2.068
bewerkingen
(1 (onbereikbare) link(s) aangepast en 0 gemarkeerd als onbereikbaar #IABot (v1.6.5)) |
(informatie ge-herordnet; informatie toegevoegd; referenties toegevoegd;) |
||
{{Zijbalk boeddhisme}}
{{Link portaal|Yoga}}
'''Dhyana''' ([[Sanskriet]], ध्यान, ''dhyāna'', 'meditatie', 'contemplatie') is de achtste stap van het [[Edele achtvoudige pad|achtvoudige pad]] van het Boeddhisme, en de zevende stap op het achtvoudige yogapad (''ashtanga yoga'') uit de [[Yogasoetra's]] van [[Patanjali]].
==Boeddhisme==
{{Cquote|1=▼
# ''Dhāraṇā'' is het fixeren van de aandacht van de geest (''chitta'') op één punt of object.▼
# '''''Dhyāna'' is de gestage, ononderbroken stroom van de aandacht op dat object.'''▼
# ''Samādhi'' treedt op wanneer het object van ''dhyāna'' het subject wordt, waardoor het zelfbewustzijn verdwijnt en men opgaat in het object van meditatie.▼
# Deze drie tezamen vormen ''samyama'', het vermogen om in één vloeiende beweging van de geest van ''dhāranā'' over te gaan in ''dhyāna'' en ''samādhi''.▼
# Door de verovering van ''samyama'' wordt men verlicht met wijsheid.▼
# ''Samyama'' kan op verschillende onderwerpen worden gericht.▼
# Dit (''dhāraṇā'', ''dhyāna'' en ''samādhi'') zijn de drie innerlijke (''antaranga'') onderdelen van het achtvoudige pad.}}▼
<center>Patanjali, ''Yogasoetra's'', III.1-7</center>▼
Terwijl er in het stadium van [[dharana]] nog sprake is van een zelfbewust ''streven'' om tot concentratie te komen, heeft dit proces in dhyana of meditatie zich gestabiliseerd tot een gestage, spontane ''flow'', waarin het spanningsveld tussen subject en object is overstegen.▼
De Pali anon beschrijft vier jhānas. De jhanas worden gekenmerkt door het verdwijnen van ''[[vittaka]]'' en ''[[vicara|vicāra]]'' het discursieve denken dat gepreoccupeerd is met de zintuigelijke indrukken en de daaruit voortkomende verlangens; ''[[piti]]'' (vreugde) en ''[[sukha]]'' (niet-zintuigelijk geluk) door het loslaten van onheilzame gedachten en verlangens; eenheid van geest (''[[ekaggata]]'', ''sampasadana''); en optimale aandachtigheid en gelijkmoedigheid.
# Eerste jhāna]]: deze treedt in als de onheilzame gedachten en verlangens zijn stilgelegd, en men zich afzondert van de dagelijkse wereld. Er is ''piti'' en ''sukha'' door deze afzondering, maar ook nog ''vitakka'' en ''vicara'', gedachten die worden opgewekt door zintuiglijke indrukken en verlangens.
# Tweede jhāna: ''vitakka'' en ''vicara'' verstillen, en de geest wordt aandachtig en gelijkmatig, hetgeen ook leidt tot ''piti'' en ''sukha''.
# Derde jhāna: men is alert en gelijkmoedig, en 'ervaart geluk met het lichaam'.
# Vierde jhāna: gelijkmoedigheid en aandachtigheid zijn optimaal, en er is 'pijn-noch-plezier'.
Daarnaast worden er vier andere meditatie-staten beschreven, die in de latere traditie ook als ''jhana'' worden aangemerkt:
De Chinese en Japanse verbasteringen van het woord ''dhyāna'' tot [[Chan (boeddhisme)|''Chan'']] respectievelijk [[Zen (religie)|''Zen'']] komen van de Chinese en Japanse [[Mahayana]]-boeddhistische scholen. Ook al zijn deze termen aan elkaar verwant, hun onderliggende filosofieën en achterliggende praktijken vertonen significante, door de cultuur bepaalde verschillen. ▼
==Jhāna in het Theravadaboeddhisme==▼
Het bereiken van de jhānas leidt tot een grote innerlijke rust en stabiliteit. Tijdens een meditatie waarbij een van de jhānas bereikt wordt, en gedurende een periode nadat deze meditatie beëindigd is, is er een tijdelijke loutering van de geest van de [[drie vergiften]] van begeerte, aversie en waan. De jhānas zijn daardoor bevorderlijk voor het maken van voortgang in de praktijk en ontwikkeling van wijsheid of [[vipassana]], wat het [[Nirwana|Nirvana]] tot gevolg heeft.▼
Tijdens een jhāna-meditatie verliest men gewoonlijk het besef van tijd, en deze meditaties kunnen daardoor moeiteloos voor een zeer lange periode (uren of dagen) gecontinueerd worden. Men beleeft ook geen lichamelijk ongemak wanneer men in een jhāna verblijft, omdat het contact van de geest met het fysiek lichaam tijdelijk verbroken is. Ook het gehoor is tijdelijk uitgeschakeld. Gedurende een meditatie waarin een van de jhānas behaald wordt, ontstaan er geen gedachten in de geest. Andere mentale factoren als aandacht, concentratie, vreugde en geluk zijn echter in zeer grote mate aanwezig.▼
▲===De acht jhānas===
#[[de basis van onbegrensde ruimte]] wordt bereikt door na het bereiken van de vierde jhāna het concept van onbegrensde ruimte als meditatie-object te nemen.
#[[de basis van onbegrensd bewustzijn]] wordt bereikt door na het bereiken van de basis van onbegrensde ruimte het concept van onbegrensd bewustzijn als meditatie-object te nemen.
===Het bereiken van de jhānas===
In de Pali Canon vormen de ''jhanas'' een geheel met de juiste inzet en de juiste aandachtigheid. Voor de training van de geest in het bereiken van de jhānas is het noodzakelijk dat de geest zich eerst bevrijdt van de [[vijf obstakels]] ([[Pali (taal)|Pali]]: nivarana) van (1) begeerte, (2) haat, (3) slaperigheid, (4) onrust en zorgen, en (5) twijfel.
▲===Jhāna in het Theravadaboeddhisme===
In het hedendaagse [[Theravada (boeddhisme)|Theravada]]-boeddhisme, dat gedomineerd wordt door de "nieuwe Burmese methode," worden de ''jhanas'' geinterpreteerd als een vorm van concentratie-meditatie. In deze opvatting zijn de jhānas niet het uiteindelijke doel van de boeddhistische praktijk, maar wel een zeer belangrijke tussenstap, of middel, naar het uiteindelijke doel van [[Nirwana|Nirvana]]. ''[[Vittaka]]'' en ''[[vicara|vicāra]]'' worden niet geinterpreteerd als het gewone denken dat gepreoccupeerd is met de zintuigelijke impressies, maar als de initiatie van aandacht (voor het object van meditatie) en voortdurende aandacht (voor het object van meditatie).
▲Het bereiken van de jhānas leidt tot een grote innerlijke rust en stabiliteit. Tijdens een meditatie waarbij een van de jhānas bereikt wordt, en gedurende een periode nadat deze meditatie beëindigd is, is er een tijdelijke loutering van de geest van de [[drie vergiften]] van begeerte, aversie en waan. De jhānas zijn daardoor bevorderlijk voor het maken van voortgang in de praktijk en ontwikkeling van wijsheid of [[vipassana]], wat het [[Nirwana|Nirvana]] tot gevolg heeft. Het bereiken van de jhānas wordt beschouwd als een bovenmenselijke prestatie, en kan ook leiden tot een versnelde toegang of hogere kunde in de [[zes bovennatuurlijke krachten]].
▲Tijdens een jhāna-meditatie verliest men gewoonlijk het besef van tijd, en deze meditaties kunnen daardoor moeiteloos voor een zeer lange periode (uren of dagen) gecontinueerd worden. Men beleeft ook geen lichamelijk ongemak wanneer men in een jhāna verblijft, omdat het contact van de geest met het fysiek lichaam tijdelijk verbroken is. Ook het gehoor is tijdelijk uitgeschakeld. Gedurende een meditatie waarin een van de jhānas behaald wordt, ontstaan er geen gedachten in de geest. Andere mentale factoren als aandacht, concentratie, vreugde en geluk zijn echter in zeer grote mate aanwezig.
Kunde in de jhānas leidt tot een [[wedergeboorte (boeddhisme)|wedergeboorte]] in een van de zeer hoge hemels.
===Zen-boeddhisme===
▲De Chinese en Japanse verbasteringen van het woord ''dhyāna'' tot [[Chan (boeddhisme)|''Chan'']] respectievelijk [[Zen (religie)|''Zen'']] komen van de Chinese en Japanse [[Mahayana]]-boeddhistische scholen. Ook al zijn deze termen aan elkaar verwant, hun onderliggende filosofieën en achterliggende praktijken vertonen significante, door de cultuur bepaalde verschillen.
==Patanjali's Yoga Sutras==
''Dhyana'' is de zevende stap op het achtvoudige yogapad (''ashtanga yoga'') uit de [[Yogasoetra's]] van [[Patanjali]]. De andere zeven stappen zijn: [[Yama (yoga)|yama]], [[niyama]], [[asana]], [[pranayama]], [[pratyahara]], [[dharana]] en [[Samadhi (yoga)|samadhi]]. Het begrip dhyana wordt meestal vertaald met [[meditatie]] of [[contemplatie]]. Dhyana maakt deel uit van ''samyama'', een technische term die de drie hoogste stadia van concentratie op het achtvoudige pad onder één noemer samenvat. Het komt overeen met het [[Pali (taal)|Pali]] woord ''jhāna''.
▲{{Cquote|1=
▲# ''Dhāraṇā'' is het fixeren van de aandacht van de geest (''chitta'') op één punt of object.
▲# '''''Dhyāna'' is de gestage, ononderbroken stroom van de aandacht op dat object.'''
▲# ''Samādhi'' treedt op wanneer het object van ''dhyāna'' het subject wordt, waardoor het zelfbewustzijn verdwijnt en men opgaat in het object van meditatie.
▲# Deze drie tezamen vormen ''samyama'', het vermogen om in één vloeiende beweging van de geest van ''dhāranā'' over te gaan in ''dhyāna'' en ''samādhi''.
▲# Door de verovering van ''samyama'' wordt men verlicht met wijsheid.
▲# ''Samyama'' kan op verschillende onderwerpen worden gericht.
▲# Dit (''dhāraṇā'', ''dhyāna'' en ''samādhi'') zijn de drie innerlijke (''antaranga'') onderdelen van het achtvoudige pad.}}
▲<center>Patanjali, ''Yogasoetra's'', III.1-7</center>
▲Terwijl er in het stadium van [[dharana]] nog sprake is van een zelfbewust ''streven'' om tot concentratie te komen, heeft dit proces in dhyana of meditatie zich gestabiliseerd tot een gestage, spontane ''flow'', waarin het spanningsveld tussen subject en object is overstegen.
==Zie ook==
|
bewerkingen