800]]. De database bevat beschrijvingen van alle boeken die tot en met het jaar 1800 zijn verschenen binnen de landsgrenzen van het huidige Nederland en van alle boeken die buiten Nederland in de Nederlandse taal zijn gepubliceerd. De STCN wordt gemaakt op basis van de collecties van bibliotheken in en buiten Nederland. De omvang van het bestand is ruim 200.000 titels in meer dan 500.000 exemplaren (november 2013). De STCN werd tot stand gebracht in een project. Het project is in 2009 afgerond. De dienst wordt voortgezet door de KB en het bestand wordt dagelijks uitgebreid.
 
== Zie ook ==