Landbouw in de Sovjet-Unie: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
k Fix parameters
AGL (overleg | bijdragen)
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 16:
Na de oorlog moesten grote hoeveelheden boerderijen worden herbouwd. Tegen het einde van de jaren 40 was dit werk grotendeels voltooid en raakte de productie weer op vooroorlogs peil. Door een toenemende mechanisatie slaagde Stalin erin de productie verder te verhogen.
 
In 1953 stierf Stalin en werd vervangen voor [[Nikita ChroestsjovChroesjtsjov]]. Hij wilde de landbouwproductie fors verhogen, onder andere door meer [[maïs]] te telen en meer gronden (vooral in [[Kazachstan]]) te cultiveren (de [[maagdelijke-grondencampagne]]). Beide plannen mislukten echter: voor de maïs werd er voor onvoldoende sproeistoffen gezorgd en de cultivatie van de gronden in Kazachstan zorgden enkel voor de inkrimping van het [[Aralmeer]] en de verdwijning van de laag vruchtbare grond: er waren te weinig bomen geplant, waardoor de wind op de grote vlakten vrij spel kreeg, de grond waaide hierdoor weg. Chroestsjov verlegde de focus meer en meer van kolchozen naar sovchozen: hij zag grote landerijen in Amerikaanse stijl voor zich met eigen tractoren en machinerie. Ondanks al zijn inspanningen slaagde Chroestsjov er niet in de landbouwproductie voldoende te verhogen.
 
De eerste jaren onder [[Leonid Brezjnev]] betekenden een korte opleving voor de landbouw: in de periode 1966–1970 verdubbelde bijvoorbeeld de export van graan. In de periode 1971–1975 moest men echter 14.5 miljoen ton graan importeren door tegenvallende oogsten. Vanaf de jaren 80 werd er steeds minder voedsel geproduceerd, onder andere door veroudering van de machines. Het kwam zover dat men in [[1989]] net als in de oorlog rantsoenen moest invoeren.
Regel 59:
}}
 
[[Categorie:Economie van de Sovjet-Unie]]