Sovjet-Unie: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
→‎Ideologie: maar in dit afstervan heeft niemand ooit geloofd
Regel 235:
Het ideologische gedachtegoed dat de basis vormde van de binnen- en buitenlandse politiek van de Sovjet-Unie en van het sociaal-economische systeem van het rijk, was het [[communisme]]. Het streven was via een geperfectioneerd [[socialisme]] een communistische heilstaat te worden.
 
De hoofdgedachte van het communisme is dat geld en goed (productiemiddelen) gemeenschappelijk eigendom moeten zijn, en dat van de opbrengst van arbeid ieder naar behoefte ontvangt (in tegenstelling tot het kapitalisme, waar niet naar behoefte maar naar bezit wordt ontvangen). Deze ideologie is gebaseerd op de economische ideeën van [[Karl Marx]] en de filosofische ideeën van [[Friedrich Engels]], het ''[[marxisme]]'', aanvankelijk 'communisme' genoemd, naar eerdere karakteristieken in de [[Franse Revolutie]]. Deze term werd door de initiator van de [[Russische Revolutie (hoofdbetekenis)|Russische Revolutie]] van oktober 1917, [[Vladimir Lenin]], aangevuld met een politieke kant en opnieuw gebruikt, daarom werd deze omwenteling ook wel de 'communistische revolutie' genoemd. Lenin voerde een radicaal, revolutionair soort communisme in, officieel aangeduid als het [[marxisme-leninisme]], waarin een essentiële rol is weggelegd voor de communistische partij als voorhoede van de arbeidersklasse, die regeert voor de arbeiders. Volgens Lenin waren de arbeiders namelijk niet in staat om zichzelf te regeren. Ter bescherming van de nieuwe sociale orde moest niet alleen politieke dissidenten de mond gesnoerd worden, ook alle vormen van godsdienstigheid, die slechts zouden dienen om het proletariaat af te houden van de klassenstrijd, werden onderdrukt. Een meerpartijenstelsel of fractievorming binnen de partij behoorde dan ook niet tot de mogelijkheden. WanneerAls de communistische heilstaat gevestigd zou zijn, was de historische missie van de Sovjetstaat volbracht, zodat die kon afsterven.
 
Centraal in de communistische ideologie waren twee filosofische concepten: het [[dialectisch materialisme]] en het [[historisch materialisme]]. Het dialectisch materialisme was de filosofische onderbouwing naar Friedrich Engels uit de 19e eeuw. Deze filosofie hield in dat de werkelijkheid los bestaat van onze waarneming, maar dat deze wel kenbaar is. De materie waar de werkelijkheid uit bestaat, ontwikkelt echter van een eenvoudige naar een ingewikkelde vorm. Deze ontwikkeling geldt voor alles, niet alleen in de biologie (zoals in de [[evolutietheorie]] van [[Charles Darwin]]), maar ook in de maatschappij. Verder bestonden drie belangrijke wetten in de communistische filosofie: