Middeleeuwse universiteit: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
afbeelding
k Link naar doorverwijspagina Oxford gewijzigd in Oxford (Verenigd Koninkrijk) met DisamAssist.
Regel 10:
Na de [[Gregorius de Grote|Gregoriaanse hervorming]] van de [[canoniek recht|canonwet]] en de verplicht gestelde studie van de [[sacrament]]en in de vroege middeleeuwen, vormden de bisschoppen ''[[kathedraalschool|kathedraalscholen]]'' om de geestelijkheid in deze canonwet, maar ook in de meer seculaire aspecten van kerkbeleid, met inbegrip van [[logica]] en [[retorica]] op te leiden voor gebruik bij het [[preek|preken]] en theologische besprekingen, en om de financiën van hun bisdom effectiever te controleren. Vaak werden op de kathedraalscholen de [[zeven vrije kunsten]] onderwezen. In het begin kwam dit alleen de geestelijkheid ten goede en waren er nauwelijks 'leken' op deze scholen te vinden. De leken waren meestal van adel. Omdat het Grieks na de volksverhuizing niet meer werd gesproken en Griekse teksten verloren waren geraakt, moest men om bijvoorbeeld de [[Antieke filosofie|Griekse filosofie]] wilde bestuderen, naar leerscholen in [[Constantinopel]] zoals de zogenaamde [[universiteit van Constantinopel]] wat als een vroege voorloper van de moderne universiteit beschouwd kan worden. Bekender zijn de islamitische universiteiten, zoals die in [[Córdoba (Spanje)|Córdoba]] en [[Granada (stad)|Granada]] waar veel (West-)Europese geleerden en studenten studeerden. Bekend waren de [[Utrechtse kathedraalschool]], maar ook kathedraalscholen in Parijs, Reims, Chartres, Orléans en later Olso. De kathedraalscholen waren voorlopers van de universiteiten.
 
Met de stijgende professionalisering van de maatschappij tijdens de 12e en [[13e eeuw]], groeide echter naast de vraag voor een beter opgeleide geestelijkheid ook de vraag naar beter opgeleide mensen die het ingewikkelder wordende overheidsapparaat moesten bemannen. Ook de toenemende [[Handel (economie)|handel]] vereiste opleidingen in [[administratie]]ve vaardigheden als [[wiskunde|rekenkunde]] en [[Boekhouding|boekhouden]]. Leren werd een essentiële voorwaarde om vooruit te komen in de geestelijke en wereldlijke hiërarchie, en leraren kregen hierdoor langzamerhand steeds meer prestige. Al snel overtrof de vraag naar onderwijs de capaciteit van de kathedraalscholen, die hoofdzakelijk door één leraar, de ''[[scholaster]]'', werden geleid. Bovendien namen de spanningen tussen de studenten van kathedraalscholen en de burgers in kleinere steden toe. Zo migreerden veel kathedraalscholen naar grote steden, zoals [[Parijs]], [[Oxford (Verenigd Koninkrijk)|Oxford]] en [[Bologna (stad)|Bologna]] en ontwikkelden zich tot de eerste universiteiten die niet meer specifiek op de opleiding van de geestelijkheid waren ingesteld, maar ook op de opleiding van andere geïnteresseerden. Het instituut van de universiteit verspreidde zich snel door heel [[Europa (continent)|Europa]] door de steeds toenemende vraag naar goed opgeleiden. Een sterke stimulans was ook dat de aristocratie en rijke kooplieden de universiteiten inmiddels financieel ondersteunden. De [[Universiteit Leuven (1425-1797)|Leuvense universiteit]] (1425) was de eerste in de Nederlanden, die als [[KU Leuven]] trouwens nog steeds actief is.
 
== Onderricht ==