Johan de Witt: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Regel 52:
In het begin van zijn raadpensionarisschap lukte het hem de rente op de staatsobligaties terug te brengen van vijf naar vier procent. Het geld dat hij overhield, besteedde hij aan de afbetaling van de schulden uit de [[Tachtigjarige Oorlog]] die in 1648 beëindigd was. In 1661 leidde hij de onderhandelingen met Spanje over de verdeling van de [[Landen van Overmaas]], die werd vastgelegd in het [[Partagetraktaat]].
 
:(:(:(:(:(
=== Akte van Seclusie ===
De republiek ging in het [[Eerste Stadhouderloze Tijdperk]] een welvarende periode tegemoet, maar niet zonder machtsvertoon en oorlogen. Jaarlijks werd een kleine expeditie uitgezonden tegen de Algerijnse zeerovers.
[[Bestand:Johan de Witt-TheHague.jpg|thumb|links|275px|[[Standbeeld van Johan de Witt]] in Den Haag, gemaakt door [[Frederik Engel Jeltsema|Fré Jeltsema]] in 1916. De rechterhand verwijst waarschijnlijk naar de eedaflegging bij de [[Vrede van Breda]]. In zijn linkerhand houdt hij wellicht het document vast.]]
Onder De Witts leiding werd met Engeland in 1654 de [[Vrede van Westminster (1654)|Vrede van Westminster]] gesloten, door een geheim bijvoegsel te aanvaarden, de [[Akte van Seclusie]]. Daarin beloofden de Staten van Holland, waaronder De Witt, De Graeff, en admiraal [[Jacob van Wassenaer Obdam]]<ref>{{cite web|url=http://books.google.at/books?id=q-ptynW7lBEC&pg=PA891&lpg=PA891&dq=1672+hollandse++regenten&source=bl&ots=zGj-UcYnT6&sig=CP7VaCyG1T6_O2UKc_4UKPbPxXo&hl=de&ei=V-ybSvzrIY2NjAfS3IzbDQ&sa=X&oi=book_result&ct=result&resnum=5#v=snippet&q=de%20graeff&f=false|title=De Republiek / druk 6|work=google.at}}</ref> dat zij nooit een nakomeling van Willem II tot stadhouder van Holland zouden benoemen, dit voornamelijk om [[landvoogd]] [[Oliver Cromwell]] tegemoet te komen. Deze had immers koning [[Karel I van Engeland]] afgezet en laten onthoofden, wiens dochter [[Maria Henriëtte Stuart|Mary]] getrouwd was geweest met stadhouder Willem II, van wie zij een week na zijn dood een zoon baarde. Cromwell vreesde dat een oranjeheerser de [[Huis Stuart|Stuarts]] op de troon zou kunnen helpen. De Witt wist dat de andere provincies zo'n bepaling niet zouden accepteren. Het vredesoverleg dreigde in een impasse te komen als hij de geheimhoudingstruc niet zou gebruiken. De Staten-Generaal ratificeerden het verdrag zonder zich van de geheime akte bewust te zijn en Engeland was bereid te ratificeren nadat de Staten van Holland de akte aanvaard hadden.
 
In de republiek vonden velen – het geheim kon niet al te lang bewaard blijven – dat de clausule verdacht veel in het voordeel van De Witt uitwerkte, wiens vader Jacob door Willem II gevangen was gezet. Er werd openlijk de verdenking geuit dat hijzelf de bedenker was. Met veel moeite wist De Witt hem aanvaard te krijgen, in een redevoering die bekend is geworden als de [[deductie van Johan de Witt]], maar dat gebeurde wel ten koste van nieuwe maatschappelijke onrust. De Witt stond een ''strenge'' onderdrukking van deze ongeregeldheden voor, met toepassing van de doodstraf, maar vrijwel geen enkele [[vroedschap]] durfde of wilde tot dit laatste overgaan.
 
==="Kind van Staat"===