Grammofoonplaat: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Ciell (overleg | bijdragen)
k Wijzigingen door 2A02:1810:9D2E:C700:8857:E4DB:14D4:AA50 (Overleg) hersteld tot de laatste versie door Handige Harrie
Linkfix
Regel 5:
Het centrale deel van de grammofoonplaat bevat het label, waarop de inhoudsopgave wordt aangegeven.
 
== Geschiedenis ==
De grammofoonplaat werd ontwikkeld door [[Emile Berliner]] (1858-1929). Voordien werd gebruikgemaakt van cilinders ([[wasrol]]len) als geluidsdragers.
 
Regel 33:
|}
 
==== 78 toeren ====
De oudste grammofoonplaten hebben een diameter van 30 cm (12"), 25 cm (10") of 20 cm (8") en worden afgespeeld op een toerental van 75 tot 82 per minuut. Later werd dit gestandaardiseerd op 78 toeren. De meeste zijn gemaakt van [[schellak]]. Door gebruik van betere materialen en elektronische versterking kon in de [[1940-1949|jaren veertig]] de groef worden versmald, waardoor meer muziek op één plaatkant mogelijk werd. Aanvankelijk werd op een 12"-plaatkant maximaal vijf minuten muziek geperst, rond [[1950]] werd acht minuten op één kant mogelijk.
 
Regel 47:
De [[langspeelplaat]] (ook wel lp of album), werd officieel geïntroduceerd in [[1948]] in de Verenigde Staten en werd gemaakt van [[polyvinylchloride|vinyl]]. Vanaf het begin waren er twee formaten in de handel: 30 en 25 cm (12 en 10"). Door de lagere snelheid en kleinere groefafstand kon er op een langspeelplaat veel meer muziek worden geplaatst: de 12"-platen konden maximaal een halfuur muziek per kant weergeven, de 10"-platen maximaal twintig minuten.
 
===== Singles =====
{{Zie hoofdartikel|single (muziek)}}
Daarnaast kwam RCA met een 45-toerenplaat van 17,5 cm (7"), die als [[single (muziek)|singles]] bekend werden. Ze waren oorspronkelijk bedoeld voor gebruik met een [[platenwisselaar]]. Ze hebben een groter gat in het midden, zodat er ruimte is voor het wisselmechaniek. Deze platen werden oorspronkelijk geleverd met een uitneembaar inzetstukje zodat ze ook afgespeeld konden worden op een platenspeler met een kleine as. Later kon een [[stansen|voorgestanst]] deel worden uitgebroken voor gebruik met een platenwisselaar. In de beginperiode werd dit formaat ook gebruikt voor langere muziekstukken, die dan, net als voorheen bij de 78-toerenplaten het geval was, over meer plaatzijden verdeeld werden.
Regel 59:
* de vierkante slappe single, die als [[Promotie (marketing)|promotie]] bijvoorbeeld als bladzijde in een [[tijdschrift]] werd geleverd en na uitscheuren met de nodige omzichtigheid enkele malen kon worden afgespeeld. Door de niet-ronde vorm en het slappe karakter van het gebruikte materiaal betekende dit een groot gevaar voor de naald. De weergavekwaliteit van het opgenomene was uiteraard niet groot. Een promotieliedje van de [[Nederlandse Spoorwegen|NS]] voor [[Tienertoer]] is bijvoorbeeld ooit zo verspreid.<ref>[http://www.lennaertnijgh.nl/langeversie/lnmzpl_ovhp.html#lnmzpl00ov_nede197x_00 NS Tienertoer flexidisc: Wat is er nog voor avontuur in het leven &#91;flexidisc&#93;]</ref><div style="overflow-x:auto;">[[Bestand:3 vinyl singles.jpg|thumb|center|600px|De drie gangbare formaten van singles]]</div>
 
==== 10-inch ====
{{Zie hoofdartikel|mini-lp}}
De 25-cm-plaat was aanvankelijk populair, zowel in de klassieke als de populaire muziek. Hoewel de speelduur iets korter was dan van een 30-cm-plaat lagen de productiekosten lager, waardoor deze platen goedkoper op de markt kwamen, terwijl er toch relatief veel muziek op kon worden geperst, zeker in verhouding tot de oude 78-toerenplaat.
 
=== Stereofonie===
Een vernieuwing die tijdens de ontwikkeling van de grammofoonplaat in 1958 werd doorgevoerd was de weergave in [[stereo (geluid)|stereo]].
 
Regel 73:
Eind [[1960-1969|jaren zestig]] kwam een vierkanaalsversie, [[quadrafonie]] genoemd, op de markt. Er werd gedacht aan twee groeven en twee naalden, maar de daarvoor vereiste nauwkeurigheid in de afstand tussen de naalden bleek niet haalbaar te zijn. In plaats daarvan werden twee kanalen op een [[draaggolf]] gemoduleerd. Hiervoor was een speciale platenspeler nodig. Bands als [[Pink Floyd]] zijn experimenteel bezig geweest met het uitbrengen van quadrafonische lp's. Echter, de hoge kosten van apparatuur, en het feit dat het grootste deel van de consumenten geen meerwaarde zag in het extra paar boxen, maakten dat het quadrafonie-tijdperk slechts tot begin [[1980-1989|jaren tachtig]] geduurd heeft. De [[dvd]] bracht een herleving met [[surround sound]].
 
== Toerental ==
Het toerental van een grammofoonplaat is constant. Daardoor neemt de [[lineariteit|lineaire snelheid]] van de naald in de groef van buiten naar binnen toe af. Hierdoor kunnen hoge tonen aan het eind van een muziekstuk minder goed worden weergegeven dan aan het begin. Onder operaliefhebbers is bekend dat de hoge gezongen muzieknoot aan het eind van veel opera's niet goed wordt gereproduceerd. Ook popliefhebbers zien de frisse en dynamische hoge tonen aan het begin van een plaat afnemen tot slissende bekkens en vervormde vocale s-klanken aan het einde ervan, al is dit effect mede afhankelijk van de kwaliteit van de platenspeler.
 
== Frequentiekarakteristiek ==
Doordat de energie van een [[golf (natuurkunde)|geluidsgolf]] evenredig is met het kwadraat van de [[frequentie]] is bij gelijk vermogen de [[amplitude]] van hoge tonen lager dan van lage tonen. Hoge tonen hebben in muziek daardoor over het algemeen een kleinere amplitude. Daarom worden hoge tonen versterkt op een grammofoonplaat gezet zonder dat dit tot overmatige groefbeweging leidt. De voorversterker verzwakt de hoge tonen weer in dezelfde mate. Dit heeft tot gevolg dat met het afzwakken van de hoge tonen ook de ruis van het plaatmateriaal wordt onderdrukt. Deze techniek werd al op de oude 78-toerenplaten toegepast, maar er was geen standaard voor het filter. Verschillende maatschappijen gebruikten verschillende filterkarakteristieken. Met het ontwerp van de vinylplaat is ook het filter gestandaardiseerd. De specificaties van het filter werden oorspronkelijk ontworpen door de [[RIAA]], en het filter wordt vaak aangeduid met de naam [[RIAA Recording Curve|RIAA-filter]].
 
Regel 96:
* Platen waarbij de groeven bestaan uit [[concentrische cirkels]] in plaats van een spiraal. Hierop staan dan telkens [[sample]]s die in een loop blijven spelen.
* De maxisingles (12 inch) van ''Pop Muzik'' (1979) van de popgroep [[M (band)|M]] en een bijzondere uitgave van ''The Deer Hunter''/''Don't Cry for Me Argentina'' van [[The Shadows]] en van ''Creatures of the Night''/''Rock and Roll All Nite'' van [[Kiss (band)|Kiss]] bevatten een dubbele groef die elk een andere versie van het nummer bevat. Daardoor wordt het onvoorspelbaar welke versie opgezet wordt.
* Het album Lazaretto van [[Jack White (muzikant)|Jack White]] bevat veel van bovenstaande eigenschappen, en er zijn ook twee nummers verborgen onder de centrale labels van de plaat.<ref>[http://jackwhiteiii.com/lazaretto-ultra-lp-vinyl-pre-order/ JACK WHITE - LAZARETTO ULTRA LP & VINYL PRE-ORDER] jackwhiteiii.com</ref>
* Colour vinyl, platen gemaakt van gekleurd vinyl, al dan niet transparant en/of fluorescerend. Bijvoorbeeld een gelimiteerde persing van [[The Beatles (album)|The White Album]] in wit vinyl.
* Platen met laser-etching, een met behulp van een laser aangebracht patroon dat de kleuren van licht in verschillende richtingen weerkaatst. Bijvoorbeeld het album '''True Colours''' van [[Split Enz]].
Regel 110:
{{Navigatie multimediaopslag}}
{{Commonscat|Vinyl records}}
{{wiktWikt}}
 
[[Categorie:Geluidsdrager]]