Londens kabinet: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Regel 23:
Omdat er geen parlement was waren er geen [[Nederlandse wetgeving|wetten in formele zin]], alleen [[Koninklijk Besluit|Koninklijke Besluiten]]. Op grond van subjectief staatsnoodrecht (dat wil zeggen niet geregeld in de Grondwet) konden deze kracht van wet hebben, dus zaken regelen die in normale tijden alleen bij wet geregeld kunnen worden. Zulke besluiten werden '''wetsbesluiten''' genoemd. De [[Hoge Raad der Nederlanden|Hoge Raad]] heeft na de oorlog beslist dat deze geldig waren.
 
Wetsbesluit A1 bepaalde dat de Nederlandse staat tijdelijk eigenaar zou worden van buitenlandse tegoeden en bezittingen van personen en bedrijven die in het bezette Nederland waren gevestigd, waardoor deze niet gedwongen konden worden tegoeden, verkoopopbrengsten, e.d. naar een tussenpersoon in een neutraal land over te maken die deze naar de bezetter zou doorsluizen. De neutrale Europese staten, met name [[Zwitserland]], hielden zich hier in het algemeen niet aan. De [[Verenigde Staten]] (VS) daarentegen hadhadden door middel van [[Executive Order 8389]] ook al tegoeden in de VS uit bezette gebieden bevroren.
 
Het ''Besluit bezettingsmaatregelen'' (Stb. E 93) van 17 september 1944 bevatte een lijst A van regelingen die geacht werden nooit te hebben bestaan (ze vervielen met terugwerkende kracht, ze waren [[nietig]]), een lijst B van regelingen die bij de [[bevrijding]] vervielen, en een lijst C van regelingen die voorlopig werden gehandhaafd. Zie ook de [[gehandhaafde wetten van de Duitse bezetter]]. Het ''Besluit Herstel Rechtsverkeer'' (Stb. E 100) operationaliseerde de terugwerkende kracht van de regelingen op lijst A. Op lijst A stonden onder meer diverse anti-joodse regelingen, zoals de beide [[Lippmann, Rosenthal & Co. (Sarphatistraat)|Liro]]-verordeningen. Regelingen van lagere organen zoals provincies en gemeenten werden net als die op lijst C voorlopig gehandhaafd.