Kort geding: verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting |
k spelling |
||
Regel 24:
In België kunnen in spoedeisende gevallen door de [[voorzitter (rechtbank)|voorzitters]] van de rechtbanken voorlopige beslissingen worden genomen over zaken die tot de bevoegdheid van hun rechtbank behoren. Dat kan zowel bij de [[rechtbank van eerste aanleg]], bij de [[ondernemingsrechtbank]] als bij de [[arbeidsrechtbank]]. Het moet dan wel gaan over dringende zaken en de beslissing is voorlopig: zij heeft geen invloed op de zaak zelf. Hiermee wordt bedoeld dat een rechter in kort geding de rechtspositie van de partijen niet definitief en onherroepelijk mag wijzigen, maar wel de feitelijke toestand. Een kortgedingrechter kan dus bijvoorbeeld niet bepalen dat een contract (definitief) geldig is of dat een contract ontbonden wordt, maar wel dat een contract (voorlopig) moet blijven uitgevoerd worden.
Als de zaak ook nog behoefte heeft aan een verrassingseffect, bijvoorbeeld een schuldeiser die beslag wil laten leggen, kan er een beschikking komen op [[eenzijdig verzoekschrift]]. Deze procedure heeft niks te maken met de
== Externe links ==
|