Saturnus I: verschil tussen versies

Historische Amerikaanse draagraket
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
→‎Rakettrappen: Vreemd dat dit artikel nog niet bestond. Voel je vrij om het aan te vullen en te verbeteren.
Labels: Bewerking via mobiel Bewerking via mobiele website
(geen verschil)

Versie van 4 feb 2019 03:11

De Saturnus I was een Amerikaanse draagraket die vanaf 1957 onder het Large Booster Program van het Army Ballistic Missile Agency (ABMA) en NASA onder leiding van Werner von Braun werd ontwikkeld en in de voorbereidende fase van het Apolloprogramma een belangrijke rol in de ruimtewedloop speelde. De Saturnus I was bij zijn introductie de krachtigste draagraket op aarde en was geschikt om vrachten tot 9.070 kilogram in een lage baan om de aarde te brengen en tot 2.220 kilogram in een baan naar de Maan. Het was de eerste raket uit de Saturnus reeks waartoe ook de Saturnus IB en de Saturnus V behoren. Alle tien ondernomen lanceringen waren succesvol.

De ontwikkeling van deze tweetrapsraket was aanvankelijk een project van het militaire ABMA. Na enkele jaren haakte het net opgerichte ruimteagentschap NASA aan. De Het Pentagon besloot het project kort daarop annuleren ten behoeve van de sneller te ontwikkelen Titan III. Toen NASA daarop verhaal kwam halen werd de annulering ingetrokken en het team van Werner von Braun overgenomen door NASA waardoor het Pentagon zich uit het project kon terugtrekken zonder de Saturnus I af te blazen.

Rakettrappen

De eerste trap van de Saturnus I heette de S-I en bevatte acht Rocketdyne H-1 raketmotoren die gezamenlijk 6,7 MegaNewton aan stuwkracht leverden. Deze verbrandden RP-1 raketkerosine met vloeibare zuurstof als oxidator. Om de raket sneller gereed te hebben werd besloten voor de eerste trap geen nieuwe brandstoftanks te ontwerpen maar een kluster van bestaande uit de brandstoftank van een Jupiter-raket met daaromheen acht brandstoftanks van Redstone-raketten te gebruiken. De S-I-trap werd later ook als eerste trap van de Saturnus IB gebruikt.

De tweede trap was de S-IV die een zestal Rocketdyne RL-10 motoren gebruikte. Deze motoren verbranden Cryogene waterstof met vloeibarezuurstof als oxidator. De RL-10 werd overigens voor de Centaur-trap van de Atlasraket ontworpen en is heden ten dage in geüpgrade vorm nog steeds ingebruik op de Atlas V en Delta IV en wordt in de toekomst op de Vulcan en de OmegA.

De optionele derde trap, de Centaur-C, is nooit gebruikt.

Vluchten

Vluchten SA-1 tot en met SA-4 waren suborbitale testvluchten zonder tweede trap waarbij op grote hoogte een hoeveelheid water werd losgelaten. Deze vluchten vonden plaats in 1961, 1962 en 1963

Bij vlucht SA-5 op 29 januari 1964 was de eerste vlucht met de volledige raket. Hiermee overtrof de Verenigde Staten voor het eerst de lanceercapaciteit van de Sovjet Unie. Deze lancering wordt vaak gezien als het moment waarop de Verenigde Staten op voorsprong kwam in de race naar de Maan.

Vanaf vlucht SA-6 werden een aantal boilerplate van de Appollo commandmodule in de ruimte gebracht. Ook werden enkele Pegasus-satellieten aan boord meegenomen. De Saturnus I werd gelanceerd vanaf de Lanceercomplexen LC-34 en LC-37B

De Saturnus I werd na de tiende lancering (30 juni 1965) in 1966 opgevolgd door de Saturnus IB die door een krachtiger tweede trap een verdubbeling in lanceercapaciteit opleverde.