Energie: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
k Wijzigingen door 213.125.106.114 (Overleg) hersteld tot de laatste versie door Rode raaf
Regel 11:
Als het systeem niet wordt tegengehouden, zal het altijd proberen de hoeveelheid vrije energie zo klein mogelijk te maken: de veer rolt van tafel af en ontspant weer. Als een systeem zich in zo'n toestand van minimale energie bevindt, is het in [[evenwicht]].
 
De totale hoeveelheid energie in een gesloten systeem (dat wil zeggen dat er geen materiaal of straling in- of uit kan) blijft altijd gelijk; dit heet de ''[[wet van behoud van energie]]''. DeemDe totale energie van een systeem is de optelsom van alle microscopische en macroscopische energieën, namelijk; thermische, mechanische, kinetische, potentiële, elektrische, magnetische, chemische en nucleaire energie. De [[inwendige energie]] (U) van een systeem wordt gegeven door de som van alle microscopische energieën; alle bovenstaande behalve kinetische, potentiële en mechanische energie.
In veel processen wordt een soort energie in een andere omgezet. Zo wordt in een gaskachel de chemische energie in het [[Gas (natuurkunde)|gas]] omgezet in [[warmte]]. En tijdens het vallen van een voorwerp wordt ''zwaartekrachtsenergie'' of ''[[potentiële energie]]'' omgezet in ''bewegingsenergie'' of ''[[kinetische energie]]''.
 
Vaak wordt energie verward met [[Vermogen (natuurkunde)|vermogen]]: dit is echter energie per tijdseenheid. Iemand die op een keukentrapje klimt heeft daarvoor theoretisch net zoveel energie nodig als wanneer hij even hoog springt. Het springen gebeurt in minder tijd en daarom is daarvoor wel meer vermogen nodig. Een beeldend voorbeeld is ook het ophijsen van een piano met een horlogemotor: bij gebruik van een zwak motortje kost het ophijsen van een zwaar voorwerp veel tijd, maar het kan wel (als we wrijving verwaarlozen).
 
De intensiteit waarmee een mens diverse vormen van energie ervaart verschilt soms van de objectief te meten fysische waarde van die energie. Zo is bijvoorbeeld ca. 40kJ (40 000 joule) nodig om een kopje water tot tegen het kookpunt te brengen. Met diezelfde hoeveelheid energie zou men een baksteen van een kilogram vanaf het aardoppervlak naar 4 km hoogte kunnen gooien, of een stadsbus van 4 ton een meter optillen. (Afgezien van omzettings- en wrijvingsverliezen.)\\\\\\\\\\\\\\\\\\
 
== [[Etymologie]] ==