Odin (god): verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
k repareer woord geschreven in meerdere schriften, replaced: Ζijn → Zijn, Αl → Al met AWB
Regel 90:
:::Ódin kon van gedaante veranderen. Dan lag zijn lichaam erbij alsof het dood of ingeslapen was, en onderwijl was hij dan een vogel of viervoetig dier of een vis of een slang, en zo ging hij vliegensvlug naar verre landen om daar zijn zaken of die van anderen te behartigen.
:::Ook kon hij door middel van woorden alleen vuur doven, de zee tot bedaren brengen en de wind laten waaien uit iedere richting die hij maar wilde. Hij had een schip dat [[Skíðblaðnir]] heette, waarmee hij grote zeeën bevoer; dat schip kon als een doek opgevouwen worden.
:::Òdin had het hoofd van Mímír altijd bij zich en dat vertelde hem veel nieuws uit andere werelden. Soms wekte hij doden uit de aarde op of ging onder gehangenen zitten. Daarom werd hij ook wel Heer van de Doden of Heer van de Gehangenen genoemd. Hij bezat twee raven die hij had leren spreken. Ze vlogen de hele wereld door en brachten hem vele berichten. Door dit alles werd hij uitermate wijs. ΑlAl deze kunsten onderwees hij in runen en liederen die `toverzangen' heten. Daarom worden de Asen ook wel `[[tovenaar]]s' genoemd.
:::Òdin beheerste de kunst die de meeste macht geeft, de `[[seidr]]', en beoefende die zelf ook. Daardoor kon hij het lot van de mensen en de toekomst te weten komen. Ook kon hij dood, ongeluk of ziekte van mensen veroorzaken en hen van hun verstand of kracht beroven en die aan anderen geven. Als dit soort rituelen plaatsvinden, gaat dat met zo veel seksuele uitspattingen gepaard, dat men vond dat mannen zulke rituelen niet zonder schande konden leiden, en daarom werd deze kunst aan priesteressen onderwezen.
[[Bestand:Manuscript Odinn.jpg|thumb|Odin met één oog, en [[Huginn en Muninn]], [[Handschrift (boek)|manuscript]] uit de [[achttiende eeuw]]]]
Regel 96:
[[Bestand:Odin rides to Hel.jpg|thumb|Odin rijdt naar [[Hel (godin)|Hel]], W.G. Collingwood, [[1908]]]]
:::Ódin wist altijd waar geld in de grond verborgen zat en kende de spreuken waardoor de aarde, de bergen, de rotsen en [[grafheuvel]]s voor hem opengingen, en met woorden alleen bond hij degenen die op de schatten moesten passen, ging naar binnen en nam wat hij wilde.
:::Door deze krachten werd hij zeer beroemd. ΖijnZijn vijanden vreesden hem, maar zijn vrienden vertrouwden hem en geloofden in hem en in zijn kracht. De meeste van zijn kunsten onderwees hij aan zijn priesters. Ze waren bijna even wijs en bedreven in de toverkunst als hijzelf. Vele anderen hebben er echter ook heel wat van geleerd en zo heeft de toverkunst zich ver verbreid en is lang blijven bestaan.
:::De mensen brachten offers aan Ódin en aan de andere elf vorsten en ze noemden hen hun goden en lange tijd geloofden ze in hen.
:::Naar Ódin wordt iemand [[Audun (naam)|Audun]] genoemd. en zo noemen de mensen hun zonen, en naar [[Thór]] heten mensen [[Thorir]] of [[Thórarín]] of worden namen als [[Steínthór]] of [[Hafthor]] afgeleid, en zo zijn er nog meer mogelijkheden.
Regel 127:
 
==Odin in de Proloog van de Proza-Edda==
Volgens de Proloog van de [[Proza-Edda]] stamde Voden (Odin) na zeventien generaties (Loridi, Einridi, Vingethor, Vingenir, Moda, Magi, Seskef, Bedvig, Athra-Annar, Itrmann, Heremod, Skjaldun-Skjold, Biaf-Bjar, Jat, Gudolf, Finn, Friallaf-Fridleif) af van Tror ([[Thor]]). Thor zou de zoon zijn van Munon (Mennon) en Troan, de dochter van [[Priamus]] van [[Troje]]. Thor groeide op in [[Thracië]] ([[Trudheim]]) bij graaf Loricus en zijn vrouw Lora (Glora). Odin besloot Turkije in Asia (het Verre- en Midden-Oosten werden als delen van Asia beschouwd) te verlaten en reisde noordwaarts naar Saxland, [[Reidgotaland]] en Zweden, waar hij koning [[Gylfi]] ontmoette. Odins zoon Veggdegg regeerde over Oost-Saxland, zijn tweede zoon Beldegg ([[Baldr]]) over [[Westfalen (streek)|Westphalia]] en de nakomelingen van zijn derde zoon Siggi ([[Sigi]]), de Völsungen, zouden over Frankrijk gaan regeren. Een andere zoon van Odin, Skjold, werd koning van Reigotaland en van de Skjoldungen kwam de familie van de Deense koningen. In Zweden stichtte Odin [[Sigtun]] (bij [[Stockholm]]). In Noorwegen werd Odins zoon Saeming koning, stamvader van de noorse koningen. [[Yngvi]] volgde zijn vader Odin op als een koning van Zweden. Hij was de stamvader van de Ynglingen.<ref>Sturluson, S., ''The Prose Edda'', vertaling van J.L.Byock, Penguin classics, 2005, p. 5-8 </ref>
 
== Religieuze gewoonten ==