Hogepriester: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
kGeen bewerkingssamenvatting
k typo
Regel 7:
 
== Hogepriesterschap ten tijde van de Perzische overheersing ==
Toen de Joden terugekeerdenterugkeerden uit de Babylonische ballingschap herbouwden zij de Tempel. Opnieuw werden hogepriesters benoemd uit het geslacht van Aäron, via de lijn van [[Sadok]], die hogepriester was ten tijde van [[Koning David]]. In deze periode kreeg de hogepriester naast godsdienstige ook een politieke lading doordat de [[Perzen]], waaraan de Joden in die tijd onderworpen waren, de hogepriester als politiek heerser over het tempelstaatje Juda beschouwden.
 
== Hogepriesterschap ten tijde van de Griekse overheersing ==
Door de veroveringen van [[Alexander de Grote]] kwam het Joodse land onder bestuur van de [[Ptolemaeën]] en later van de [[Seleuciden]] te staan. Ook zij behandelden de hogepriester als de hoogste Joodse politieke gezagsdrager. Gedurende deze periode werd langzaam maar zeker steeds onzorgvuldiger omgegaan met de regels voor afstamming van de hogepriesters. Vooral Seleucidische koningen benoemden nogal eens hogepriesters die niet uit het huis van Aäron kwamen - het priestergeslacht werd in deze tijd aangeduid als [[Oniaden en Tobiaden|Oniaden]] -, omdat dit henhun politiek gezien beter uitkwam.
 
== Hogepriesterschap ten tijde van de [[Hasmoneeën]] ==