Grote Sprong Voorwaarts: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Regel 14:
Ook het diepploegen van Lysenko-aanhanger [[Terentij Maltsev]] werd ingevoerd. In plaats van de gebruikelijke ploegdiepte van 15 tot 20 cm werd nu geploegd met een diepte van 1,0m of 1,5m. De theorie van Maltsev was dat de meest vruchtbare grond het meest diep zat en dat het diepploegen zou zorgen dat de wortels van de planten sterker werden. Het diepploegen had echter tot gevolg dat stenen en onvruchtbaar grond naar boven werden geploegd, waardoor de vruchtbare toplaag werd begraven. Meer percelen werden [[braak (gronden)|braak]] gelaten omdat volgens theorieën van Lysenko-aanhangers het concentreren van mest op de meest vruchtbare gronden zou leiden tot een veel grotere oogst. Deze ongeteste technieken leidden tot een lagere graanproductie. Lokale bestuurders werden bewogen om hogere cijfers van de graanproductie aan hun politieke oversten door te geven.<ref>William H. Hinton: Shenfan: The Continuing Revolution in a Chinese Village; 1984; blz. 236–245.</ref>
 
In augustus 1958 werd besloten door Mao dat de [[Staal (legering)|staalproductie]] verdubbeld moest worden binnen een jaar naar 10,7 miljoen ton staal. Het uiteindelijke doel was een staalproductie van 30 miljoen ton per jaar. Dit moest verwezenlijkt worden door het gebruik van kleine staalovens in de achtertuinen van volkscommunes. Om aan de quota’s te voldoen, werd veel energie gestoken in het produceren van staal uit oud ijzer. Voor brandstof voor de staalovens werden grootschalig bomen gekapt en hout gebruikt van deuren en meubels. Potten, pannen, landbouwwerktuigen, haarspelden, spijkers, scharnieren en andere metalen voorwerpen werden in beslag genomen om te dienen als [[Schroot (metaal)|schroot]] voor de ovens om aan de hoge quota’s te voldoen. Boeren moesten steeds meer tijd en arbeid stoppen in de staalproductie in plaats van landbouw. De kwaliteit van dehet staal was zeer slecht door het gebruik van schrootijzer en de inefficiëntie van kleine staalovens. Het overgrote deel van de opbrengst bestond uit [[ruwijzer]], dat wil zeggen zeer bros, slecht buigbaar en onbruikbaar ijzer. Miljoenen boeren werden bevolen om in de industrie te werken om de staalproductie te verhogen. Dit leidde tot minder arbeidskrachten dat voor de landbouw werd ingezet.<ref>Li Zhi-Sui: The Private Life of Chairman Mao; 2011; ISBN 978-0-307-79139-9; blz. 272–278.</ref>
 
Mao lanceerde in deze jaren een groot aantal subcampagnes zoals de bekende Grote Mussencampagne (Chinees: 打麻雀运动; [[pinyin]]: Dǎ Máquè Yùndòng; Engels: ''the Great Sparrow campaign'') om alle [[mussen]] te doden als een van de ''Vier Plagen''-campagnes (tegen respectievelijk ratten, vliegen, muskieten en mussen) omdat deze de schuld kregen van de partij van de voedseltekorten.