Grote mogendheid: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
HanhilBot (overleg | bijdragen)
k dp linkfix
AGL (overleg | bijdragen)
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 21:
Vier landen waren derhalve verdwenen uit het rijtje en hielden op grote mogendheden te zijn: Duitsland, Oostenrijk-Hongarije, Rusland (de Sovjet-Unie) en het Ottomaanse Rijk. In al deze landen was de regering gevallen en chaos uitgebroken; bovendien werden ze buiten de vredesbesprekingen gehouden en waren Oostenrijk-Hongarije en het Ottomaanse Rijk uiteengevallen. De Sovjet-Unie zou zich in de jaren '20 en '30 economisch en militair herstellen maar bleef diplomatiek geisoleerd. Ook Duitsland maakte onder Hitler in 1933 een kortstondig herstel door; het diplomatieke isolement werd gebroken, het leger en de economie werden hersteld, en de Volksduitsers en nazistische en fascistische partijen in het buitenland vormden een bron van soft power. In 1939 zou Duitsland zich echter met Italië en Japan in een nieuwe oorlog storten, en het verlies hiervan kostte het voorlopig de status van grote mogendheid.
 
Na de [[Tweede Wereldoorlog]] in [[1945]], werden de Verenigde Staten, de [[Sovjet-Unie]], het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk en de [[Volksrepubliekvolksrepubliek China]] de grote mogendheden met permanente zetels en het recht van veto in de [[Veiligheidsraad van de Verenigde Naties]]. In 1945 waren de Verenigde Staten met een ongeschonden territorium en demografie, wereldwijd de grootste economie, de enige staat met kernwapens en een positief beeld als 'kampioen van de vrije wereld', met afstand de belangrijkste grote mogendheid. Instituten als het IMF en de Wereldbank werden door de VS gedomineerd. De Sovjet-Unie stond met een gehavende economie en demografie op achterstand maar haalde deze snel in door herstel van de industrie, het ontwikkelen van eigen kernwapens, een groot moderniserend en beter geleid leger, een gordel van satellietstaten, en het imago van het communisme als bevrijding voor de armen en verdrukten.
 
Grote mogendheden worden vaak geassocieerd met het vertoon van macht door bepaalde technologie, zoals de [[dreadnought (scheepstype)|''Dreadnoughts'']] of [[kernwapen]]s. Een groot defensief infanterieleger, zoals de Chinezen hadden tijdens het tijdperk van de Europese dominantie, was niet in staat om macht tentoon te spreiden buiten de eigen regio. Zelfs het Amerikaanse leger en de marine waren ten tijde van de [[Amerikaanse Burgeroorlog]] onvoldoende, omdat ze geen zeegaande [[Slagschip|slagschepen]] hadden. Rijkdom kon een militaire factor zijn. Groot-Brittannië was niet in staat om snel een groot leger te mobiliseren, maar was in staat om zijn bondgenoten te financieren tijdens de [[Napoleontischenapoleontische oorlogen]].
 
Van het [[Congres van Berlijn]], een vredesconferentie voor een relatief kleine oorlog, maakten [[Turkije]] en Italië deel uit. Internationale vergaderingen, die ontstonden in de tweede helft van de negentiende eeuw, dienden ook om de positie van grote mogendheid aan te geven bij het ontbreken van vredesconferenties na oorlogen, zoals de [[Koloniale Conferentie van Berlijn]].