Dijk (waterkering): verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
→‎Opbouw en aanleg dijken: Waarde krkuinbreedte aangepast aan waarden in ontwerpleidraad voor dijken van de TAW, link naar publicatie toegevoegd (dode link naar WSHD weggehaald)
k div
Regel 54:
 
===== Zeedijken en zinkstukken =====
In de achttiende en negentiende eeuw werd de techniek om zeedijken met [[zinkstuk]]ken te versterken verder verbeterd.<ref>{{aut|Vleesschouwer}} (2012). ''De waterkering:'' zeedijken en vooroevers, [[Vrije Universiteit van Amsterdam]]</ref> De zinkstukken ter versteviging van de dijkvoet werden van gevlochten [[wilgentenen]] en afgedankte visnetten gemaakt. Ze bestaan anno 2018 nog steeds vooral uit [[rijshout]], maar er wordt nu [[geotextiel]], een sterke geweven kunststofdoek, aan toegevoegd. Dit doek moet waterdoorlatend, maar ook zanddicht zijn, er worden dus stringentestrikte eisen aan de maaswijdte gesteld.
<ref>{{cite book |last=Bakker |first=Frank |coauthors = van Stee, Kevin |date=3 augustus 2012 |title=Ontwerpmethodiek geokunststoffen voor filterconstructies in Nederlandse kust en
oeverbescherming
|url=https://www.zeeweringenwiki.nl/images/5/5b/505Adviesrapport_geokunststoffen.pdf
|format=pdf
|location= Middelburg|publisher= Hogeschool Zeeland}}</ref>. Het afzinken gebeurt door er stenen op te storten.
 
Afzinken gebeurt door er stenen op te storten.
 
In deze periode leverden [[dijkdoorbraken]] door stormvloeden en overstromingen van polders langs de [[Zuiderzee]] voor de veiligheid van de bevolking het grootste probleem op. Het plan van waterbouwkundige [[Hendrik Stevin]] uit 1667, om de Zuiderzee met een zware zeedijk af te sluiten werd in de negentiende eeuw opnieuw bekeken. Als door de bouw van een zware zeedijk de kwetsbare kustlijn langs de Zuiderzee aanzienlijk verkort kon worden verminderde dat het risico op overstromingen sterk.
Regel 87 ⟶ 85:
 
[[Bestand:Doorsnede zeedijk.png|miniatuur|Een dwarsdoorsnede van een dijk]]
Een dijk is opgebouwd uit verschillende delen. De binnenteen (ook wel hiel genoemd) en buitenteen zijn de onderranden van de dijk. De buitenteen ligt buitendijks en de binnenteen binnendijks. De kruin is het hoogste gedeelte van de dijk. De kruinbreedte is minimaal 2 m, maar vaak meer in verband met de aanleg van een weg op de kruin.
<ref>{{Citeer boek
| achternaam = Van Hijum
Regel 100 ⟶ 98:
| URL = http://resolver.tudelft.nl/uuid:d90ff1a0-45b6-45c3-a6ce-06e17092c0c9
| bezochtdatum = 11-11-2018
}} (p49)</ref>.
De kruinhoogte wordt bepaald aan de hand van het [[overstromingsrisico]].
<ref>{{citeer web|url=http://zeeweringenkustbeheer.afdelingkust.be/Userfiles/pdf/Een%20veilige%20kust.pdf|formaat=pdf|title=Een veilige kust|werk=Zeewering en Kustbeheer|opgeroepen=9 mei 2013}}</ref>. Het buiten[[talud]] is een schuin aflopend deel tussen de buitenteen en de kruin. Het buitentalud geeft stevigheid aan de dijk zodat de dijk niet doorbreekt. Het binnentalud is een schuin gedeelte tussen de binnenberm en de kruin. Dit gedeelte dient samen met de buitenberm golfslag die over de dijk heen slaat op te vangen.<ref>[http://resolver.tudelft.nl/uuid:d721630c-642c-48a1-91ab-8f560f0a57ef] {{aut|Galema ''et al.''}} (2006). ''Golfoverslag en sterkte binnentalud van dijken''</ref> De doorstroom van het water kan de buitenberm verzwakken. Het risico dat golven de buitenberm aantasten is gering met uitzondering van erosie.<ref>{{aut|M.B. Groot a, H. den Adel Stoutjesdijk a, C.J. van Westenbrugge}} (1995). 'Risk of dike failure due to flow slides', ''Coastal engineering'', volume 26, Elsevier</ref> In het buitentalud ligt bij de buitenteen een plasberm of kreukelberm. Deze berm dient ter ondersteuning van de glooiingsconstructie, die vaak uit gezette steen bestaat en dus een behoorlijk gewicht is. Halverwege het buitentalud ligt de buitenberm. Deze wordt meestal ontworpen ter hoogte van de ontwerpwaterstand. De functie van de buitenberm is het verminderen van de [[golfoverslag]]. Daarom komt een buitenberm ook meestal alleen bij zeedijken voor. Aan de binnenteen van een dijk wordt soms een brede, lage berm van klei aangebracht. Deze dient om [[piping]] tegen te gaan. Dergelijke bermen worden meestal bij rivierdijken aangetroffen. Bij hoge dijken wordt soms ook halverwege het binnentalud een berm aangebracht. Deze is alleen nodig om de aanleg en het onderhoud te vereenvoudigen. Moderne dijken bestaan meestal uit een kern van zand met daaroverheen een kleilaag van 80 – 100&nbsp;cm. In oude dijken wordt soms ook veen of klei in de kern aangetroffen.
 
Onder de dijk ligt een zogeheten onderzeese oever die de dijk moet beschermen tegen golfoverslag. Deze oever is gemaakt van kunststofmatten of van een slecht waterdoorlatende grondsoort. De onderwaterkade ligt onder de waterspiegel en is ervoor bedoel om de golven te breken. Deze kade kan van zand gemaakt zijn maar wordt meestal gemaakt van kunstmatige materialen. De punten waar de golven de dijk raken zijn vaak extra beschermd met afdekmateriaal.<ref>{{citeer web|url=http://www.ecomare.nl/nl/ecomare-encyclopedie/mens-en-milieu/water-en-kustbeheer/kustbescherming/zeedijken/|titel=Zeedijken|work=ecomare.nl}}</ref>