Kristalwater: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
k →‎top: leestekens, replaced: <sup>o</sup> → ° met AWB
Regel 4:
Kristalwater komt heel veel voor in [[zouthydraat|zouthydraten]], kristallen van [[proteïne|eiwitten]], maar ook in kristallen van polaire [[organische chemie|organische]] stoffen.
 
Heel veel chemische verbindingen nemen wanneer ze uit oplossingen kristalliseren moleculen van het oplosmiddel mee in het [[kristal (natuurwetenschappen)|kristal]]. Vanuit een waterige oplossing is dat dus water, maar in bijvoorbeeld vloeibare ammoniak gebeurt vaak hetzelfde met ammoniakmoleculen.
 
[[Afbeelding:Copper(II)-sulfate-pentahydrate-sample.jpg|thumb|right|200px|Kristalwater geeft de hydraatvorm van [[Koper(II)sulfaat|kopersulfaat]] zijn blauwe kleur]]
Regel 15:
 
Een ander bekend voorbeeld van de opname van water in een vast kristalrooster is het uitharden van gips. Het gepoederde hemihydraat van calciumsulfaat 2CaSO<sub>4</sub>·H<sub>2</sub>O wordt gemengd met vloeibaar water en in een vorm gegoten. Vervolgens wordt het water opgenomen via de reactie:
::(2CaSO<sub>4</sub> · H<sub>2</sub>O) + H<sub>2</sub>O → 2(CaSO<sub>4</sub> · H<sub>2</sub>O)
 
Hiermee verdwijnt het vloeibare water en blijft alleen een uitgeharde vaste stof (het dihydraat) over.
 
De meeste stoffen met kristalwater zijn dus 'droge' vaste stoffen, maar er zijn ook hydraten die een eigen smeltpunt hebben. In het algemeen is dat een veel lagere temperatuur dan die van het anhydraat. Zinkchloride in strikt droge vorm smelt bij 317<sup>o</sup>&nbsp;°C, maar de hydraten (er zijn er meer) smelten rond of onder kamertemperatuur. Men zou kunnen zeggen dat deze stoffen 'oplossen' in hun eigen kristalwater, maar dat gaat voorbij aan het feit dat ook in de vloeistof de watermoleculen nog een sterke wisselwerking ondergaan met het chloride.
 
Ook in eiwitkristallen wordt veel water ingebouwd bij het kristallisatieproces. De watermoleculen nemen daar deel aan het schema van [[waterstofbrug]]gen dat een belangrijke kracht vormt die het kristal bij elkaar houdt. In kristallen van eiwitten vindt men vaak 1 gebonden watermolecuul per [[aminozuur]] in het eiwit, en wordt daarnaast nog een kleinere of grotere hoeveelheid ongeordend water aangetroffen in het kristal. Het totale deel van het eiwitkristal dat gevuld is met water bedraagt vaak tientallen procenten.
 
[[Categorie:Water]]
[[Categorie:Hydraat| Kristalwater]]
[[Categorie:Chemische binding]]
[[Categorie:Coördinatiechemie]]