Renaissance: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Robbot (overleg | bijdragen)
k Robotgeholpen doorverwijzing: Synthese - Koppeling(en) gewijzigd naar synthese (filosofie)
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 1:
{{Zie dp}}
[[Bestand:Sandro Botticelli - La nascita di Venere - Google Art Project - edited.jpg|{{largethumb}}|Sandro Botticelli's, ''De geboorte van Venus'' uit, 1485]]
De '''renaissance''' (letterlijk: ''wedergeboorte'') is een periode in de [[Europa (werelddeel)|Europese]] [[cultuurgeschiedenis]] die volgde op de [[middeleeuwen]]. De term kwam in de [[19enegentiende eeuw]] ook in omloop als [[periodiseringPeriodisering|historisch periodebegrip]]. De renaissance als [[Late Middeleeuwen|laatmiddeleeuwse]] culturele beweging begon in [[Italië]] in de [[14eveertiende eeuw]] (= het ''[[trecento]]'') en verspreidde zich in de volgende eeuwen over de rest van Europa.
 
De Italiaanse [[renaissanceRenaissance-humanisme|humanist]]en die de term ''renaissance'' introduceerden, meenden dat na een periode van verval, de middeleeuwen, een nieuwe [[goudenGouden eeuw (metafoor)|gouden eeuw]] was aangebroken, die niets minder was dan een 'wedergeboorte' van de verworvenheden van de [[klassieke oudheid]]. De acceptatie van renaissance als periodebegrip had niet alleen te maken met de herleving van de klassieke oudheid en de wijze waarop deze periode werd gecontrasteerd met de tijd die daaraan voorafging. De term verwijst ook naar de 'geboorte' van belangrijke nieuwe ontwikkelingen in deze periode, zoals de teloorgang van het [[feodalismeFeodalisme|feodale stelsel]], de ontdekking van nieuwe [[continent]]encontinenten, het [[heliocentrischeHeliocentrische theorie|copernicaanse stelsel]] in de [[astronomie]] en de uitvinding of introductie in Europa van [[drukpers]], [[papier]], [[kompas]] en [[buskruit]]. Moderne historici zien echter op heel wat gebieden geen scherpe breuk met de middeleeuwen, en benadrukken dat er eerder sprake was van continuïteit en verdere ontwikkeling van processen die reedsal in de middeleeuwen waren begonnen.
De '''renaissance''' (letterlijk: ''wedergeboorte'') is een periode in de [[Europa (werelddeel)|Europese]] [[cultuurgeschiedenis]] die volgde op de [[middeleeuwen]]. De term kwam in de [[19e eeuw]] ook in omloop als [[periodisering|historisch periodebegrip]]. De renaissance als [[Late Middeleeuwen|laatmiddeleeuwse]] culturele beweging begon in [[Italië]] in de [[14e eeuw]] (= het ''[[trecento]]'') en verspreidde zich in de volgende eeuwen over de rest van Europa.
 
Een geromantiseerde visie op de renaissance als wedergeboorte van kunsten en letteren wekt de indruk dat het een periode was van ongestoorde vrede en vooruitgang. Niets is minder waar. Zo woedde er tijdens de renaissance in Europa de [[Honderdjarige Oorlog]] (1337-1453) tussen [[Engeland]] en [[Frankrijk]], en het [[politiek]]epolitieke landschap werd als gevolg van oorlogen, koninklijke [[huwelijkspolitiek]] (bijvoorbeeld de eenwording van de [[monarchie]] [[Spanje]] in 1479 onder [[Ferdinand II van Aragon]] en [[Isabella I van Castilië|Isabella van Castilië]]), ontdekkingsreizen en grote veranderingen in [[handel (economie)|handel]] en [[economie]] ingrijpend gewijzigd. Het was ook een tijd van gruwelijke godsdienst[[conflict (onenigheid)|conflicten]]godsdienstconflicten, die uiteindelijk zouden uitmonden in de [[reformatie]] en een verdeling van Europa in twee helften met verschillende en elkaar vijandig gezinde [[religie]]sreligies. [[Europese heksenvervolging|Heksenvervolgingen]] bereikten een verschrikkelijk hoogtepunt tijdens de renaissance, en niet tijdens de middeleeuwen, en de [[Spaanse Inquisitie]] zorgde voor de [[verdrijvingsedictVerdrijvingsedict|verdrijving van alle Joden uit Spanje]] in 1492. Als gevolg van de ontdekkingsreizen, en met name van de [[kolonisatie]] van [[Afrika]], floreerde ook de trans-Atlantische [[slavenhandel]]. Onder meer door deze tegenstellingen groeit onder moderne historici het inzicht dat het hele concept van een 'renaissance' na de 'duistere middeleeuwen' bijzonder problematisch is. Meer daarover in het volgend hoofdstuk (over de kritiek op gebruik als historische periode).
De Italiaanse [[renaissance-humanisme|humanist]]en die de term ''renaissance'' introduceerden, meenden dat na een periode van verval, de middeleeuwen, een nieuwe [[gouden eeuw (metafoor)|gouden eeuw]] was aangebroken, die niets minder was dan een 'wedergeboorte' van de verworvenheden van de [[klassieke oudheid]]. De acceptatie van renaissance als periodebegrip had niet alleen te maken met de herleving van de klassieke oudheid en de wijze waarop deze periode werd gecontrasteerd met de tijd die daaraan voorafging. De term verwijst ook naar de 'geboorte' van belangrijke nieuwe ontwikkelingen in deze periode, zoals de teloorgang van het [[feodalisme|feodale stelsel]], de ontdekking van nieuwe [[continent]]en, het [[heliocentrische theorie|copernicaanse stelsel]] in de [[astronomie]] en de uitvinding of introductie in Europa van [[drukpers]], [[papier]], [[kompas]] en [[buskruit]]. Moderne historici zien echter op heel wat gebieden geen scherpe breuk met de middeleeuwen, en benadrukken dat er eerder sprake was van continuïteit en verdere ontwikkeling van processen die reeds in de middeleeuwen waren begonnen.
 
== Gebruik van de term renaissance ==
Een geromantiseerde visie op de renaissance als wedergeboorte van kunsten en letteren wekt de indruk dat het een periode was van ongestoorde vrede en vooruitgang. Niets is minder waar. Zo woedde er tijdens de renaissance in Europa de [[Honderdjarige Oorlog]] (1337-1453) tussen [[Engeland]] en [[Frankrijk]], en het [[politiek]]e landschap werd als gevolg van oorlogen, koninklijke [[huwelijkspolitiek]] (bijvoorbeeld de eenwording van de [[monarchie]] [[Spanje]] in 1479 onder [[Ferdinand II van Aragon]] en [[Isabella I van Castilië|Isabella van Castilië]]), ontdekkingsreizen en grote veranderingen in [[handel (economie)|handel]] en [[economie]] ingrijpend gewijzigd. Het was ook een tijd van gruwelijke godsdienst[[conflict (onenigheid)|conflicten]], die uiteindelijk zouden uitmonden in de [[reformatie]] en een verdeling van Europa in twee helften met verschillende en elkaar vijandig gezinde [[religie]]s. [[Europese heksenvervolging|Heksenvervolgingen]] bereikten een verschrikkelijk hoogtepunt tijdens de renaissance, en niet tijdens de middeleeuwen, en de [[Spaanse Inquisitie]] zorgde voor de [[verdrijvingsedict|verdrijving van alle Joden uit Spanje]] in 1492. Als gevolg van de ontdekkingsreizen, en met name van de [[kolonisatie]] van [[Afrika]], floreerde ook de trans-Atlantische [[slavenhandel]]. Onder meer door deze tegenstellingen groeit onder moderne historici het inzicht dat het hele concept van een 'renaissance' na de 'duistere middeleeuwen' bijzonder problematisch is. Meer daarover in het volgend hoofdstuk (over de kritiek op gebruik als historische periode).
 
== Gebruik van de term renaissance ==
[[Bestand:Giorgio Vasari Selbstporträt.jpg|miniatuur|Giorgio Vasari's zelfportret]]
Het Franse woord ''renaissance'' betekent ''wedergeboorte''. Het Italiaanse [[equivalent (taalkunde)|equivalent]] hiervan is ''rinascita'',<ref>Het moderne Italiaanse woord voor "renaissance" is ''Rinascimento''</ref> een begrip dat [[Giorgio Vasari]] in een voorwoord op zijn ''[[Levens van de uitmuntendste Italiaanse architecten, schilders en beeldhouwers|Vite]]''<ref>De volledige titel luidt ''Vite de' più eccellenti architetti, pittori, et scultori italiani, da Cimabue insino a' tempi nostri'' (=''Levens van de uitmuntendste Italiaanse architecten, schilders en beeldhouwers van Cimabue tot onze tijd'')</ref> gebruikt, waarmee hij een wederopbloei van de cultuur van de klassieke oudheid bedoelt. Volgens hem is deze wedergeboorte (van de schilderkunst) te situeren in het [[Toscane]] van omstreeks 1300, met name in het werk van [[Cimabue]] en vooral [[Giotto di Bondone|Giotto]]. Het idee van 'wedergeboorte' (renaissance) is al terug te vinden in geschriften daterend uit de periode volgend op 1340. Bedoeld werd dat de [[poëzie]] met [[Dante Alighieri|Dante]] en de schilderkunst met [[Giotto di Bondone|Giotto]] opnieuw geboren waren. In de daaropvolgende eeuwen zou het idee van wedergeboorte onder meer ook toegepast worden op [[renaissancearchitectuurRenaissancearchitectuur|architectuur]], [[beeldhouwkunst]] en [[filosofie]].
 
In overeenstemming met de algemene scepsis over afgebakende periodiseringen is er veel discussie onder hedendaagse historici die reageren op de verheerlijking van de "renaissance" en zijn individuele cultuurhelden. Zij zetten vraagtekens bij het nut van de term renaissance als historische afbakening. De opvatting van de renaissance als aanduiding van een periode van bloei van kunsten en wetenschappen bleef overeind tot in de 19e eeuw, toen de [[kunsthistoricus]] [[Jacob Burckhardt]] in zijn in 1860 verschenen boek '[[Die Kultur der Renaissance in Italien]]' de 'definitie' veel ruimer ging opvatten. De [[Italiaanse renaissance]] zag hij in dat werk als een breuk met de middeleeuwen en het begin van de [[Nieuwe Tijd]]. Meer en meer lijkt echter het standpunt terrein te winnen dat er geen sprake is geweest van een bruuske overgang van middeleeuwen naar renaissance.
 
In overeenstemming met de algemene scepsis over afgebakende periodiseringen is er veel discussie onder hedendaagse historici die reageren op de verheerlijking van de "renaissance" en zijn individuele cultuurhelden. Zij zetten vraagtekens bij het nut van de term renaissance als historische afbakening. De opvatting van de renaissance als aanduiding van een periode van bloei van kunsten en wetenschappen bleef overeind tot in de 19enegentiende eeuw, toen de [[kunsthistoricus]] [[{{aut|Jacob Burckhardt]]|Jacob Burckhardt}} in zijn in 1860 verschenen boek ''[[Die Kultur der Renaissance in Italien]]'' de 'definitie' veel ruimer ging opvatten. De [[Italiaanse renaissance]] zag hij in dat werk als een breuk met de middeleeuwen en het begin van de [[Nieuwe Tijd]]. Meer en meer lijkt echter het standpunt terrein te winnen dat er geen sprake is geweest van een bruuske overgang van middeleeuwen naar renaissance.
De kritiek van latere historici op Burckhardts visie kwam uit verschillende hoeken:<ref name="Roorda">D.J. Roorda: 'Overzicht van de Nieuwe Geschiedenis, Uitgeverij Wolters-Noordhoff 1983 - ISBN 90-01-76213-1 / ISBN 978-90-01-76213-1</ref>
 
De kritiek van latere historici op {{aut|Burckhardts}} visie kwam uit verschillende hoeken:<ref name="Roorda">{{aut|Daniel Roorda|Roorda, D.J.}} Roorda: 'Overzicht van de Nieuwe Geschiedenis, Uitgeverij Wolters-Noordhoff (1983 - ISBN 90-01-76213-1 / ISBN 978-90-01-76213-1)</ref>
* Dede mediëvisten betoogden dat de echte renaissance al begonnen was in de [[12etwaalfde eeuw]], ook ''[[renaissance van de twaalfde eeuw]]'' genoemd. Deze Italiaanse renaissance was niet zo uniek.<ref name="Roorda"/> Eind [[8eachtste eeuw]], begin [[9enegende eeuw]] was er namelijk al sprake van een [[Karolingische renaissance]], een onder het bewind van de [[Karolingers]] vallende bloei van letteren en kunsten, en in de tweede helft van de [[10etiende eeuw]] vond de [[Ottoonse renaissance]] plaats.
* Sociaalsociaal-economische historici onthulden dat die renaissance de gewone man onberoerd had gelaten en vooral een zaak van de elite was geweest. Ook economisch was het niet zonder meer een periode van [[hoogconjunctuur]] te noemen.<ref name="Roorda"/>
* Dede Leidse historicus [[{{aut|Johan Huizinga]]|Johan Huizinga}} was van oordeel dat de renaissance wat [[Noord-Europa]] betrof niet zozeer het begin van iets nieuws was geweest, maar eerder het verdwijnen, 'wegslijten' van middeleeuwse culturele vormen.<ref name="Roorda"/><ref>Johan {{aut|Huizinga}} sprak zelfs over '[[Herfsttij der Middeleeuwen]]' (1919) bij zijn bespreking van de [[Franse renaissance|renaissance in Frankrijk]] en de [[Renaissance in de Nederlanden|Bourgondische Nederlanden]].</ref>
* Dede historicus [[{{aut|Peter Burke]]|Peter Burke}} stelt zich ook vragen over de waarde van renaissance als periodebegrip. In zijn boek ''The Renaissance'' (1987) neemt hij duidelijk afstand van de renaissance als gouden tijdperk van de cultuur. Hij wijst erop dat {{aut|Burckhardt}} de zelfverheerlijkende visie van geleerden en kunstenaars uit die periode kritiekloos had overgenomen.<ref name="Roorda"/>
 
Als gevolg van deze 'revisionisten' dreigde de term 'renaissance' onder historici in onbruik te raken. Sommigen riepen op om een einde te maken aan het gebruik van de term, die zij zagen als een product van ''[[Presentisme (literaire en historische analyse)|presentisme]]'' - het [[Anachronisme|anachronistisch]] gebruik van de geschiedenis om moderne idealen te verheerlijken.<ref>''{{aut|Richard Hooker}}, [https://web.archive.org/web/20100528150716/http://www.wsu.edu/~dee/REN/IDEA.HTM ''The Idea of the Renaissance'', Richard Hooker], website van Washington State University] (Archive.org)</ref> Andere historici, zoals [[{{aut|Emmanuel Le Roy Ladurie]]|Emmanuel Le Roy Ladurie}} bestuderen eerder de samenhang en continuïteit van de lange periode tussen ongeveer de elfde en negentiende eeuw,<ref>{{aut|Emmanuel Le Roy Ladurie|Le Roy Ladurie, "E.}} (1974): 'L'histoire immobile,"' in ''Annales: ÉconomiesEconomies, sociétés, civilisations'', 29, (1974):p. 673-82</ref> een benadering die bekend werd als het concept van de ''[[longue durée]]''.
 
== Kenmerken ==
Het is niet eenvoudig om de wezenlijke kenmerken van de renaissance te benoemen. De humanisten meenden dat de cultuur van de antieken tot nieuw leven kwam. Jacob Burckhardt benadrukte vooral de breuk met de middeleeuwen en het vernieuwende karakter van de Renaissance. Latere historici kregen meer oog voor de continuïteit met de middeleeuwen enerzijds, en de minder positieve aspecten van de renaissance anderzijds. Vaak genoemde kenmerken zijn het idealiseren van de klassieke oudheid, het proces van secularisering, de verheerlijking van het individu en het [[realisme (filosofie)|realisme]] in de beeldende kunst.
 
=== 'Wedergeboorte' van de klassieke oudheid ===
[[Bestand:M. Tullii Ciceronis De oratore liber.jpg|{{largethumb}}|Eerste pagina van een vroeg-[[15e eeuw|15evijftiende-eeuws]] [[handschrift (doucment)|handschrift]] van [[Marcus Tullius Cicero|Cicero]]'s ''"[[De oratore]]"'', [[Noord-Italië]]. Cicero was het grote voorbeeld van de humanisten.]]
De geleerden die de term 'renaissance' bedachten meenden een wedergeboorte van de cultuur van de antieken te beleven. [[Giorgio Vasari]] (1511-1574) ziet sinds de tijd van de 'barbaren' een opgang van de moderne stijl in drie etappes, waarbij hij met minachting verwijst naar de [[Oude Griekenland|Griekse]] ([[Byzantijnse kunst|Byzantijnse]]), en naar de [[Duitsland|Duitse]] ([[gotiekGotiek (stijlperiodebouwkunst)|gotische]]) stijl.
 
De renaissance lijkt vaak een breuk met de middeleeuwse traditie die gelegitimeerd wordt door te suggereren dat men terugkeert naar een nog oudere traditie, die van de klassieke oudheid. Aan de middeleeuwers verwijt men dat juist zij met de antieke traditie gebroken hebben. Hiermee kan de renaissance als [[historiserende vormgeving]] worden beschouwd.<br />
Het concept 'middel-eeuwen' is dan ook bij uitstek het product van de renaissance. De traditie om de geschiedenis van [[Europa (werelddeel)|Europa]] in drie perioden onder te verdelen, oudheid, middeleeuwen en nieuwe tijd, is tijdens de renaissance ontstaan.
 
De bewondering en navolging van de antieke cultuur is wellicht het meest in het oog springende kenmerk van de renaissance. Een bewondering voor de politiek van het oude [[Oude Rome|Rome]] had geleid tot een bewuste 'nabootsing' van zijn cultuur.<br />
Overigens viel het de Italiaanse kunstenaars niet zwaar de gotische traditie af te wijzen: die was er sowieso nauwelijks geworteld. Wel bleven er veel meer invloeden van het [[christendom]] een rol spelen dan men bij oppervlakkige beschouwing zou denken. Christelijke motieven blijven tot ver in de moderne tijd de kerken en privé-kapellen sieren, en in de filosofie is het humanisme nog lange tijd niet gewapend tegen het bastion van de [[scholastiek]].
 
In werkelijkheid was de renaissance in veel opzichten zowel een voortzetting van als een breuk met de middeleeuwen. In Italië in het algemeen, en in de stad [[Florence (stad)|Florence]] in het bijzonder, wordt in de 15evijftiende eeuw een levenshouding manifest die duidelijk afwijkt van de op het [[hemel|hiernamaals]] gerichte mentaliteit van de middeleeuwen. Het is tijdens diezelfde 15evijftiende eeuw, ook wel ''[[quattrocento]]'' genoemd, dat de Italiaanse renaissance haar hoogtepunt bereikt.<br />
De betekenis van de renaissance moet overigens niet worden overschat. De politieke structuur van Europa, zijn talen en nationale culturen, het recht en zijn economische organisatie zijn alle het product van de middeleeuwen.
 
=== Secularisering ===
De invloed van de renaissance deed zich vooral gelden waar het ging om het denken en voelen van de [[bovenklasseBovenklasse|elite]]. De intellectuele elite ontwikkelde een levensstijl die zich aan het religieuze[[religie]]uze onttrok. Dit proces wordt [[secularisering]] genoemd. De nieuwe, seculiere levenssfeer werd vooral zichtbaar gemaakt in de kunsten en de letteren. Centraal stonden vragen op het gebied van de [[moraal]] en de vraag naar de plaats van het [[individu]] in de [[maatschappijMaatschappij (wereld)|samenleving]]. De betekenis van de renaissance wordt hoofdzakelijk zichtbaar in de sterk veranderende opvattingen op het gebied van smaak en [[Stijl (kunst)|stijl]], [[fatsoen]] en [[etiquetteEtiquette|decorum]], [[opvoeding]] en [[onderwijs]].
 
Vele middeleeuwse - christelijke - waarden werden in twijfel getrokken. Waar de middeleeuwers [[armoede]], [[contemplatie]] en [[kuisheid]] hadden verheerlijkt, spoorde de renaissancegeest aan om bezit te verwerven, actief deel te nemen aan het maatschappelijk leven en van het leven te genieten. Het middeleeuwse [[mensbeeld]] was [[fatalisme|fatalistisch]] en pessimistisch: de mens was [[zondeZonde (christendom)|zondig]] en afhankelijk van de [[genade (christelijk geloof)|genade]] [[God (christendom)|Gods]].<br />
De renaissance plaatste hier een optimistisch mensbeeld tegenover dat zich ook manifesteerde in de kunst. Terwijl in de middeleeuwen artistieke creatie zich in wezen wendde tot de christelijke religie, beeldde de renaissancekunst humanistische thema's uit zoals tolerantie, vrijheid van gedachte, vrede, onderwijs ter ontwikkeling van het individu, en de [[mythologie]] uit de oudheid. Dat vermogen tot zelfontwikkeling en zelfbeschikking stond centraal in het opvoedingsideaal van de humanisten. De vrijwel onbegrensde mogelijkheden van het menselijk vernuft werden benadrukt. De afhankelijkheid van de [[geestelijkeGeestelijke|clerus]] wat betreft het [[verlossingVerlossing (christendom)|zielenheil]] was geen vanzelfsprekendheid meer.
Dit verschil kan duidelijk worden gezien in de verschillende levensmotto's. Zo is het levensmotto van de mensheid in de middeleeuwen: ''"[[memento mori]]"'', een Latijnse spreuk die ruw vertaald kan worden naar: ''"gedenk te sterven."''. Middeleeuwers hielden zich veel bezig met de dood: ze moesten goed leven en veel biechten zodat, als de tijd zou komen, ze volledig waren voorbereid op de dood en in de hemel terecht zouden komen. Hiertegenover staat het motto van de renaissance: ''"[[Carpe diem]]"'', vertaald naar ''"Plukpluk de dag"'': een mens moest proberen het beste van zijn leven te maken.
 
Dat de renaissance meer seculier was dan de middeleeuwen mag ons echter het grote aantal religieuze schilderijen niet doen vergeten dat tijdens de renaissance werd geproduceerd. Zoals altijd bestonden het oude en het nieuwe immers naast elkaar. Dit kon leiden tot conflicten tussen bevolkingsgroepen en - op individueel niveau - tot psychische spanningen.
 
=== Individualisme en; ''virtù'' ===
Binnen de relatief kleinschalige Italiaanse [[stadstaatStadstaat|stadstaten]] speelden individuele burgers een belangrijke rol. Vooral in steden met een republikeins karakter, zoals Florence, waren welgestelde burgers actief bij de politiek betrokken. De opvattingen van [[Marcus Tullius Cicero|Cicero]], die de nadruk legde op de plicht van individuele burgers om de gemeenschap te dienen, waren in deze context van grote invloed.
 
Van mannen werd verwacht dat zij het [[noodlotNoodlot (term)|lot]] naar hun hand zetten. Er ontstond een verering van het [[individu]], van 'grote mannen' die zichzelf onderscheidden van hun omgeving. Een dergelijke man, die zijn rivalen overtrof, bezat ''virtù'' (= deugd) in de ogen van zijn tijdgenoten. Het werd als een typisch mannelijke kwaliteit beschouwd. Een goed voorbeeld van dit nieuwe [[individualisme]] was [[Benvenuto Cellini]], een veelzijdig kunstenaar met een uitgesproken karakter.<br />
''Virtù'' is een sleutelbegrip in [[Niccolò Machiavelli|Machiavelli]]'s postuum uitgegeven ''[[De vorst|''Il Principe'']] ('',De vorst'') en daaruit blijkt dat het eerder als ''doortastendheid'' dan als 'deugd' begrepen moet worden. Een heerser met ''virtù'' kon immers in het belang van de staat zijn woord breken, liegen en zelfs moorden begaan.
 
Deze verering van het unieke individu was geheel nieuw: ook de oudheid kende een dergelijk verschijnsel nauwelijks.
 
Individualisme is onder historici traditioneel het uitgangspunt geweest voor de bespreking van de renaissance. Ze associeerden deze periode met de verworvenheden van getalenteerde, zelfbewuste mannen. Giorgio Vasari concentreerde zich bij zijn bespreking van de "hergeboorte" (''rinascita'') van de Italiaanse kunst op de reeks van grote kunstenaars, culminerend in de 'genius' van Michelangelo. [[Jules Michelet]] definieerde de periode als die van "de ontdekking van de wereld en de mens". Jacob {{aut|Burckhardt}} plaatste individualisme in zijn werk ''De cultuur van de renaissance in Italië'' in de kern van zijn [[analyse]]. Hij presenteerde individualisme als het essentiële kenmerk van de (Italiaanse) renaissancemens, als datgene wat hem onderscheidde van zijn middeleeuwse tegenhanger, die nog halfbewust lag te sluimeren onder de sluier van het geloof. Burkhardts{{aut|Burckhardt}} "''geistiges Individuum"'' stond voor de moderne mens met zijn drang naar grootheid, vertrouwend op eigen kracht en kunnen, terwijl de middeleeuwer zichzelf slechts zag als deel of lid van een volk, familie of andere gemeenschap. Deze visie op individualisme als het kenmerk bij uitstek van de renaissancemens kreeg vanaf de [[20etwintigste eeuw]] veel kritiek van historici en geleerden uit andere disciplines.
 
=== Realisme in de beeldende kunst ===
<div style="overflow-x:auto">[[Bestand:Formerly Piero della Francesca - Ideal City - Galleria Nazionale delle Marche Urbino.jpg|thumb|540px|none|[[Piero della Francesca]]: "''De ideale stad"''. De ideale wereld van de renaissance voldeed aan de [[wiskunde|mathematische]] wetten van het [[lijnperspectiefLijnperspectief|lineair perspectief]].]]</div>
De toenemende aandacht voor het hier en nu ten koste van de nadruk op het eeuwige en [[transcendentieTranscendentie (religie)|transcendente]] blijkt ook uit het toenemend [[Realisme (filosofie)|realisme]] in de beeldende kunst. Vanaf de renaissance werd van westerse kunst verwacht dat deze de werkelijkheid op een objectieve manier vormgaf en die als zodanig herkenbaar was.
 
De ruimte was niet langer onpeilbaar en onkenbaar, maar werd als geordend beschouwd, zichtbaar en meetbaar beschouwd.
 
== Economie ==
Het [[feodalisme]] dat in de middeleeuwen wijd verspreid was geweest verdween geleidelijk, en vroege vormen van [[kapitalisme]] ontstonden. Het middeleeuwse Europa was overwegend landelijk en de economie steunde bijna volledig op de landbouw. Dorpen en steden zouden pas in de [[late middeleeuwen]] belangrijke productiecentra worden, waarna hun economisch belang snel toenam. Tegen de late jaren 1400 was de lijfeigenschap op zijn retour en mochten Europese boeren zich vrijer bewegen en zelfs boerderijen voor zichzelf huren. Aangemoedigd door de hoge prijzen die voor wol werden gevraagd, verkozen veel landeigenaars echter om schapen op hun weilanden te laten hoeden. Als gevolg daarvan trokken duizenden boeren naar stedelijke gebieden op zoek naar werk, en namen de steden in omvang toe.
 
De [[late middeleeuwen]] waren een periode van [[laagconjunctuurLaagconjunctuur|economische depressie]] die tot ongeveer 1475 duurde. Het is opmerkelijk dat juist tijdens een periode van economische neergang kunsten en letteren bloeiden. Wat wellicht een rol heeft gespeeld voor het scheppen van een gunstig klimaat voor de kunsten in deze 'gouden eeuw' is de afwezigheid van oorlogsgeweld, waarbij de vrede vanaf het [[Vrede van Lodi|Verdragverdrag van Lodi]]<ref>Het Verdrag (of de Vrede) van Lodi was een vredesverdrag tussen Milaan, Napels en Florence, ondertekend op 9 april 1454 in Lodi (Lombardije)</ref>(1454) veertig jaar lang standhield.<ref name="Roorda"/>
 
Ontwikkelingen zoals bevolkingsgroei, verbetering van het bankwezen, het uitbreiden van de handelsroutes en nieuwe productiesystemen leidden tot een algemene toename van de commerciële activiteit. De [[Handel (economie)|handel]] concentreerde zich rond de [[Middellandse Zee]]. Binnen dit handelsnetwerk speelden de Italiaanse steden een centrale rol. Het waren de grootste, meest welvarende steden van Europa. Ondanks de economische malaise slaagden sommige koopmansgeslachten erin een fortuin te vergaren. Enkele geslachten ontwikkelden zich tot [[bankier]]s. Ook het 'wisselen van geld' was een lucratieve bezigheid.
 
== Ontstaan van de renaissance in Italië ==
{{Zie hoofdartikel|Italiaanse renaissance}}
De renaissance begon in Italië, waarna deze culturele beweging zich langzamerhand over [[West-Europa]] verspreidde. De politieke en economische omstandigheden in het Italië uit deze periode verschilden op drie punten van die van de rest van Europa:
* in Italië was er geen sprake van een centraal gezag ''(in Frankrijk en Engeland ontstonden in de middeleeuwen de monarchieën)'';
* het leenstelsel bestond al niet meer sinds 1200;
* steden en handel waren vroeger dan elders tot grote bloei gekomen.
In Italië hadden zich belangrijke steden ontwikkeld. Zij spiegelden zich aan een geïdealiseerd verleden, waarin het klassieke [[Rome (stad)|Rome]] de wereld beheerste, een tijd waarin adel en geestelijkheid nog niet bestonden. Op die manier kwam het tot een herontdekken van de klassieke beschaving: het [[Romeins recht]], de literatuur en de architectuur van de antieken.<br />
Officieel maakte Italië ten noorden van Rome deel uit van het [[Heilige Roomse Rijk]], maar in werkelijkheid slaagden de [[Lijst van keizers van het Heilige Roomse Rijk|keizers]] er nauwelijks in om hun macht of gezag te doen gelden. Noord-Italië bestond uit een groot aantal ''de facto'' zelfstandige [[stadstaat|stadstaten]], die vrijwel voortdurend met elkaar in conflict waren. De belangrijkste stadstaten waren [[Hertogdom Milaan|Milaan]], [[Republiek Venetië|Venetië]], [[Republiek Genua|Genua]] en [[Florence (stad)|Florence]]. De stadstaten werden in de regel geregeerd door een [[oligarchie]] van kooplieden en hadden officieel geen staatshoofd. In Milaan maakten de [[Visconti (Milanees geslacht)|Visconti]] zich meester van de macht; Venetië, Genua en Florence waren een [[republiek]]. Ook intern werden de stadstaten dikwijls verscheurd door conflicten.<br />
In Midden-Italië lag de [[Kerkelijke Staat]], die geregeerd werd door de [[paus]]. De pausen hadden in het verleden de [[Investituurstrijd]] tegen de keizer van het [[Heilige Roomse Rijk]] (1075-1122) gewonnen. De keizer verloor een groot deel van zijn macht in Noord-Italië, waarvan de Noord-Italiaanse steden konden profiteren om alle macht naar zich toe te trekken. In het begin van de veertiende eeuw vertrok de paus echter naar het verre [[Avignon]]; daarna had hij nog maar weinig invloed op de Italiaanse politiek. In het zuiden lagen twee koninkrijken die wel een belangrijke rol speelden in de politiek: het [[koninkrijk Napels]] en het [[koninkrijk Sicilië]].
 
Regel 84 ⟶ 83:
 
Na een betrekkelijk lange aanloopperiode, waarin Florence de hoofdrol speelde, verplaatste het centrum van het culturele leven in Italië zich naar Rome en Venetië. De [[hoogrenaissance]] was van betrekkelijk korte duur. Gewoonlijk laat men die duren van 1495 tot 1520.<br />
Aan de bloeitijd kwam in Italië vrij plotseling een eind. De rampen die Italië troffen, zien we weerspiegeld in de kunst. Zo is in het werk van Michelangelo duidelijk een verandering in stijl te zien; het groteske gaat overheersen. Het [[maniërisme]] kondigde zich aan. [[Titiaan]] was de enige grote meester die vasthield aan de evenwichtigheid en idealisering van de hoogrenaissance.
 
=== Florence, eerste stad van de renaissance ===
[[Bestand:Santa Maria del Fiore.jpg|{{largethumb}}|De kathedraal [[Santa Maria del Fiore]] te [[Florence. (stad)|Florence]]<br />Florence was het cultureel centrum van de Renaissancerenaissance]]
[[Florence (stad)|Florence]], de belangrijkste stad in [[Toscane]], maakte gedurende de 14eveertiende, 15evijftiende en [[16ezestiende eeuw]] een ongekende culturele bloei door. Het was een naar Italiaanse maatstaven middelgrote stad: in de 15evijftiende eeuw had het ongeveer 60.000 inwoners. De stad dankte haar welvaart met name aan een bloeiende [[wolnijverheid]]:, de fabricage van wollen stoffen.<br />
Het waren enkele Florentijnse schrijvers die het beeld van de renaissance bepaalden. In de 14eveertiende eeuw waren dat [[Dante Alighieri|Dante]], feitelijk nog typisch een middeleeuwer, [[Francesco Petrarca|Petrarca]] en [[Giovanni Boccaccio|Boccaccio]]. [[Niccolò Machiavelli|Machiavelli]] († 1527†1527) leverde een belangrijke bijdrage aan de politieke theorie.
 
Gedurende de 15evijftiende eeuw maaktemaakten de familie [[de' Medici]], een geslacht van kooplieden en [[bankBank (financiële instelling)|bankiers]], zich geleidelijk aan meester van de macht in de [[Florentijnse Republiek]]. DezeDe familie dankte haar rijkdom aan [[Giovanni di Bicci|Giovanni de' Medici]] (1360-1429). Giovanni's zoon, [[Cosimo de' Medici de Oude|Cosimo de' Medici]] (1389-1464), genoot de steun van de armere lagen van de bevolking. Hoewel de republikeinse instellingen werden gehandhaafd, beheerste hij de politiek. [[Lorenzo I de' Medici|Lorenzo]] ''il Magnifico'' (1449-1492), diens kleinzoon, genoot vooral faam als dichter, kunstkenner en [[mecenas]].
 
De cultuur van de stedelijke renaissance en de [[boetesacrament|boete]][[preek|prediking]]boeteprediking van de [[bedelorden]] botsten met elkaar. De [[prior]] van een [[dominicanen]][[klooster (gebouw)|klooster]]dominicanenklooster, [[Girolamo Savonarola]] (1452-1498), had met zijn prediking zo'n invloed op de bevolking dat deze alle tekenen van wereldlijk leven vernietigde: de heersersfamilie van de Medici moest de stad Florence verlaten. Het bewind van Savonarola maakte in combinatie met de inval van de Fransen in 1494 een einde aan de culturele [[dominante positie|dominantie]] van Florence. De elite verliet de stad. De kunstenaars en humanisten volgden, omdat zij nauwelijks nog opdrachten ontvingen.
 
In de 16ezestiende eeuw werd Toscane een [[groothertogdomgroothertog]]dom. De de' Medici's zouden er tot 1737 regeren.
 
=== Rome, stad van de paus ===
Vanaf ca. ~1450 werd ook Rome, de stad van de paus, een belangrijk cultureel centrum. Pausen en kardinalen verstrekten veel opdrachten, zowel aan kunstenaars als aan humanisten. [[Rafaël Santi|Rafaël]] en [[Michelangelo Buonarroti|Michelangelo]] vervaardigden de meeste van hun meesterwerken in opdracht van de paus.
 
In Rome was de invloed van het christelijk denken op vormentaal en ideeënwereld uiteraard nog aanzienlijk groter dan in Florence. Een heiden en republikein als Cicero stond er daarom in minder hoog aanzien. Het weerhield de humanisten er niet van om in Ciceroniaans Latijn de christelijke deugden te prijzen en de paus te verheerlijken als de erfgenaam van de [[lijstLijst van Romeinse keizers|Romeinse keizers]].<br />
[[Paus Pius II|Aeneas Silvius Piccolomini]] was zo'n humanist. Als paus Pius II (1458-1464) nam hij het besluit om de [[Sint-Pietersbasiliek|St-Pieter]] te laten herbouwen. Het zou enkele [[decennium|decennia]] duren voordat het werk was voltooid. [[Paus Sixtus IV]] (1471-1484), de beschermheer van onder anderen [[Sandro Botticelli|Botticelli]] en [[Pietro Perugino|Perugino]], stond erop dat schilderijen een christelijk onderwerp behandelden. Hij liet de [[Sixtijnse Kapel]] bouwen; ook leverde hij een belangrijke bijdrage aan de collectie van de [[Vaticaanse Bibliotheek]]. De beruchte [[Paus Alexander VI|Alexander VI]] (1492-1503) uit het geslacht [[Borgia (geslacht)|Borgia]] probeerde op allerlei manieren de macht van zijn familie blijvend te vestigen. Daarnaast was hij het die opdracht gaf tot de beschildering van het ''[[Appartamento Borgia]]'' in het [[Apostolisch paleis|pauselijk paleis]]. [[Paus Julius II|Julius II]] (1503-1513) was een bekwaam veldheer en een actief bouwheer. Hij gaf verscheideneverschillende opdrachten aan de architect [[Donato Bramante|Bramante]]. In 1508 trad Rafaël in dienst van paus Julius. Tot zijn dood in 1520 werkte Rafaël onder andere aan talloze [[fresco (schilderterm)|fresco's]] in de pauselijke vertrekken. De door Michelangelo vervaardigde [[graftombe van Julius II]] geldt als een hoogtepunt van de hoogrenaissance[[Hoogrenaissance]].
 
=== Andere vorstenhoven ===
Regel 107 ⟶ 106:
 
=== Venetië ===
In Venetië was er aanvankelijk nauwelijks belangstelling voor het humanisme. De stad onderhield van oudsher nauwe relaties met [[Byzantijnse Rijk|Byzantium]]. De niet-christelijke cultuur van de Romeinen werd er als een vreemd element ervaren. Pas vanaf ca. ~1490 kwam daar verandering in.<br />
In Venetië werden veel [[boekdrukkunstBoekdrukkunst|boeken]] gedrukt. Daarbij richtte men zich niet uitsluitend op de [[elite]].
 
Aan opdrachten aan kunstenaars was geen gebrek. Zowel de [[dogeDoge (staatshoofd)|doges]], de regering, rijke [[aristocratie|aristocraten]] als een groot aantal charitatieve instellingen, zogenaamde ''scuole'', bestelden schilderijen of lieten hun paleizen verfraaien. Ook werd er veel geld besteed aan nieuwe architectuur.<br />
Belangrijke Venetiaanse [[kunstschilder|schilders]] in die tijd waren [[Gentile Bellini|Gentile]] en [[Giovanni Bellini]] en [[Vittore Carpaccio|Carpaccio]]. Ook [[Titiaan]] (ca. ~1487-1576), een van de grootste meesters van de renaissance, vervaardigde een groot deel van zijn [[oeuvre]] in Venetië. De schilder [[Giorgio Vasari|Vasari]], die daarhier eveneensook werkte, is dan weer vooral belangrijk vanwege zijn boek "''[[De levens van de grootste schilders, beeldhouwers en architecten"]]''.
 
=== Dagelijks leven ===
Gedurende de Renaissance werden in Italië de huizen van de elite en van gegoede burgers groter. Het aantal vertrekken in zo'n huis nam toe. Ook het aantal [[meubilairMeubilair|meubels]] in de vertrekken nam toe. Voorheen stond er slechts een klein aantal meubels in de meeste huizen. De gegoede klassen, ook een deel van de [[middenklasse]], verfraaiden hun woningen nu met kunstwerken. Ten gevolge van [[inflatieInflatie (hoofdbetekenis)|inflatie]] werd kunst goedkoper. [[boekBoek (document)|Boeken]] waren in de regel het kostbaarste bezit.
 
=== De rol van de vrouw ===
[[Bestand:Self-portrait_by_Judith_Leyster.jpg|thumb|[[Zelfportret (Leyster)|Zelfportret van Judith Leyster]], 1630, [[National Gallery of Art]]]]
[[Bestand:Anna Maria van Schurman.JPG|miniatuur|Anna Maria van Schurman, portret door [[Jan Lievens]], 1649]]
Vrouwen in de (Italiaanse) renaissance begonnen een grotere rol in het sociale leven te spelen, hoewel hun rol van verzorgster van het huis en de kinderen ongewijzigd bleef. Er werd van hen nog steeds verwacht dat ze kinderen kregen, en de reden voor het huwelijk was om zonen te produceren, die ze zouden opvoeden tot gezonde en goed opgeleide jonge mannen. Dochters brachten kosten met zich mee omdat hun ouders voor een bruidsschat dienden te zorgen. De manier waarop over de rol van vrouwen werd gedacht was een erfenis van het antieke verleden. [[Leon Battista Alberti]] volgde de vrouwonvriendelijke opvattingen van [[Plato (hoofdbetekenis)|Plato]] en [[Aristoteles]] in zijn ''Boek van het gezin'' (1432-1434) toen hij schreef dat het plicht van de man was om de activiteiten van zijn vrouw te beperken tot de huiselijke kring. Europese wetboeken limiteerden de zelfstandigheid van vrouwen ook door het beperken van hun recht op eigendom en het zichzelf vertegenwoordigen in de rechtbank.
 
Niettemin hadden bijvoorbeeld Italiaanse vrouwen, in vergelijking met hun [[sekse]]genotenseksegenoten in de middeleeuwen, veel meer bewegingsvrijheid, en was het hun toegestaan om een eigen wil en oordeel te hebben. Tijdens de [[pest (ziekte)|pest]][[epidemie]]pestepidemie en de [[demografie|demografische]] [[crisis (situatie)|crises]] van de 14eveertiende en 15evijftiende eeuw beperkten [[gilde (beroepsgroep)|gilden]] de [[participatiesamenleving|participatie]] van vrouwen op de [[arbeidsmarkt]], maar normaal gezien hadden vrouwen in de steden toegang tot verschillende beroepen. Florentijnse vrouwen werkten als bakkers, wijnboeren, timmerlieden en zo nu en dan zelfs als slagers en goudsmeden. Duitse vrouwen werkten in de mijnen, hoewel dat beperkt bleef tot minder gevaarlijk werk boven de grond. In heel Europa waren meisjes en vrouwen werkzaam als bedienden in de huishoudens van de rijken. Over heel Europa waren vrouwen als [[spinnen (textiel)|spinster]] aan het werk.
 
Universiteiten hielden hun deuren gesloten voor vrouwen. Wat voor vrouwen beschikbaar was aan leren, was heel rudimentair, met een nadruk op het lezen over deugdzame vrouwen of lezen in een gebedenboek. Lesgeven vond thuis plaats of in een of ander lokaaltje dat als school diende. De geletterdheid was in het algemeen het laagst in de landelijke gebieden van Zuid- en Oost-Europa en hoger in de stedelijke gebieden van Noordwest-Europa. De vrouwen die toch tot in de rangen van de humanisten doorstootten en carrière maakten als intellectueel waren, zoals de Franse schrijfster [[Christine de Pizan]], zonder uitzondering van goeden huize. Vrouwelijke seculiere patroons van de kunsten waren niet zo uitzonderlijk als men vroeger dacht.<ref>{{aut|Sheryl Reiss|Reiss, S.E.}}; Reiss{{aut|David enG. David:Wilkins|Wilkins, ''D.G.}} WilkinsBeyond(2001): ''Beyond Isabella:. Secular Women Patrons of Art in Renaissance Italy''., Truman State University Press</ref> Een van die bijzondere vrouwen was [[Isabella d'Este]] (1474–1539), [[markies (titel)|markiezin]] van [[hertogdom van Mantua|Mantua]].
 
Enkele bekende vrouwelijke humanisten:
*in het zuiden: [[Isotta Nogarola]], [[Laura Cereta]] en [[Cassandra Fedele]] (uit Italië).
*in het noorden: [[Caritas Pirckheimer]] (Duitsland), [[Margaret Roper]] (Engeland), [[Anna Maria van Schurman]] (Nederlanden), [[Margaretha van Valois (1492-1549)|Margaretha van Valois]] (Frankrijk), en [[Louise Labé]] en [[Marie le Jars de Gournay]] (uit Frankrijk).
 
Vrouwelijke musici en kunstenaars:
*[[Francesca Caccini]] (1587?), de dochter van een vooraanstaande Napolitaanse edelman, was een componist-zangeres aan het hof van de Medici in Florence.
*[[Properzia de 'Rossi]] (1490-1530) verwierf bekendheid als beeldhouwer.
*[[Sofonisba Anguissola]] (1532-1625) studeerde bij Michelangelo en werd hofschilder van [[Filips II van Spanje]]. Anguissola inspireerde anderen, onder wie [[Irene di Spilimbergo]] (1541-1559), [[Lavinia FontanaFontan]]a (1552- 1614) en [[Artemisia Gentileschi]] (1593-1632 ).
*[[Judith Leyster]] uit de Nederlanden, wier schilderijen tot voor kort werden beschouwd als die van haar vriend [[Frans Hals]].
 
== Verspreiding van de renaissance ==
[[Bestand:Leonardo da Vinci - Lady with an Ermine.jpg|thumb|''[[De dame met de hermelijn]]'', Portretportret door [[Leonardo da Vinci]] van [[Cecilia Gallerani]], de belangrijkste[[ maîtresse]] van [[Ludovico Sforza]] de hertog van [[Hertogdom Milaan|Milaan]]. [[Princes Czartoryski Foundation|Czartoryski-museum]], [[Krakau|Kraków]].]]
[[Bestand:Jan Gossaert 005.jpg|thumb|[[Jan Gossaert]], ''Sint-Lucas tekent de H. Maagd'', [[Kunsthistorisches Museum]], [[Wenen]]]]
{{Zie ook|Zie ook [[Noordelijke renaissance]]}}
Het is goed om vooraf even stil te staan bij het idee van wat 'verspreiding' van de renaissance eigenlijk inhoudt. De [[Verenigd Koninkrijk|Britse]] [[cultuurhistoricus]] [[{{aut|David Rundle]]|David Rundle}} benadrukt dat het zeker niet om een eenrichtingsverkeer ging, en dat ook Italië geïnspireerd werd door artistieke en intellectuele ontwikkelingen elders in Europa. Er was binnen het christelijk Europa met andere woorden veel meer sprake van culturele interactie op gelijkwaardige basis, waarbij de 'Italiaanse stijl' gold als een van de beschikbare stijlen. Binnen de verschillende lokale culturele tradities kooskozen men (de vorstenhoven, de elite) bepaalde elementen zoals mode of architectuur en dergelijke die dan vaak aangepast werden aan de lokale smaak.<ref>{{Autaut|David Rundle|Rundle, DavidD.}}, ''The Hutchinson Encyclopedia of the Renaissance'', Introduction,(1999): p. XI.</ref>
 
Tot ca.ongeveer 1450 manifesteerde de renaissance zich hoofdzakelijk in Italië, daarna beïnvloedde de renaissance tot het begin van de 17ezeventiende eeuw heel West- en Midden-Europa. Gedurende ongeveer twee eeuwen waren Italië en de Italiaanse cultuur toonaangevend. De verspreiding van het Italiaanse cultuurgoed kwam in een stroomversnelling nadat de Fransen in 1494 Italië binnenvielen. Vanaf 1520 was het in hoofdzaak het noorden van Europa waar de toonaangevende intellectuelen verbleven.<br />
Ook in de koloniën in de [[Nieuwe Wereld]] heeft de renaissance sporen nagelaten. De [[westerse wereld]] is tot in de 20etwintigste eeuw diepgaand door deze stroming beïnvloed.<ref>Overigens was Europa in de Renaissance niet zonder meer de rijkste of machtigste regio van de wereld. [[China]] en [[India]] hadden meer geavanceerde beschavingen en meer rijkdom, en in [[Verenigde Staten|Amerika]] was de stad [[Tenochtitlan]], die handel dreef met afgelegen delen van het continent, groter en meer bevolkt dan gelijk welke Europese stad in 1520. dan ook</ref>
 
Interessant zijn de verschillende uitingen van realisme in de kunst in het [[Noord-Europa|noorden]] en het zuiden van Europa; de Alpen doen hierbij veelal dienst als scheidslijn.<br />
Grofweg is het eenvoudigste onderscheid te zien in de verschillende wijze waarop de kunstenaars correct probeerden te schilderen. In het zuiden gebeurde dit na de ontdekking van Giotto volgens het lineair perspectief, ook wel mathematisch correct genoemd. In het noorden zag men meer in gedetailleerde naschildering, waardoor het schilderij in kwestie ook realistisch oogde. Hierbij moeten we bedenken dat de schildertechnieken overal verschillend waren. In het zuiden werkte men niet alleen op [[paneel]], maar maakte men ook [[fresco (schilderterm)|fresco's]], terwijl in het noorden voornamelijk op paneel werd geschilderd.<ref>Tot in de 16ezestiende eeuw schilderde men in Italië gewoonlijk op paneel, en in Noord-Europa werd schildersdoek pas vanaf de [[17ezeventiende eeuw]] de gebruikelijke ondergrond.</ref> Fresco's zijn in noordelijke landen, met het vochtige klimaat, niet zo goed houdbaar als in zuidelijke landen.
{{Zie ook|Zie ook [[Noordelijke renaissance]]}}
 
== Religie en levensbeschouwing ==
In de vroege [[historiografie]] van de renaissance werd religie tegenover rationaliteit gesteld, waarbij dat laatste als een belangrijk kenmerk van deze periode werd voorgesteld. In deze visie waren de middeleeuwen het tijdperk van geloof geweest, waarin de [[Rooms-Katholieke Kerk|katholieke Kerk]] een dominante rol had gespeeld. De renaissance, daarentegen, was een vooruitstrevende en moderne tijd, gekenmerkt door de opkomst van het rationele denken en van persoonlijke vrijheid. Moderne geleerden hebben deze zwart-wittegenstellingwit-tegenstelling echter grotendeels verlaten, en behandelen de renaissancesamenleving als tegelijkertijd religieus en seculier. Om een voorbeeld te geven: de historicus [[{{aut|Charles Trinkaus|Charles Trinkaus]]}} betoogde in zijn invloedrijke studie ''In Our Image and Likeness'' (1970) op overtuigende wijze dat het Italiaanse humanisme fundamenteel christelijk van aard was gebleven, en dat de humanisten de klassieke teksten die zij bestudeerden als middel ter verdieping van hun geloof beschouwden en niet als een alternatief voor dat geloof.<ref>{{aut|William Caferro|Caferro, W.}} (2011): ''Contesting the Renaissance'' p.187, Wiley-Blackwell, 2011p. 187</ref>
 
=== De weg naar de reformatie ===
De renaissance had een grote invloed op de [[theologie]], met name in de manier waarop mensen de relatie tussen mens en God ervoeren. Veel van de meest vooraanstaande theologen in deze periode waren volgelingen van de humanistische methode, zoals Erasmus, Zwingli, Thomas More, [[Maarten Luther]] en Johannes Calvijn. Tussen renaissance en [[reformatie]] was er een verband: dezelfde kritische houding tegenover de bedenkelijke toestanden in de [[kerk (instituut)|Kerk]], en dezelfde aandacht voor de bronnen van de [[Bijbel (christendom)|Bijbel]]. Al voor de renaissance waren er van tijd tot tijd critici van de levensstijl van veel prelaten van de kerk, maar toen kregen deze weinig gehoor of was het zelfs levensgevaarlijk om dit al te luid te verkondigen.
 
In de loop van de 13edertiende tot 15evijftiende eeuw kwamen er echter steeds meer van deze dissidenten en deze kregen ook steeds meer een luisterend oor van de opkomende nieuwe intellectuelen. Deze gingen terug naar de bronnen van het [[evangelie]] en zagen dat er toch veel van de dagelijkse kerkelijke praktijk niet in overeenstemming was met de voorschriften en leefregels die in de evangeliën en [[Epistel|brieven der apostelen]] beschreven stonden. Toen kon een grote discussie niet lang meer uitblijven. De reformatie zou beginnen.
 
=== Toenemende intolerantie jegens de joden ===
De [[late middeleeuwen]] en renaissance waren een periode waarin de intolerantie ten opzichte van andersdenkenden eerder toe- dan afnam. Zoals zo vaak moesten vooral de [[joden]] het ontgelden.<br />
In 1290 werden de joden verdreven uit [[Engeland]], in 1306 werden zij verdreven uit [[Frankrijk]]. Gedurende de 14eveertiende eeuw werden zij verdreven uit de Duitse landen. De meesten van deze [[Asjkenazische Joden]] vestigden zich in [[Polen]].<br />
Op het [[Iberisch Schiereiland]] heerste lange tijd een relatief tolerant klimaat. Met de val van [[Granada (stad)|Granada]] in 1492 kwam hier een einde aan. Meer dan 100.000 joden verlieten de Spaanse koninkrijken. Deze [[Sefardische Joden]] vestigden zich voornamelijk in [[Noord-Afrika]] en het [[Ottomaanse Rijk]]. Sommigen van hen gingen naar [[Portugal]] en de [[Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden|noordelijke Nederlanden]].
 
=== Humanisme ===
Het Italiaanse woord ''umanista'' werd waarschijnlijk bedacht in de late vijftiende of begin zestiende eeuw, en was een aanduiding voor een geleerde of leraar die geschoold was in grammatica, retorica, poëzie, geschiedenis en moraalfilosofie (samen ''[[geesteswetenschappenGeesteswetenschappen|studia humanitatis]]'' genoemd). In de 19enegentiende eeuw zou Jacob Burckhardt in ''[[Die Cultur der Renaissance in Italien]]'' (1860) het woord humanisme niet slechts als een onderwijsprogramma opvatten, maar als een breder cultureel fenomeen.
 
De humanisten van de veertiende tot de zestiende eeuw, in Italië en in andere Europese landen, waren in het bijzonder geïnteresseerd in de studie van de klassieke literatuur van het oude Griekenland en Rome. Hierin vonden zij een ideaal voor het menselijk leven dat ze wilden laten herleven. Terwijl in de middeleeuwen God en het hiernamaals centraal stonden, ontstond mede door het werk van de humanisten in de vroege renaissance in [[Italië]] een nieuwe wereldbeschouwing, waarbij naar het model van de Ouden meer aandacht werd besteed aan het wereldlijke en meer nadruk kwam te liggen op de menselijkheid, de 'humanitas'.
 
Die hernieuwde belangstelling voor de klassieken was al bij Dante (1265-1321) merkbaar, die in de ''[[De goddelijke komedie|Divina Commedia]]'' zijn visionaire tocht door het hiernamaals beschrijft met [[Vergilius]] als gids aan zijn zijde. [[Francesco Petrarca|Petrarca]] en [[Giovanni Boccaccio|Boccaccio]] schrijven evenals Dante een deel van hun werk in de volkstaal - het [[Italiaans]] - en stimuleren door het navolgen van klassieke auteurs de hernieuwde interesse in de klassieke erfenis.
 
De rol die rijke mecenassen van de Italiaanse stadsrepublieken in deze periode hebben gespeeld is niet te onderschatten. Zij omringden zich met kunstenaars en humanisten en trokken geleerden als [[Marsilio Ficino]] en [[Giovanni Pico della Mirandola]] aan, die zo de gelegenheid kregen om het werk van Plato te vertalen en bekend te maken.<ref>De Medici's richtten bijvoorbeeld de Platoonse Academie op in Florence, die een grote stimulans betekende voor de verspreiding van Plato's denkbeelden.</ref>
 
Het humanisme zou door de uitvinding van de boekdrukkunst over heel Europa bekend raken en een sterke invloed uitoefenen op het intellectuele klimaat. De invloed liet zich ook gelden in de gekozen [[iconografieIconografie|thematiek]] van de beeldende kunsten. Hoewel religieuze onderwerpen nog steeds belangrijk bleven (ook doordat de kerk een belangrijke opdrachtgever bleef), kreeg nu ook het wereldlijke meer aandacht, en werd vaak - in navolging van de klassieke Griekse en Romeinse kunst - gekozen voor de uitbeelding van [[mythologieMythologie|mythologische]] taferelen.
 
Belangrijke humanisten waren:
;15evijftiende eeuw
* [[Thomas More]] (Engeland)
* [[Leonardo Bruni]] (Italië)
Regel 183 ⟶ 182:
* [[Angelo Poliziano]] (Italië)
* [[Lorenzo Valla]] (Italië)
;16ezestiende eeuw
* [[Nicolaes Cleynaerts]] ([[Zuidelijke Nederlanden]])
* [[Dirck Volkertsz. Coornhert]] (Nederland)
Regel 199 ⟶ 198:
=== Filosofie ===
{{Zie hoofdartikel|Renaissancefilosofie}}
De filosofie van de renaissance wendt zich van de middeleeuwse [[scholastiek]]e studie van [[Aristoteles]] af. [[Marsilio Ficino]] (1433-1499) vertaalde het werk van Plato en schreef daar commentaren bij die sterk bijdroegen aan de verspreiding van Plato's leer. Veel denkers van de renaissance zijn dan ook aanhangers van het [[neoplatonisme]], dat behalve door Ficino ook door het werk van [[Georgios Gemistos Plethon]] en [[Giovanni Pico della Mirandola]] bekend geraakte in intellectuele kringen rond Florence.<br />
Een filosofisch bastion in het denken van Aristoteles bleef de [[universiteit van Padua]]. Daar bestudeerde [[Pietro Pomponazzi]] (1462–1524) de teksten van Aristoteles zonder bemiddeling van het [[Thomisme]] en [[Averroes]]. In het algemeen kan gezegd worden dat het [[theocentrisme]] van de middeleeuwen plaatsmaakte voor een [[Antropocentrisme|antropocentrische]] wereldbeschouwing. Een wijdverbreide houding onder de geleerden van de renaissance werd het humanisme.
Enkele bekende filosofen uit de periode van de renaissance waren:
* [[Coluccio Salutati]] (1331-1406)
* [[Nicolaas van Cusa|Nicolaus Cusanus]] (1401–1464)
* [[Desiderius Erasmus|Erasmis]] (1466–1536)
* [[Niccolò Machiavelli|Machiavelli]] (1469–1527)
* [[Thomas More|Thomas Morus]] (1478–1535)
* [[François Rabelais|Rabelais]] (1494–1553)
* [[Michel de Montaigne]] (1533-1592)
 
== Wetenschap ==
{{Zie hoofdartikel|Wetenschap in de Renaissance}}
[[Bestand:Da Vinci Vitruve Luc Viatour.jpg|thumb|[[Leonardo da Vinci]]'s ''[[Mens van Vitruvius en Vitruviusman|Vitruvische mens]]'', een voorbeeld van de [[synthese (filosofie)|synthese]] van kunst en wetenschap tijdens de renaissance]]
Vóór de renaissance was de wetenschap vrijwel geheel gebaseerd op een relatief klein aantal traditionele boeken en schrijvers. Dat was in de eerste plaats natuurlijk de [[Bijbel (christendom)|Bijbel]], maar daarnaast ook een aantal Griekse en Romeinse schrijvers zoals [[Plato (hoofdbetekenis)|Plato]], [[Aristoteles]] en [[Claudius Galenus|Galenus]]. Het werk van de geleerden bestond uit het geven van commentaren op deze boeken en het toepassen van deze werken op actuele situaties.
 
De humanisten vormden de eerste groep die zich tegen dit strakke corpus verzette. Ze braken niet met de traditie van het zich baseren op klassieke werken, maar stelden dat op bepaalde punten fouten zaten in de vertaling vanuit het [[Grieks]] (of voor het [[Oude Testament]] het [[Hebreeuws]]) in het [[Latijn]]. Om dit te omzeilen diende men bronnen te raadplegen die zo dicht mogelijk bij de originele tekst stonden. Latere toevoegingen en uitleggingen werden als veel minder belangrijk beschouwd. Daarnaast wilden de humanisten ook andere schrijvers en geleerden aan het gezaghebbende corpus toevoegen.
 
Maar hiermee hield de vernieuwing in de wetenschap niet op. [[Andreas Vesalius]] sneed zelf in [[Kadaver|lijken]] ter onderzoek van de [[anatomie]], en kwam tot de conclusie dat Galenus op bepaalde punten fout was geweest. [[Nicolaas Copernicus|Copernicus]] introduceerde het [[Heliocentrische theorie|heliocentrisch wereldbeeld]]. [[Galileo Galilei|Galilei]] gebruikte de [[telescoop (optica)|telescoop]] om meer over de hemel te weten te komen. [[Cartografie|Cartografen]] maakten kaarten die nauwkeuriger waren dan die van [[Claudius Ptolemaeus|Ptolemeus]], en toonden het in de oudheid onbekende [[werelddeel]] [[Nieuwe Wereld|Amerika]].
 
Desondanks was de invloed van de renaissance op het ontstaan van de [[wetenschappelijke methode|moderne wetenschap]] niet alleen bepalend geweest. De wortels daarvan moeten al eerder bij de [[wetenschap in de middeleeuwen|middeleeuwse wetenschap]] en de [[middeleeuwse universiteiten]] gezocht worden die, in tegenstelling tot wat vaak gedacht wordt, veel aanzetten gaven tot kritisch onderzoek en nieuwe theorievorming bevorderden.
 
== Beeldende kunst en architectuur ==
{{Zie hoofdartikel|Renaissancerenaissance (stijlperiode)}}
Het woord 'renaissance' duidt zowel een periode, een culturele beweging als een bepaalde stijl aan. Lang niet alle kunst die ten tijde van de Renaissance werd geproduceerd vertoont de stijlkenmerken van 'typische renaissancekunst'.<br />
Ons beeld van de renaissance wordt nog altijd in hoge mate bepaald door het werk van de Italiaanse kunstenaars uit de hoogrenaissance. De belangrijkste meesters waren Leonardo da Vinci, Michelangelo, Rafaël, Donato Bramante, [[Giorgione]] en Titiaan.
 
=== Kunstpatronage ===
{{Zie hoofdartikel|Kunstpatronage tijdens de renaissance}}
Kunstpatronage of kunstmecenaat verwijst naar de contractuele relatie tussen een kunstenaar en zijn cliënt tijdens de renaissance, waarbij de welstellende patroon de financiële en sociale voorwaarden creëert voor de uitvoering van het kunstwerk. De vraag naar kunstwerken tijdens de renaissance werd vooral geregeld door opdrachten van rijke religieuze instellingen en particulieren die op deze manier hun vroomheid wilden tonen. De belangrijkste van de Florentijnse patroons waren de Medici, die een groep van dichters, filosofen en kunstenaars onder hun hoede namen. Om aan de grote vraag en de uitgebreidheid van deze opdrachten te kunnen voldoen, werden gespecialiseerde ateliers opgericht voor de productie van beeldhouwwerken, stucwerk, fresco's, olieverfschilderijen en andere [[decoraties]].
 
=== Schilderkunst ===
[[Bestand:Benozzo Gozzoli, Cappella dei Magi, le tre sorelle di Lorenzo.jpg|thumb|[[Benozzo Gozzoli]]: "''De tocht van de drie koningen"'' (detail), [[Palazzo Medici-Riccardi]], Florence.<br />De [[Medici]] lieten zich te midden van een groot gevolg afbeelden als de drie koningen op weg naar het [[Jezus (traditioneel-christelijk)|Christuskind]]. Te paard zitten drie zusters van [[Lorenzo I de' Medici|Lorenzo de Medici]].]]
De [[schilderkunst]] in renaissancestijl kan worden onderverdeeld in:
* [[vroege renaissance]]
Regel 240 ⟶ 239:
Tussen hoogrenaissance en maniërisme is in Italië duidelijk een stijlbreuk waarneembaar.
 
Terwijl in de beeldhouwkunst duidelijk de invloed blijkt van Griekse en Romeinse sculpturen, is dit bij de schilderkunst niet het geval. Dit kon ook niet, want de Italianen hadden van de schilderkunst geen antieke voorbeelden beschikbaar om zich aan te spiegelen. Pas door de opgraving van [[Pompeï]] in de [[18eachttiende eeuw]] werden fresco's daterend uit de oudheid bekend. Aan die Romeinse wandschilderingen in Pompeï is trouwens te merken dat zij de theorie van het [[perspectief (schilderkunst)|schilderkunst]] niet zo ver ontwikkeld hadden of beheersten als de kunstenaars in de renaissance.
 
Vaak wordt het werk van de kunstenaar [[Giotto di Bondone|Giotto]] (1266/7-1337) uit Florence als het begin van de renaissance gezien. Giotto maakte fresco's die een [[illusie]] schiepen die al eeuwen niet gemaakt was, de illusie van de ruimte op een plat oppervlak. Als we kijken naar een van zijn fresco's in de Cappella degli Scrovegni in [[Padua (stad)|Padua]] (Noord-Italië), ''fides'' gemaakt omstreeks 1306, dan lijkt het net of we naar een beeldhouwwerk kijken, een [[gotisch (bouwkunst)|gotisch beeldhouwwerk]]. Deze illusie wordt onder andere versterkt door het toegepaste [[lijnperspectief|verkort]] in de arm en de [[modellering]] van het gezicht en het gewaad.<br />
Giotto paste niet zomaar een bepaalde techniek toe. Het was zijn bedoeling een geheel nieuwe en eigen voorstelling te schilderen, zoals hij voor ogen had dat het gebeurd moest zijn. Hij doorbrak de traditie van overname, van schilderingen als Bijbel voor de ongeletterden. Een ander uniek element van Giotto is het feit dat zijn naam bekend is. Tot ver in zijn tijd waren kunstenaars niet bij naam bekend. Het was een ambacht, dat je als je dagelijkse werk vooral anoniem uitvoerde.
 
Regel 248 ⟶ 247:
 
Door economische vooruitgang was het mogelijk realistische schilderijen te laten maken. Deze schilderijen waren kostbaar omdat het veel tijd kostte om ze te maken.<br />
De renaissance in Italië kent een groot aantal artistieke hoogtepunten. Het zijn tijden van opvallende technische inventiviteit; de [[olieverf]]techniek - ontwikkeld in de Nederlanden - werd uitgewerkt tot haar ultieme verfijning. [[Houtsnede]] en [[kopergravure]] zijn veelgebruikte nieuwe technieken; er is de [[boekdrukkunst]] en het wiskundig en [[esthetica|esthetisch]] uitwerken van het [[lijnperspectiefLijnperspectief|lineair perspectief]].<br />
In Italië werden verschillende technieken van schilderen toegepast. Olieverf werd vooral gebruikt voor losse schilderijen en [[altaarstuk]]ken. Kerken en paleizen werden verfraaid met [[muurschildering]]en. Vaak waren dit [[Fresco (schilderterm)|fresco's]]. Bij deze techniek worden de pigmenten aangebracht op de [[pleisterPleister (bouw)|kalkpleisterlaag]] terwijl deze nog nat is.
 
Het leeuwendeel van de kunstuitingen behandelde een religieus thema, maar de vraag naar wereldse en klassieke onderwerpen nam toe. Sommige kunstenaars combineerden de twee levenssferen in één kunstwerk. Een zeer geslaagd voorbeeld hiervan zijn de fresco's die [[Benozzo Gozzoli]] schilderde voor zijn opdrachtgevers, de Medici, in het [[Palazzo Medici-Riccardi]]. De elite wenste dikwijls belangrijke gebeurtenissen, zoals een veldslag, vast te laten leggen. Ook een meester van de hoogrenaissance alszoals Rafaël schilderde vele [[madonnaMadonna (kunst)|madonna's]]. Uitzonderlijk was een schilder als [[Giorgione]] († 1510), die bij voorkeur landschappen schilderde.<br />
In het noorden ontstond er vooral vraag naar goedgelijkende [[portret]]ten. Het portret en het familieportret zijn de nieuwe [[genreschildergenre (schilderkunst)|genres]] van de zestiende-eeuwse schilderkunst. In de Lage Landen veranderden de onderwerpen naar alledag.
 
Wat ook heel kenmerkend was voor de renaissance was het feit dat door het opkomende individualisme de werken gesigneerd werden. In de [[romaans (architectuur)|romaanse]] en gotische kunst werd dit nooit gedaan, vanwege het feit dat men vond dat de kunstenaar het werk deed ter ere van God en niet in de naam van zichzelf.
 
Belangrijke kunstschilders[[kunstschilder]]s ten tijde van de renaissance waren:
{|
|-
Regel 288 ⟶ 287:
In de [[beeldhouwkunst]] komen een aantal innovaties voor, types als de [[buste (kunst)|portretbuste]] en het [[ruiterstandbeeld]] die rechtstreeks werden overgenomen van de [[klassieke oudheid]].
 
De beeldhouwkunst van de renaissance laat men doorgaans beginnen in 1403 met de beroemde wedstrijd voor de bronzen deuren van het [[Baptisterium (Florence)|Baptisterium]] San Giovanni waarvoor beeldhouwers modelontwerpen konden indienen. De deur van de winnaar, [[Lorenzo Ghiberti]], bestaat nog steeds, alsook die van [[Filippo Brunelleschi]]. Nog prachtiger exemplaren (“De''De poorten naar het Paradijs” Paradijs'', gebeeldhouwd in de periode 1425-1452), maakte Ghiberti voor een oostelijk portaal.
 
Ghiberti's vroegere assistent [[Donatello (hoofdbetekenis)|Donatello]] ontwierp reliëfs en is de schepper van een ''David'' in marmer (1408-1409) en brons (jaren 1440), en van het ruiterstandbeeld van Gattamelata. Later werd [[Andrea del Verrocchio]] bekend om zijn ruiterstandbeeld van Bartolomeo Colleoni in Venetië. Zijn leerling [[Leonardo da Vinci]] ontwierp in 1482 in Milaan een paardsculptuur, maar het kleimodel van meer dan 7zeven meter werd in 1499 verwoest door Franse boogschutters, en daarna slaagde hij er niet meer in om grote sculpturale opdrachten af te krijgen.
 
Net zoals voor andere beeldende kunsten zorgde de staat voor patronage en gaven machtshebbers opdrachten ter verfraaiing van hun steden, paleizen en huizen. Openbare monumenten in historische stadscentra uit deze periode kunnen nu nog steeds worden bewonderd.
 
De gebeeldhouwde buste werd rond 1450 populair in Italië omstreeks 1450 dankzij de Napolitaanse [[Francesco Laurana]] die zich specialiseerde in jonge vrouwen in meditatieve poses, terwijl kunstenaars als [[Antonio Rossellino]] vaak zakenmannen en notabelen uitbeeldden. [[Pisanello]] was de kunstenaar die een vraag creëerde naar fraaie portretmedaillons. [[Michelangelo Buonarroti|Michelangelo]] was als beeldhouwer actief van ongeveer 1500 tot 1520, en meesterwerken als ''David'', ''Pietà'', ''Mozes'', sculpturen voor het graf van [[Pauspaus Julius II]] en de Medicikapel vormden een bron van inspiratie voor latere beeldhouwers.
 
<gallery widths="175px" heights="175px">
Bestand:Ghiberti-porta.jpg|[[Lorenzo Ghiberti]], het ''Het Offer van Isaac'', paneel op de deuren van het [[baptisteriumBaptisterium (Florence)|baptisteriumBaptisterium]] in Florence
Bestand:Cantoria Della Robbia OPA Florence 6.jpg|[[Luca della Robbia]], detail van ''Cantoria'', ca. 1438, Museo dell'Opera del Duomo in Florence
Bestand:Florence - David by Donatello.jpg|[[Donatello]], ''[[David (Donatello)|David van Donatello]]'' ca. 1440, Bargello Museum, Florence
Bestand:Firenze.PalVecchio.Donatello.JPG|[[Donatello]], ''Judith en Holofernes'', ca. 1460, [[Palazzo Vecchio]], Florence
Bestand:Francesco Laurana pushkin.jpg|[[Francesco Laurana]], vrouwelijke buste
Bestand:Verrochioorsanmichelle.jpg|[[Verrocchio]], ''Ongelovige Thomas'', 1467–83, [[Orsanmichele]], [[Florence (stad)|Florence]]
Bestand:Michelangelos David.jpg|[[Michelangelo Buonarroti|Michelangelo]], ''[[David (Michelangelo)|David]]'', ca. 1504, [[Galleria dell'Accademia (Florence)|Galleria dell'Accademia]], Florence
Bestand:Dying slave Louvre MR 1590.jpg|[[Michelangelo Buonarroti|Michelangelo]], ''Stervende slaaf'', ca. 1513–1516
Regel 309 ⟶ 308:
=== Architectuur ===
{{Zie hoofdartikel|Renaissancearchitectuur}}
Florence nam ook in de [[architectuur]] het voortouw. Geïnspireerd door de humanisten wilden de Florentijnse architecten hun omgeving veranderen naar het voorbeeld van de 'ideale stad'. Kerkelijke en burgerlijke weldoeners maakten dit mogelijk. Net als de wetenschappers uit hun tijd zochten de Florentijnse bouwmeesters van de 15evijftiende eeuw inspiratie bij de bouwwerken van de klassieke oudheid. [[Filippo Brunelleschi]] was waarschijnlijk de eerste humanistische architect. Hij paste de klassieke theorieën toe op het [[Ospedale degli Innocenti]] (=Vondelingenhuis) in Florence. Dit gebouw wordt beschouwd als het eerste renaissancistische gebouw van de stad.
 
In de [[architectuur]] moesten de gebouwen van de voorbije eeuwen plaatsmaken voor nieuwbouw: [[Constantijn de Grote|Constantijns]] hoofdkerk boven [[Petrus (hoofdbetekenis)|Petrus]]' graf werd vervangen door een nieuwe kerk. De hernieuwde belangstelling voor de vormentaal van de oudheid springt vooral in de [[architectuur]] in het oog. Men bestudeerde de verhandeling van de Romein [[Vitruvius (architect)|Vitruvius]] en mat antieke gebouwen op om zich vertrouwd te maken met de 'taal' van die architectuur (met vormen zoals [[Fronton (bouwkunde)|frontons]], [[Cymatium|eierlijsten]], [[Dorische orde|Dorische]], [[Ionische orde|Ionische]], [[Korinthische orde|Korinthische]] zuilen; met de 'grammatica', de regels voor het bijeenvoegen van de onderdelen).
 
Behalve de al genoemde Filippo Brunelleschi werkten ook andere Italiaanse architecten in de nieuwe bouwstijl. De bekendsten zijn [[Donato Bramante]] en [[Andrea Palladio]].
 
Enkele voorbeelden van tijdens de renaissance gebouwde [[opstal (bouwwerk)|bouwwerken]] zijn:
Regel 335 ⟶ 334:
* [[Galeazzo Alessi]]
* [[Bartolomeo Ammanati]] (1511-1592)
* [[Donato Bramante|Bramante]] (1444-1514)
* [[Filippo Brunelleschi]] (1377-1446)
* [[Philibert Delorme]]
* [[Pierre Lescot]]
* [[Michelangelo Buonarroti|Michelangelo]] (1475-1564)
* [[Michelozzo]] (1396-1472)
|valign="top"|
* [[Andrea Palladio]] (1508-1580)
* [[Rafaël Santi|Rafaël]]<ref>Na de dood van Bramante in 1514 werd hij benoemd tot architect van de nieuwe [[Sint-Pietersbasiliek]]. Het grootste deel van zijn werk is veranderd of na zijn dood gesloopt na aanvaarding van Michelangelo's ontwerp. Slechts enkele van zijn tekeningen zijn overgebleven.</ref> (1483-1520)
* [[Antonio da Sangallo]] (1483-1546)
* [[Giuliano da Sangallo]](1445-1516)
Regel 349 ⟶ 348:
* [[Santi Gucci]] (1530-1600)
* [[Mimar Sinan]]
* [[Giorgio Vasari]] (1511-1574)
* [[Leonardo da Vinci]] (1452-1519)
|}
Regel 360 ⟶ 359:
== Muziek ==
{{Zie hoofdartikel|Renaissancemuziek}}
Renaissancemuziek is de Europese muziek geschreven tijdens de renaissance. In tegenstelling tot andere kunstvormen grijpt de renaissancemuziek niet terug op antieke voorbeelden, maar sluit ze aan op de muziek van de middeleeuwen. Het definiëren van het begin van dit muzikale tijdperk is daarom moeilijk, gezien musicologen pas begonnen zijn de kenmerken ervan vast te stellen. Gewoonlijk situeren ze de periode tussen ca.circa 1400 en ca.circa 1600. Tonale kenmerken zijn een groter gebruik van de [[tertsTerts (muziek)|terts]] - die in de middeleeuwen nog als dissonant werd gezien - en een meer uitgewerkte vocale [[polyfonie]]. Het gaat hier grotendeels om sacrale muziek, zoals de gezongen [[mis]], het [[motet]] en het [[madrigaal]]. Instrumentale muziek staat in deze tijd nog in laag aanzien, maar neemt in de zestiende eeuw gestadig in belang toe.
 
Met de opkomst van de middenklasse verhuisden meer en meer mensen naar de steden, die hun vrije tijd doorbrachten met het bijwonen van toneelstukken, concerten en ander entertainment. Op scholen werd muziekonderricht gegeven, en dankzij de uitvinding van de boekdrukkunst (ca. 1450) werden bladmuziek en methodeboeken voor luit, blokfluit en gitaar ter beschikking gesteld van de bevolking. De muziek van de renaissance bouwde voort op de polyfone ontwikkelingen van de late middeleeuwen, maar was ook een reactie tegen de complexiteit van de [[Ars nova (polyfonie)|Ars Nova]]. Dit nam de vorm aan van eenvoudiger, soepeler vloeiende melodieën en harmonieën, met minder nadruk op de zeer gestructureerde [[contrapunt]]ische composities. Daarnaast werden er ook veel nieuwe instrumenten ontwikkeld in deze periode. Te denken valt aan de [[viola da gamba]] (de voorloper van de moderne viool), de [[gitaar]], de [[Harp (tokkelinstrument)|harp]], de [[blokfluit]], de [[baroktrombone]] (de voorloper van de [[trombone]]), het [[klavecimbel]] en het [[clavichord]].
Regel 377 ⟶ 376:
 
== Dans ==
Tijdens de Renaissancerenaissance werd er een onderscheid gemaakt tussen landelijke dansen en hofdansen. Hofdansen was voor goed opgeleide dansers, terwijl andere dansen voor iedereen waren. De twee soorten (formele en vrije) dansen kwamen aan het hof voor: eerst werden hofdansen opgevoerd als schouwspel, waarna er uren door iedereen die dat wilde vrij werd gedanst. Landelijke dansen zoals de chiarantana (ook: ''chiaranzana'') bleven gedurende lange tijd populair, in het geval van de chiarantana zelfs meer dan tweehonderd jaar.
 
[[Domenico da Piacenza]] (ca. 1400–ca1400 – ca. 1470) was de dansmeester die aan de basis lag van de 15evijftiende-eeuwse danskunst in Italië. Hij werd opgevolgd door [[Antonio Cornazzano]] en [[Guglielmo Ebreo da Pesaro]], wier werken gelijkaardige passen en dansen behandelen. Enkele bekende dansen uit die periode waren de [[bassadanza]] en de [[balloBallo (dans)|ballo]] of balletti.:
*Bassadanzabassadanza: een aantal verwante dansen die tijdens de vijftiende en zestiende eeuw aan de hoven van West-Europa werden gecultiveerd, met name aan de hoven van Frankrijk en Bourgondië. De melodie bestaat uit een reeks lange noten van gelijke lengte.<ref>{{aut|Blanche M. Gangwere|Gangwere, B.M}} (2004): ''Music History during the Renaissance Period, 1425-1520:. A Documented Chronology''., Praeger</ref>
*Balloballo of balletti: vrijere vorm van dansen met variërend tempo. De melodie voor de ballo bestaat uit een aantal korte gedeelten die zo vaak kunnen worden herhaald als gewenst.
 
== Literatuur ==
Regel 387 ⟶ 386:
De uitvinding van de boekdrukkunst door Johannes Gutenberg moedigde auteurs aan om te schrijven in de eigen volkstaal in plaats van in het Grieks of Latijn. Gevolg daarvan was dat er een veel breder publiek kon worden bereikt dat zo in aanraking kwam met de ideeën van de Italiaanse renaissance. De impact en verwerking van deze ideeën verliep niet in alle Europese landen op dezelfde manier. De renaissance werd bijvoorbeeld verschillend ervaren al naargelang het een rooms-katholiek of protestants land betrof.
 
Tijdens de [[Vroegrenaissance|vroege renaissance]], vooral in Italië, richtten humanisten zich voornamelijk op de studie en vertaling van klassieke werken uit het Latijn en het Grieks. Hun bewondering voor beide culturen was zo groot, dat wat na de klassieke periode volgde door hen 'de donkere middeleeuwen' werd genoemd. Renaissanceauteurs beperkten zich echter niet tot het vertalen van antieke auteurs, maar trachtten om de methoden en stijlen van de 'Ouden' te integreren in hun eigen werk, met de bedoeling om de klassieken te evenaren en, zo mogelijk, te overtreffen ''(zie [[Translatio, imitatio en aemulatio]])''. Het primaire doel van de toenmalige literatoren was dus niet om iets geheel nieuws, origineels te creëren. In het algemeen waren zij ervan overtuigd dat de grote literaire werken als uitdrukking van definitieve morele waarden al waren geschreven in de [[klassieke oudheid]]. Tot de meest nagebootste Romeinen behoorden [[Marcus Tullius Cicero|Cicero]], [[Horatius]], [[Gaius Sallustius Crispus|Sallustius]] en [[Vergilius]]. Bij de Grieken waren vooral [[Aristoteles]], [[Homerus]], [[Plato (hoofdbetekenis)|Plato]] en [[Socrates (filosoof)|Socrates]] voorbeelden waar renaissanceauteurs naar opkeken.
 
Enkele bekende schrijvers uit de renaissance:<ref>Schrijvers als Dante en Petrarca en Boccaccio behoren tot de [[protorenaissance]] en worden hier niet vernoemd.</ref>
{|
|-
Regel 396 ⟶ 395:
* [[Matteo Maria Boiardo]] (Italië)
* [[Baldassare Castiglione]] (Italië)
* [[Miguel de Cervantes|Cervantes]] (Spanje)
* [[Desiderius Erasmus|Erasmus]] (Nederlanden)
* [[Thomas Kyd]] (Engeland)
* [[NiccolòNiccolo Machiavelli|Machiavelli]] (Italië)
* [[Christopher Marlowe]] (Engeland)
|valign="top"|
Regel 407 ⟶ 406:
* [[Thomas More|Sir Thomas More]] (Engeland)
* [[Jan van der Noot]] (Nederlanden)
* [[François Rabelais|Rabelais]] (Frankrijk)
* [[Pierre de Ronsard]] (Frankrijk)
* [[William Shakespeare|Shakespeare]] (Engeland)
* [[Philip Sidney|Sir Philip Sidney]] (Engeland)
|}
Regel 416 ⟶ 415:
[[Bestand:Europe1500.svg|{{largethumb}}|Europese staten rond 1500]]
Tussen 1450 en 1550 onderging de politieke kaart van Europa een aantal fundamentele wijzigingen. In 1453 werd [[Constantinopel]] door de [[Ottomaanse Rijk|Ottomaanse Turken]] veroverd. Van daaruit stonden de Turken voor de poorten van [[Koninkrijk Hongarije (1000-1526)|Hongarije]] en [[Centraal-Europa|Midden-Europa]]. In 1526 brachten zij bij [[Slag bij Mohács (1526)|Mohács]] de Hongaren een zware nederlaag toe.<br />
De neergang van het Byzantijnse Rijk na de [[Vierde Kruistocht]] tot aan de verovering van Constantinopel door de Turken heeft ertoe geleid dat geleerden naar Italië vluchtten en hun kennis over de cultuur van de Griekse oudheid met zich meebrachten. De kennis en ideeën uit de oudheid die in het Europa van de [[vroegeVroege middeleeuwen|vroege]] en [[hoge middeleeuwen]] zo goed als verloren was gegaan, was immers in kloosterbibliotheken in Byzantium en binnen de Arabische cultuur gedurende 1000 jaar bewaard gebleven.
 
Verder kwam er in 1453 een einde aan de [[Honderdjarige Oorlog]]. Spectaculair was de opkomst van de [[Habsburg]]ers. Zij verwierven het grootste deel van het [[Hertogdom Bourgondië|Bourgondische rijk]], dat na 1477 uiteenviel. Italië werd het strijdtoneel van de [[grote mogendheid|grootmachten]]; in 1494 vielen de Fransen het binnen, gevolgd door de Spanjaarden. Alleen [[Republiek Venetië|Venetië]] bleef in politiek opzicht een macht van betekenis. Vanaf ca.ongeveer 1520 werd de Europese politiek gedomineerd door een bijna-permanent conflict tussen Habsburg (Spanje) en [[Huis Valois|Valois]] (Frankrijk).
 
=== Heilige Roomse Rijk ===
De [[geschiedenisGeschiedenis van Duitsland|Duitstalige landen]], waaronder ook het grootste deel van de [[Lage Landen (staatkunde)|Lage Landen]], werden in deze periode omvat door het [[Heilige Roomse Rijk]], dat feitelijk uit een groot aantal staten en staatjes bestond, die alle een grote mate van zelfstandigheid bezaten. In de eerste plaats waren er de wereldlijke vorstendommen, [[hertogdom]]men en [[graafGraaf (titel)|graafschappen]]. De belangrijkste hiervan waren [[Beieren]], [[Paltsgraafschap aan de Rijn|de Palts]], Saksen en Brandenburg. Daarnaast waren er de [[prinsPrins-bisschop|prinsbisdommenPrins-bisdommen]] en [[abdijvorstendomAbdijvorstendom]]men. Een substantieel deel van het Duitse Rijk werd door geestelijken geregeerd. Tot slot waren er de [[vrije rijksstad|vrije rijkssteden]], ongeveer vijftig in getal, zoals [[Hamburg]], [[Vrije en Hanzestad Lübeck|Lübeck]], [[Vrije rijksstad Keulen|Keulen]], [[Vrijevrije stad Frankfort|Frankfort]] en [[Rijksstad Neurenberg|Neurenberg]]. De stedelijke [[territorium (afhankelijk gebied)|territoria]] waren doorgaans klein; de steden ontleenden hun invloed aan hun financiële en economische macht.
 
Het rijk was een [[kieskoninkrijk]]. In 1356 was bepaald dat de keizer voortaan door zeven [[keurvorst]]en zou worden gekozen: de [[aartsbisschop]]pen van [[Aartsbisdom Mainz|Mainz]], [[Aartsbisdom Trier|Trier]] en [[Aartsbisdom Keulen|Keulen]] en vier wereldlijke vorsten, de [[Koninkrijk Bohemen|koning van Bohemen]], de [[Paltsgraafschap aan de Rijn|Paltsgraaf aan de Rijn]], de [[Keurvorstendom Saksen (1356-1423)|hertog van Saksen]] en de [[Mark Brandenburg|markgraaf van Brandenburg]].
 
In 1440 werd [[Keizer Frederik III (1415-1493)|Frederik van Oostenrijk]], een Habsburger[[Habsburg]]er, tot keizer gekozen. In de volgende eeuwen kwamen alle keizers - op één uitzondering na - uit het geslacht Habsburg.
 
Onder [[keizer Maximiliaan I]] (1493-1519) werd een poging ondernomen om het bestuur van het [[Heilige Roomse Rijk]] te reorganiseren en te centraliseren. Daartoe werden de Duitse landen verdeeld in een tiental [[kreits]]en (=rijksdistricten). Verder werden een aantal nieuwe instellingen in het leven geroepen: het ''[[Rijkskamergerecht]]'', een centraal [[rechtbankRechtbank|gerechtshof]], en de ''[[Hofraad]]'', een adviserend lichaam op juridisch en staatkundig gebied. De macht in het Heilige Roomse Rijk bleef echter verdeeld tussen de keizer en de Duitse vorsten. Tegelijkertijd wist Maximiliaan met zijn uitgekiende [[huwelijkspolitiek]] de invloed van de Habsburgse [[dynastie]] aanzienlijk te vergroten.
 
=== Frankrijk ===
De [[lijstLijst van koningen van Frankrijk|Franse monarchie]] was ontstaan vanuit een kern rondom [[Parijs]]; in de loop van enkele eeuwen hadden de Franse koningen gaandeweg het [[kroondomein]] vergroot.<br />
Koning [[Lodewijk XI van Frankrijk|Lodewijk XI]] (1461-1483) uit het [[Huis Valois]] streefde naar een versterking van het koninklijk gezag. [[Struikroverij]] werd bestreden, het leger versterkt. De Franse monarchie was een van de machtigste van Europa: de Franse koning kon als een van de weinige vorsten [[belastingBelasting (fiscaal)|belasting]] heffen zonder daartoe toestemming te hoeven vragen aan de [[Staten-Generaal (Frankrijk)|standenvergadering]].
 
=== Spanje ===
[[Bestand:Madonna of the Catholic Monarchs.jpg|{{largethumb}}|''De Madonna van de katholieke koningen'', door de 'Meester van de Madonna van de katholieke koningen', [[Museo Nacional del Prado|Prado]], [[Madrid (stad)|Madrid]]]]
GedurendeTijdens de middeleeuwen hadden er op het [[Iberisch Schiereiland]] steeds meerdere christelijke koninkrijken naast elkaar bestaan. In de 15evijftiende eeuw waren er nog slechts vier: [[koninkrijkKoninkrijk Aragon|Aragon]], [[koninkrijkKoninkrijk Castilië|Castilië]], [[koninkrijkKoninkrijk Navarra|Navarra]] en [[koninkrijkKoninkrijk Portugal|Portugal]]. In het zuiden lag het islamitische [[koninkrijk Granada]]. Dat Aragon en Castilië samengroeiden tot het koninkrijk [[Spanje]] was in belangrijke mate het gevolg van toevalligheden.<br />
Aragon lag aan de Middellandse Zee en was daar ook in economisch opzicht op georiënteerd. In de loop van enkele eeuwen hadden zijn heersers de [[Balearen]], [[Sardinië]], [[koninkrijkKoninkrijk Sicilië|Sicilië]] en ten slotte ook het [[koninkrijk Napels]] verworven. In [[Catalonië]] werd [[Catalaans (hoofdbetekenis)|Catalaans]] gesproken, een taal die aanzienlijk verschilt van het [[Castiliaans]], waaruit het [[Spaans (hoofdbetekenis)|Spaans]] is ontstaan. Castilië was aanzienlijk groter; als gevolg van de ontdekkingsreizen verwierf het uitgestrekte gebieden in [[Amerika (continent)|Amerika]].<br />
Spanje dankt zijn ontstaan aan het huwelijk van [[Ferdinand II van Aragon|Ferdinand van Aragon]] en [[Isabella I van Castilië|Isabella van Castilië]] in 1469. De aldus verbonden koninkrijken bezaten echter geen gezamenlijke politieke of juridische instellingen. De [[Inquisitie]] was de enige gemeenschappelijke instelling.
 
De heersers werkten nauw samen met de Kerk. Spanjaarden ontleenden hun [[Identiteit (eigenheid)|identiteit]] aan het [[Christendom|christelijk geloof]]. De geschiedenis van de [[geschiedenisGeschiedenis van Spanje|Spaanse koninkrijken]] was in belangrijke mate bepaald door de [[Reconquista (Spanje)|eeuwenlange strijd tegen de moslims]]. In 1492 veroverden de christenen hun laatste bolwerk, het koninkrijk Granada. Ook nadien zetten de christenen hun [[nationalisme|expansie]]veexpansieve politiek voort: vrijwel onmiddellijk na de val van Granada vielen zij Noord-Afrika binnen.<br />
Ook de [[ontdekkingsreizen]] waren in vele opzichten een voortzetting van deze [[kruistocht]] tegen de 'ongelovigen'. De [[indianen]] in de [[Nieuwe Wereld]] werden onder dwang bekeerd tot het christelijk geloof.
 
Eeuwenlang was een substantieel deel van de Spaanse bevolking [[jodendomJodendom|joods]] of [[islamIslam (hoofdbetekenis)|islamitisch]] geweest. Na 1492 was er voor niet-christenen geen plaats meer. Vele joden en moslims gingen over tot het christendom om verdrijving te voorkomen. De nakomelingen van joden en moslims werden echter in hoge mate gewantrouwd; men beschouwde hen veelal als schijnchristenen. De [[Maranen]], christenen van joodse komaf, en [[Morisken]], christenen van islamitische komaf, werden daarom vervolgd; de Inquisitie speelde hierbij een actieve rol. Slechts door overdadige uiterlijke vroomheid kon men zich aan vervolging onttrekken.
 
Nog veel sterker dan andere Europese volkeren identificeerden Spanjaarden zich met het [[katholicisme]]. Deze geloofsijver bepaalde in hoge mate de Spaanse politiek gedurende de 16ezestiende eeuw.
 
=== Engeland ===
In Engeland maakte [[Hendrik VII van Engeland|Hendrik VII]] (1485-1509) zich met geweld meester van de macht. Daarmee kwam een einde aan de [[Rozenoorlogen]]. Dit was vooral een conflict tussen verschillende [[factie]]sfacties binnen de hoge adel geweest. Al met al was de macht van de adel ten gevolge van het conflict verzwakt, terwijl de macht van de koning was toegenomen.<br />
Het [[Tudor (dynastie)|Huis Tudor]] zou tot 1603 in Engeland regeren.
 
=== Karel V ===
De machtigste heerser van de renaissance was [[keizer Karel V]], de opvolger en kleinzoon van Maximiliaan van Oostenrijk. Als Karel I was hij de eerste koning van [[lijstLijst van koningen van Spanje|Spanje]]. Van ieder van zijn vier grootouders erfde hij uitgestrekte gebieden. Hij regeerde over de [[Habsburgse erflanden|Oostenrijkse erflanden]], de [[Habsburgse Nederlanden|Nederlanden]] en de [[Franche-Comté]], over de Spaanse koninkrijken [[Koninkrijk Castilië|Castilië]] en [[Koninkrijk Aragon|Aragon]], de Spaanse koloniën in [[Amerika (continent)|Amerika]] en delen van Italië. In 1519 werd Karel V tot [[keizer (hoofdbetekenis)|keizer]] gekozen. Sinds [[Karel de Grote]] had in West-Europa geen vorst over een rijk van een dergelijke omvang geregeerd. Met de Amerikaanse gebieden erbij geteld was de oppervlakte zelfs te vergelijken met het [[Romeinse Rijk]]. Na de nederlaag bij Mohács besloten de parlementen van Hongarije en [[Bohemen]] het koningschap aan te bieden aan Karels jongere broer [[Keizer Ferdinand I (1503-1564)|Ferdinand]]. Dit mocht overigens niet baten: het grootste deel van het koninkrijk Hongarije werd veroverd door de Turkse sultan [[Süleyman I]]. Ten gevolge van deze gebeurtenissen namen de macht en invloed van de Habsburgers in Midden-Europa aanzienlijk toe.
 
== Overzicht van de belangrijkste Europese staten rond 1500 ==
{| class="wikitable" style="float:right; margin-left: 1em; margin-bottom: 1em; width: 100%; font-size: 85%; text-align:center;"
! colspan="5" | <big>Belangrijkste Europese staten rond 1500</big><ref>De in deze tabel verwerkte gegevens zijn grotendeels ontleend aan {{Autaut|Hale,John J.R. Hale|Hale}} (2000): ''Renaissance Europe'', second edition, Blackwell Publishers, Malden (MA) enz., ppp. 244, 245.</ref>
|-style="background-color:#dcdcdc;"
| '''Naam'''
| '''Politieke structuur'''
| '''Bevolkings-'''<br />'''aantal'''<ref>Het moge duidelijk zijn dat alle gegeven bevolkingsaantallen slechts ruwe schattingen zijn. Het is niet ongewoon dat vakhistorici wat dit betreft tot uiteenlopende conclusies komen.</ref>
| '''Belangrijke steden'''<ref>De alhier vermelde steden zijn geselecteerd op basis van inwoneraantal. Ook in dit geval gaat het om schattingen. Parijs was met vermoedelijk ongeveer 225.000 inwoners de grootste stad van Europa. De bevolking van Moskou wordt geschat op 36.000. Kleinere steden worden niet vermeld. Een zestal steden met meer dan 100.000 inwoners is vet weergegeven.</ref><ref>De{{aut|Tertius gegevensChandler|Chandler, zijn ontleend aanT.}}; {{Autaut|T.Gerald Chandler enFox|Fox, G. Fox}} (1974): ''3000 yearsYears of urbanUrban growthGrowth'', Academic Press, New York, enzovoorts, p. 15.</ref>
| '''Opmerkingen'''
|-style="background-color:#fffff0;"
| [[Ottomaanse Rijk]]
| erfelijk [[sultanaat]]
| ca. ~5,5 miljoen in het Europese deel van het rijk
| '''[[Constantinopel]]''', '''[[Edirne (stad)|Adrianopel]]''', [[Skopje]], [[Thessaloniki (stad)|Thessaloniki]] en, [[Athene (stad)|Athene]]
| Het grondgebied van het rijk in Europa was ongeveer even groot als dat in Azië.
|-style="background-color:#fff8dc;"
| [[Kanaat van de Krim]]
| erfelijk [[kanKan (titel)|kanaat]]
| ?
|
Regel 477 ⟶ 476:
| [[Grootvorstendom Moskou]]
| erfelijk [[grootvorst]]endom
| ca. ~9 miljoen (zeer onzeker)
| [[Pskov]], [[Veliki Novgorod|Novgorod]] en, [[Moskou]]
| In deze periode maakten de vorsten van [[Grootvorstendom Moskou|Moskou]] zich meester van Novgorod, [[Vorstendom Tver|Tver]], [[Kirov (oblast Kirov)|Vjatka]], Pskov en [[Rjazan]].
|-style="background-color:#fff8dc;"
Regel 501 ⟶ 500:
| [[Koninkrijk Polen (1385-1569)|Polen]]
| [[kieskoninkrijk]]
| ca. ~9 miljoen<ref>Deze schatting van {{aut|John R. Hale|Hale}} is aan de hoge kant. Andere bronnen geven aantallen rond 4 miljoen inwoners.</ref>
|
|
Regel 519 ⟶ 518:
| [[Geschiedenis van Duitsland|Duitse Rijk]]
| kieskoninkrijk
| ca. ~12 miljoen
| [[Neurenberg]] (vrije [[rijksstad]]), [[Rijksstad Keulen|Keulen]] (vrije rijksstad), [[Wenen]] en, [[Metz]] (vrije rijksstad)
| Het belangrijkste deel van het [[Heilige Roomse Rijk]], in naam geregeerd door de Duitse keizer; feitelijk een verzameling semi-onafhankelijke staten.
|-style="background-color:#fffff0;"
| [[Habsburgse Nederlanden|Bourgondische Nederlanden]]
| aantal vorstendommen onder één dynastie
| ca. ~6 miljoen
| [[Brugge]], [[Gent]] en, [[Antwerpen (stad)|Antwerpen]]
| Ontstaan uit Franse lenen; in naam een deel van het Heilige Roomse Rijk; verbonden met de [[Franche-Comté]].
|-style="background-color:#fff8dc;"
| [[Oude Eedgenootschap|Zwitserland]]
| [[Bondsstaat|federatie]] van 11 [[kantonKanton (bestuur)|kantons]]
| ca. ~750.000
|
| In naam een deel van het Heilige Roomse Rijk; ''de facto'' onafhankelijk.
Regel 549 ⟶ 548:
| [[Geschiedenis van Zweden|Zweden]]
| kieskoninkrijk
| ca. ~800.000
|
| Op grond van de Unie van Kalmar (1397) verbonden met Denemarken; intern conflict tussen een pro-Deense en anti-Deense partij.
Regel 561 ⟶ 560:
| [[Republiek Venetië|Venetië]]
| [[republiek]]
| ca. ~1,5 miljoen
| '''[[Venetië (stad)|Venetië]]''', [[Brescia (stad)|Brescia]] en, [[Verona (stad)|Verona]]
| Venetië bezat een uitgestrekt overzees rijk, dat een deel van [[Dalmatië (regio)|Dalmatië]], [[Korfoe (eiland)|Korfoe]], [[Kreta]], [[Cyprus (eiland)|Cyprus]] en delen van zuidelijk Griekenland omvatte.
|-style="background-color:#fff8dc;"
| [[Hertogdom Milaan|Milaan]]
| [[hertogdom]]
| ca. ~1,25 miljoen
| '''[[Milaan (stad)|Milaan]]''' en, [[Cremona (stad)|Cremona]]
|
|-style="background-color:#fffff0;"
| [[Florence (republiek)|Florence]]
| republiek
| ca. ~750.000
| [[Florence (stad)|Florence]]
|
Regel 579 ⟶ 578:
| [[Kerkelijke Staat]]
| geestelijk vorstendom
| ca. ~2 miljoen
| [[Bologna (stad)|Bologna]], [[Rome (stad)|Rome]]
| Geregeerd door de [[paus (hoofdbetekenis)|paus]], het gekozen hoofd van de [[Rooms-Katholieke Kerk|katholieke Kerk]].
Regel 585 ⟶ 584:
| [[Koninkrijk Napels|Napels]]
| erfelijke [[monarchie]]
| ca. ~2 miljoen
| '''[[Napels (stad)|Napels]]'''
|
Regel 632 ⟶ 631:
|-style="background-color:#fffff0;"
| [[Hertogdom Mantua|Mantua]]
| [[markies (titel)|markgraafschap]]
| ?
|
Regel 645 ⟶ 644:
| [[Aragon (koninkrijk)|Aragon]]
| erfelijke monarchie
| ca. ~1 miljoen
| [[Valencia (stad)|Valencia]]
| Sinds 1479 werden Aragon en Castilië gezamenlijk geregeerd.
Regel 651 ⟶ 650:
| [[Koninkrijk Castilië|Castilië]]
| erfelijke monarchie
| ca. ~6,5 miljoen
| [[Granada (stad)|Granada]], [[Sevilla (stad)|Sevilla]], [[Valladolid (Spanje)|Valladolid]] en, [[Toledo (Spanje)|Toledo]]
| Sinds 1479 werden Aragon en Castilië gezamenlijk geregeerd.
|-style="background-color:#fffff0;"
| [[Koninkrijk Portugal|Portugal]]
| erfelijke monarchie
| ca. ~1 miljoen
| [[Lissabon]]
|
Regel 669 ⟶ 668:
| [[Geschiedenis van Frankrijk|Frankrijk]]
| erfelijke monarchie
| ca. ~16 miljoen
| '''[[Parijs]]''', [[Lyon]], [[Rouen]], [[Tours (Indre-et-Loire)|Tours]], [[Marseille]] en, [[Toulouse (stad)|Toulouse]]
|
|-style="background-color:#fff8dc;"
| [[Geschiedenis van Engeland|Engeland]]
| erfelijke monarchie
| ca. ~3 miljoen
| [[Londen]]
|
Regel 696 ⟶ 695:
 
== Bibliografie ==
* {{Autaut|Robert Cumming|Cumming, R.}} (2005): ''Art'', Dorling Kindersley, Londen/New York, enzovoorts
* {{Autaut|Norman Davies|Davies, N.}} (1997): ''Europe,. A History'', Pimlico, Londen
* {{Autaut|Frederic Delouche|Delouche, F.}} (red.)}} (1992): ''Geschiedenis van Europa'', Malmberg - Van In, Lier/Den Bosch
* {{Autaut|John R. Hale|Hale, J.R.}} (2000): ''Renaissance Europe 1480 - 1520'', second edition, Blackwell Publishers, Malden (MA), enzovoorts
* {{Autaut|Huub Jansen|Jansen, H.P.H.}} (1981): ''Geschiedenis van de Middeleeuwen'', derde druk, Uitgeverij Het Spectrum, Utrecht/Antwerpen
* {{Autaut|David Nicholas|Nicholas, D.}} (1999): ''The transformationTransformation of Europe 1300-1600'', Arnold, London,Bloomsbury enzovoortsAcademic
* {{Autaut|Robert Roswell Palmer|Palmer, R.R.,}}; {{aut|Joel Colton|Colton, J.G.}}; en{{aut|Lloyd Kramer|Kramer, L.}} (2007): ''A historyHistory of the modernModern worldWorld'', 10e editie, McGraw-Hill, Boston, enzovoorts
* {{Autaut|Daniel Roorda|Roorda, D.J.,}}; {{aut|Jan Wim Buisman|Buisman, J.W.,}}; {{aut|Jan Erik Burger|Burger, J.E.J.M. ''et al.''}} (1983): ''Overzicht van de nieuwe geschiedenis. De algemene geschiedenis van het einde der middeleeuwen tot 1870'', Wolters-Noordhoff, Groningen
* {{Autaut|David Rundle|Rundle, DavidD.}} (red.)}} (1999): ''The Hutchinson Encyclopedia Ofof Thethe Renaissance'', Westview Press
 
== Noten ==
Regel 710 ⟶ 709:
 
== Externe links ==
* {{en}}[http://www.artcyclopedia.com/history/early-renaissance.html Chronologische lijst van kunstenaars uit de vroegrenaissancevroege renaissance met veel links]
* {{en}}[http://www.artcyclopedia.com/history/high-renaissance.html Chronologische lijst van kunstenaars uit de hoogrenaissancehoog-renaissance]
 
{{Commonscat|Renaissance}}