Verlichting (stroming): verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
k Begin gemaakt met nieuwe subkopindeling
Regel 5:
De '''Verlichting''' of '''Eeuw van de Rede''' was een [[cultuur|cultureel]]-[[filosofie|filosofische]] en [[intelligentsia|intellectuele]] [[school (stroming)|stroming]] in [[Europa (continent)|Europa]] die ruwweg samenviel met de [[18e eeuw]]. Het was een reactie op het dogmatische autoriteitsgeloof. In deze periode ontstond een culturele [[stroming (school)|stroming]] of beweging van intellectuelen met als doel het gebruik van de [[rede]] en het filosoferen te bevorderen. De rede gaat alleen maar af op feiten, hoe verborgen die ook zijn.<ref>Introductie bij een oosterse speurdersnovelle van de hand van Voltaire ''De hond en het paard.'' (1980)</ref> De Verlichting stond aldus voor bevordering van de wetenschap en intellectuele uitwisseling. De propagandisten ervan bestreden het [[bijgeloof]], [[misbruik van recht]] in kerk en staat, [[Tolerantie (maatschappij)|intolerantie]] en kwamen op voor zekere [[grondrecht]]en.
 
== Achtergrond ==
De verlichting als stroming<ref>In deze specifieke betekenis is de schrijfwijze met kleine letter; zie ook [[Hoofdletter in de Nederlandse spelling#Cultuur en overtuiging]]</ref> wordt gezien als een van de pijlers onder de [[westerse beschaving]] en zette grote wijzigingen in gang in het denken over religie, filosofie, kunst, wetenschap en politiek.<ref>Encyclopaedia Britannica, [http://www.britannica.com/EBchecked/topic/188441/Enlightenment Enlightenment]</ref> Tijdens de Verlichting zag men haar nog niet als een stroming of een afgebakend tijdperk, maar als een [[vooruitgang|maatschappelijk proces]] waarvan de ontwikkeling kon worden nagestreefd en die nog voortduurt. De Verlichting gaf aanleiding tot modernisering van de samenleving door middel van [[individualisering]], [[emancipatie]], [[feminisme]], [[secularisering]] en [[globalisering]]. Het [[gelijkheidsbeginsel]], de [[mensenrechten]] en de [[burgerrechten]] vinden er hun wortels, net zoals het [[vrijdenkerij|'vrijdenken']], het [[klassiek liberalisme]], het [[socialisme]], het [[anarchisme]].
 
De Verlichting kent een kritische en een constructieve zijde. De kritische of radicale verlichters nemen het (geïnstitutionaliseerde) geloof en onredelijkheid op de korrel. Zij komen op voor een [[scheiding tussen kerk en staat]] gebaseerd op rechtvaardigheid en democratie. De constructieve of gematigde verlichters, zoals [[Joseph Priestley]] zoeken manieren om kennis (wetenschap) en religie met elkaar te verbinden.
 
In de eerste helft van de achttiende eeuw hielden de filosofen van de Verlichting zich bezig met het populariseren van de wetenschap, het zoeken naar [[kennis]], [[waarheid]], [[geluk (emotie)|geluk]] en [[volmaaktheid]].<ref>Vries, M. de (2001) Beschaven! Letterkundige genootschappen in Nederland 1750-1800, p. 158.</ref> In de tweede helft van de achttiende eeuw werden de grondslagen gelegd voor [[economie]], [[sociologie]], [[pedagogie]], [[antropologie]], en [[geografie|land- en volkenkunde]]. Tijdens de Verlichting hadden geleerden en amateurs grote belangstelling voor de natuur. Het ging hen om het ontdekken van de wetmatigheden. In de zeventiende eeuw en nog lang daarna werd het begrip 'filosofie' gewoonlijk gebruikt voor wat nu [[natuurwetenschap]] wordt genoemd.<ref>Clark, G. (1959) De zeventiende eeuw, p. 227.</ref> De filosofen uit de [[renaissance]] hadden voornamelijk aandacht besteed aan God en de mens, en de natuur was daarbij verwaarloosd.<ref>Clark, G. (1959) De zeventiende eeuw, p. 229.</ref>
 
Niet alle 17e- en 18e-eeuwers beschouwden het tijdperk waarin zij leefden als ''verlicht'', een periode waarin men het duistere verleden achter zich had gelaten. Tegenover de Verlichting stond het [[obscurantisme]]. Het was eerder een tijd van [[redelijkheid en billijkheid|redelijkheid]] dan van rede; meer een houding, een doel of een streven dan een filosofisch stelsel.
 
=== Grondleggers: Descartes en Spinoza ===
== De filosofen ==
[[René Descartes]] legde met de uitspraak ''[[Cogito ergo sum]]'' het fundament voor de verlichting. Alleen door het gebruik van de [[rede]] en het gezonde [[verstand]] komt men tot [[waarheid]].<ref>Kennismaking met vreemd gedachtegoed was daarbij niet echt nodig en zijn volgelingen, de cartesianen, hadden weinig belangstelling voor vreemde culturen. In: Leibniz. Over de Natuurlijke Theologie van de Chinezen, p. 42. Vertaald en ingeleid door [[Karel van der Leeuw|Karel L. van der Leeuw]] (2006).</ref> [[Baruch Spinoza]], die voortbouwde op het denkwerk van Descartes, accepteerde als een van de eersten ''geen'' andere verklaring dan die gebaseerd op de rede. Spinoza kreeg navolgers in Duitsland, zoals [[Gottfried Wilhelm Leibniz]] en [[Ehrenfried Walther von Tschirnhaus]]. Zijn boeken werden al snel vertaald in het Frans, maar zijn filosofie bleef een heikel punt: ze zou leiden tot [[atheïsme]] en [[fatalisme]], en is in bijna alle landen van Europa fel bestreden.
[[Bestand:Jan Baptist Weenix - Portrait of René Descartes.jpg|thumb|[[René Descartes]] was een uitgesproken [[rationalisme|rationalist]], maar verwierp het [[religie|geloof]] niet.]]
 
[[Baruch Spinoza]], die voortbouwde op het denkwerk van Descartes, accepteerde als een van de eersten ''geen'' andere verklaring dan die gebaseerd op de rede. Spinoza kreeg navolgers in Duitsland, zoals [[Gottfried Wilhelm Leibniz]] en [[Ehrenfried Walther von Tschirnhaus]]. Zijn boeken werden al snel vertaald in het Frans, maar zijn filosofie bleef een heikel punt: ze zou leiden tot [[atheïsme]] en [[fatalisme]], en is in bijna alle landen van Europa fel bestreden. In Engeland werd Spinoza volledig genegeerd. Daar ontwikkelde zich het [[empirisme]] met het inzicht dat niet de rede, maar waarneming ten grondslag lag aan nieuwe kennis. In Frankrijk ontwikkelde zich met [[Denis Diderot|Diderot]], [[Paul Henri Thiry d'Holbach|Holbach]] en [[Friedrich Melchior Grimm|Melchior Grimm]] een [[Radicale verlichting|radicale richting]]. Deze zette zich af tegen meer gematigde verlichtingsdenkers als [[Jean-Jacques Rousseau|Rousseau]] en [[Voltaire (hoofdbetekenis)|Voltaire]], die een bepaalde vorm van religie accepteerden in hun filosofie. (Afhankelijk van de staatsvorm en de invloed van de vorst of kerk was deze vraag de kern van het debat in andere Europese landen, waar ofwel het [[Rooms-Katholieke Kerk|katholieke]], dehet [[Anglicanisme|anglicaanse]], dehet [[Calvinisme|calvinistische]], dehet [[Lutheranisme|lutherse]] of het [[Russisch-Orthodoxe Kerk|Russisch-orthodoxe]] geloof werd beleden.) In Duitsland ontstond een nog gematigder richting, zich baserend op de voorzichtige Leibniz en diens navolger [[Christian Wolff (filosoof)|Christian Wolff]].
Het is niet mogelijk om het exacte begin en einde van de Verlichting aan te duiden, maar ruwweg laat men deze periode duren van 1650 tot het jaar waarin Napoleon zichzelf als keizer kroonde (1804).<ref>http://www.protestant.nl/encyclopedie/themas/filosofie/verlichting{{dode link|datum=september 2017 |bot=InternetArchiveBot }}</ref><ref>https://web.archive.org/web/20140619060147/http://martinfrost.ws/htmlfiles/enlightenment_age.html</ref> Het begin van de Verlichting zou volgens [[Stephen Toulmin]] kunnen liggen bij de ontdekkingen van [[Galileo Galilei]] of de boeken van [[René Descartes]].<ref>Stephen Toulmin, [http://books.google.nl/books?hl=nl&id=6bYgQ26xGXMC&pg=PR9 Cosmopolis: the hidden agenda of modernity]</ref> Engelsen zijn geneigd de Verlichting te zien als een gevolg van de publicatie van Newtons [[Philosophiae Naturalis Principia Mathematica]], rond 1687.
 
Tijdens de Verlichting hadden geleerden en amateurs grote belangstelling voor de natuur. Het ging hen om het ontdekken van de wetmatigheden. In de zeventiende eeuw en nog lang daarna werd het begrip 'filosofie' gewoonlijk gebruikt voor wat nu [[natuurwetenschap]] wordt genoemd.<ref>Clark, G. (1959) De zeventiende eeuw, p. 227.</ref> De filosofen uit de [[renaissance]] hadden voornamelijk aandacht besteed aan God en de mens, en de natuur was daarbij verwaarloosd.<ref>Clark, G. (1959) De zeventiende eeuw, p. 229.</ref>
 
[[René Descartes]] legde met de uitspraak ''[[Cogito ergo sum]]'' het fundament voor de verlichting. Alleen door het gebruik van de [[rede]] en het gezonde [[verstand]] komt men tot [[waarheid]].<ref>Kennismaking met vreemd gedachtegoed was daarbij niet echt nodig en zijn volgelingen, de cartesianen, hadden weinig belangstelling voor vreemde culturen. In: Leibniz. Over de Natuurlijke Theologie van de Chinezen, p. 42. Vertaald en ingeleid door [[Karel van der Leeuw|Karel L. van der Leeuw]] (2006).</ref> [[Baruch Spinoza]], die voortbouwde op het denkwerk van Descartes, accepteerde als een van de eersten ''geen'' andere verklaring dan die gebaseerd op de rede. Spinoza kreeg navolgers in Duitsland, zoals [[Gottfried Wilhelm Leibniz]] en [[Ehrenfried Walther von Tschirnhaus]]. Zijn boeken werden al snel vertaald in het Frans, maar zijn filosofie bleef een heikel punt: ze zou leiden tot [[atheïsme]] en [[fatalisme]], en is in bijna alle landen van Europa fel bestreden.
 
In Engeland werd Spinoza volledig genegeerd. Daar ontwikkelde zich het [[empirisme]] met het inzicht dat niet de rede, maar waarneming ten grondslag lag aan nieuwe kennis. In Frankrijk ontwikkelde zich met [[Denis Diderot|Diderot]], [[Paul Henri Thiry d'Holbach|Holbach]] en [[Friedrich Melchior Grimm|Melchior Grimm]] een [[Radicale verlichting|radicale richting]]. Deze zette zich af tegen meer gematigde verlichtingsdenkers als [[Jean-Jacques Rousseau|Rousseau]] en [[Voltaire (hoofdbetekenis)|Voltaire]], die een bepaalde vorm van religie accepteerden in hun filosofie. (Afhankelijk van de staatsvorm en de invloed van de vorst of kerk was deze vraag de kern van het debat in andere Europese landen, waar ofwel het katholieke, de anglicaanse, de calvinistische, de lutherse of Russisch-orthodoxe geloof werd beleden.) In Duitsland ontstond een nog gematigder richting, zich baserend op de voorzichtige Leibniz en diens navolger [[Christian Wolff (filosoof)|Christian Wolff]].
 
Volgens de historicus [[Jonathan Israel]] spitste de discussie tussen de strijdende partijen zich rond 1740 toe op het belang van en de uitwerking van Spinoza's ideeën. De radicale periode was rond 1750 voorbij, waarna door de filosofen van de Verlichting een brug geslagen werd tussen wetenschap en geloof. "Een christelijke, tolerante of gematigde vorm van Verlichting overheerste."<ref>Vries, M. de (2001) Beschaven! Letterkundige genootschappen in Nederland 1750-1800, p. 157.</ref> Daarna stond de Verlichting ook voor het ontwikkelen en analyseren van eigen en andermans emoties<ref>Vries, M. de (2001) Beschaven! Letterkundige genootschappen in Nederland 1750-1800, p. 314.</ref>
 
== Afbakening ==
In de eerste helft van de achttiende eeuw hielden de filosofen van de Verlichting zich bezig met het populariseren van de wetenschap, het zoeken naar [[kennis]], [[waarheid]], [[geluk (emotie)|geluk]] en [[volmaaktheid]].<ref>Vries, M. de (2001) Beschaven! Letterkundige genootschappen in Nederland 1750-1800, p. 158.</ref> In de tweede helft van de achttiende eeuw werden de grondslagen gelegd voor [[economie]], [[sociologie]], [[pedagogie]], [[antropologie]], en [[geografie|land- en volkenkunde]].
[[Bestand:Jan Baptist Weenix - Portrait of René Descartes.jpg|thumb|[[René Descartes]] was een uitgesproken [[rationalisme|rationalist]], maar verwierp het [[religie|geloof]] niet.]]
Het is niet mogelijk om het exacte begin en einde van de Verlichting aan te duiden, maar ruwweg laat men deze periode duren van 1650 tot het jaar waarin Napoleon zichzelf als keizer kroonde (1804).<ref>http://www.protestant.nl/encyclopedie/themas/filosofie/verlichting{{dode link|datum=september 2017 |bot=InternetArchiveBot }}</ref><ref>https://web.archive.org/web/20140619060147/http://martinfrost.ws/htmlfiles/enlightenment_age.html</ref> Het begin van de Verlichting zou volgens [[Stephen Toulmin]] kunnen liggen bij de ontdekkingen van [[Galileo Galilei]] of de boeken van [[René Descartes]].<ref>Stephen Toulmin, [http://books.google.nl/books?hl=nl&id=6bYgQ26xGXMC&pg=PR9 Cosmopolis: the hidden agenda of modernity]</ref> Engelsen zijn geneigd de Verlichting te zien als een gevolg van de publicatie van Newtons [[Philosophiae Naturalis Principia Mathematica]], rond 1687.
 
== Geschiedenis ==
Regel 114 ⟶ 113:
De verlichtingsidealen stonden haaks op de [[slavernij]] en droegen bij tot de afschaffing ervan. Ze beïnvloedden de Franse Revolutie in 1789 indirect, omdat de aanhangers eerder optimisten waren die geloofden in geleidelijke hervorming, niet in revolutie.
 
== VertegenwoordigersBelangrijke vertegenwoordigers van de Verlichting ==
[[Bestand:Spinoza.jpg|right|thumb|[[Baruch Spinoza]]]]