'''Subductie''' is het proces waarbij een oceanische plaat onder een andere oceanische of continentale plaat schuift. Onder convergente plaatgrenzen vindt [[convectie]] plaats van de [[lithosfeer]] (de aardkorst en een deel van de mantel). De zwaardere en koude oceanische korst, met de bovenliggende sedimenten, duikt onder de lichtere en warme continentale of een andere oceanische korst. Het [[dichtheid (natuurkunde)|dichtheidsverschil]] tussen de lithosfeer en onderliggende [[asthenosfeer]] is bepalend of, en voor de mate waarin subductie optreedt.
Subductiezones worden gekenmerkt door de plaatsen op de aarde met de diepste [[aardbevingen]]. Tot een diepte van 700 km kunnen aardbevingen er voorkomen. Het verschijnsel veroorzaakt oceanische [[trog (geografie)|troggen]], zoals de [[Marianentrog]]. Ook [[vulkaan|vulkanische]] bogen ontstaan als gevolg van subductie en het verlagen van het smeltpunt van de bovenliggende plaat. Bekende voorbeelden hiervan zijn de [[Krakatau (vulkaan)|Krakatau]] en de [[Fuji (vulkaan)|Fuji]]. Het typische subductievulkanisme ontstaat op 100 tot 300 km van de trog.