Schietstoel: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Regel 5:
In het begin van de luchtvaart stapten de piloten gewoon op de [[vleugel (vliegtuig)|vleugel]] van hun toestel, of ze draaiden het toestel ondersteboven, maakten hun gordel los en lieten zich in het zwerk vallen. Met het toenemen van de snelheid van de machines was dit niet meer mogelijk, doordat de piloot dikwijls werd getroffen door de staart van het toestel. Daarom werd gezocht naar een meer doeltreffende methode. De eerste schietstoel werd tijdens de [[Tweede Wereldoorlog]] in [[Duitsland]] ontwikkeld en werkte met [[perslucht]]. Het prototype van de [[Heinkel (merk)|Heinkel]] [[Heinkel He 280|He 280]] [[straaljager]] werd er als eerste mee uitgerust. Toen het toestel op [[13 januari]] [[1942]] onbestuurbaar raakte, wist testpiloot [[Helmut Schenk]] zich met succes te redden. Het eerste toestel in actieve dienst dat met een schietstoel was uitgerust, was de [[Heinkel He 219]] nachtjager. Eind [[1944]] namen de Duitsers een nieuw type schietstoel in gebruik. Hierbij was de perslucht vervangen door een explosieve lading. Dit type werd toegepast in de [[Heinkel He 162]] ''Volksjager''.
 
Na de oorlog werden schietstoelen veelal ontwikkeld door het [[Verenigd Koninkrijk|Britse]] bedrijf [[Martin-Baker]]. Al snel voldeden ook explosieve ladingen niet meer, en werd overgeschakeld op raketten, omdat daarbij de g-krachten, hoewel nog steeds groot, kleiner zijn dan bij een explosieve lading. In [[1958]] werd de eerste raketschietstoel toegepast in de [[F-102 Delta Dagger]].
[[Image:Schietstoel 19-04-2006 14-12-37.jpg|thumb|220px|Schietstoel]]