Slag bij Belmont (Missouri): verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Regel 34:
Op [[7 november]], rond 08.30 uur, werden de Noordelijken ontscheept bij Hunter's Farm op ongeveer 5 kilometer ten noorden van Belmont. Dit lag net buiten het bereik van de 6 Zuidelijke batterijen bij Columbus. Ze rukten op langs één weg terwijl ze allerhande obstakels uit de weg moesten ruimen. Op ongeveer 1,5 kilometer buiten Belmont vormden ze een gevechtslinie in een korenveld. Van noord naar zuid bestond deze linie uit de 22nd Illinois Infantry, 7th Iowa Infantry, 31st Illinois Infantry, 30th Illinois Infantry en de 27th Illinois Infantry, waartussen de cavalerie opgesteld stond. Ten noordwesten van Belmont vormden de Zuidelijken hun eigen linie bestaande uit de 12th Tennessee Infantry, 13th Arkansas Infantry, 22nd Tennessee Infantry, 21st Tennessee Infantry en de 13th Tennessee Infantry.<ref name=E143 />
 
Grant’s aanval dreef de scherpschutters terug. Voor de rest van de ochtend rukten beide zijden op om daarna weer een stukje terrein prijs te geven. Veel van de soldaten hadden nog nooit een veldslag meegemaakt. Rond 14.00 uur begon de linie van Pillow te breken. Ze trokken zich terug naar Kamp Johnston. De ordelijke terugtrekking ontaardeontaardde zeer snel in paniek toen 4 Noordelijke kanonnen het vuur openden. De Noordelijken vielen het kamp aan langs drie zijden. De verslagen Zuidelijken lieten hun vlaggen en kanonnen achter om te ontsnappen. Grant stond de volledige tijd in de voorste linie. Zijn paard werd van onder hem geschoten.<ref>Nevin, p. 48; Eicher, p. 144.</ref>
 
Brigadegeneraal McClernand stapte naar het midden van het kamp waar de Amerikaanse vlag gehesen werd. In een overwinningsroes werd het kamp geplunderd. Grant gaf het bevel om het kamp in brand te steken, zodat hij weer controle kon krijgen over zijn manschappen. Door de verblindende rook en de verwarring werden per ongeluk enkele Zuidelijke soldaten levend verbrand. De Zuidelijken die erin slaagden om te vluchten dachten dat dit een opzettelijke tactiek was van de Noordelijken.<ref>Eicher, pp. 144-45.</ref>