Eerste Kamer der Staten-Generaal: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
→‎Ontbinding: geheel herschreven; geen bron kunnen vinden voor de bewering dat de Eerste Kamer aan het einde van de vierjarige zittingsperiode ontbonden wordt, volgens mij eindigt de zittingsperiode gewoon van rechtswege (laatste ontbindingsbesluit is uit 1995); deze wijze van bronvermelding vind ik spijtig
→‎Ontbinding: vollediger
Regel 60:
{{Zie hoofdartikel|Kamerontbinding}}
 
Tot 1995 bepaalde de [[Nederlandse Grondwet|grondwet]] dat de Eerste Kamer in geval van grondwetsherziening net als de Tweede Kamer moest worden ontbonden. Door de invoering van de evenredige vertegenwoordiging en het feit dat alle leden van de Eerste Kamer sinds 1983 gelijktijdig verkozen worden door de [[Provinciale Staten (Nederland)|Provinciale Staten]] (en sinds 2019 door de [[Kiescollege voor de Eerste Kamer|kiescolleges]]) heeft ontbinding van de Eerste Kamer doorgaans geen zin meer en is deze verplichting geschrapt. Doordat tussentijdse ontbinding van de Staten niet mogelijk is zal ontbinding van de senaat immers in de regel niet tot een andere samenstelling leidentot gevolg hebben. Om dezelfde reden vindt geen conflictsontbindingconflictontbinding plaats. Als de Eerste Kamer toch ontbonden wordt schrijft de grondwet voor dat de zittingsduur van de nieuwgekozen kamer eindigt op het tijdstip waarop de zittingsduur van de ontbonden kamer zou zijn geëindigd. Dit in verband met de koppeling van de Eerste Kamerverkiezingen aan die van de leden van de Provinciale Staten.<ref>Bovend'Eert, P.P.T. (2018) commentaar op artikel 64 Grondwet, aant. 4, in: ''Tekst & Commentaar Grondwet'' (boek en online)</ref> In 1986 leidde dit ertoe dat de (in verband met een grondwetsherziening) nieuwgekozen Eerste Kamer slechts een jaar zou zitten.<ref>Bovend'Eert, P.P.T. & Kummeling, H.R.B.M. (2017) ''Het Nederlandse parlement'', p. 97</ref>
 
De enigeEerste Kamer is met uitzondering van ontbindingen in het kader van een grondwetsherziening drie keer datontbonden: detweemaal, Eerstein Kamer1850 en 1983, als gevolg van een verandering in het kiessysteem, en slechts eenmaal, in 1904, om politieke redenen.<ref>Bovend'Eert, ontbondenP.P.T. is& wasKummeling, inH.R.B.M. 1904(2017) ''Het Nederlandse parlement'', p. Dit462</ref> De ontbinding in 1904 hield verband met de verwerping door de overwegend linkse Eerste Kamer van een wetsvoorstel van het rechtse [[kabinet-Kuyper]] tot wijziging van de Hoger Onderwijswet, en leidde door het toen nog geldende kiessysteem (de samenstelling van Provinciale Staten was intussen veranderd) wel tot een andere samenstelling van de senaat, waarna het wetsvoorstel alsnog aanvaard werd.<ref>Berg, J.Th.J. van den & Vis, J.J. (2013) ''De eerste honderdvijftig jaar. Parlementaire geschiedenis van Nederland 1796-1946'', p. 517-518; Bovend'Eert, P.P.T. & Kummeling, H.R.B.M. (2017) ''Het Nederlandse parlement'', p. 462</ref>
 
==Voorzitter==