Ferromagnetisme: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Regel 27:
 
[[Bestand:Hysteresiskurve.svg|thumb|300px|Hysteresecurve]]
Bij het aanleggen van een periodiek wisselend extern magneetveld doorloopt de magnetisering van een ferromagnetisch materiaal een magnetiseringscurve. Uitgaand van "maagdelijk" materiaal met geen netto -magnetisering wordt bij eerste maal aanleggen van een extern veld ''H'' de blauwe curve doorlopen. Bij het bereiken van de verzadigingsfluxdichtheid ''B''<sub>S</sub> bij magnetische veldsterkte ''H''<sub>S</sub> neemt de magnetisering niet verder toe. Als vervolgens het veld wordt omgekeerd, is de magnetisering bij veldsterkte ''H''&nbsp;=&nbsp;0 nog niet geheel tot nul afgenomen, er is een remanente veldsterkte ''B''<sub>R</sub> ten gevolge van het nog niet weer in de oorspronkelijke toestand komen van de [[gebiedjes van Weiss]]. Pas als de extern opgelegde veldsterkte een tegengesteld gerichte waarde, de coërcitieve veldsterkte ''H''<sub>C</sub> heeft bereikt wordt ''B''&nbsp;=&nbsp;0. De oppervlakte van de doorlopen lus bij wisselmagnetisering is een maat voor de verliezen. Materialen met lage waardes van ''H''<sub>C</sub> en dus kleine hystereselussen worden zacht magnetische materialen genoemd. Is daarentegen ''H''<sub>C</sub> zeer groot, dan spreekt men van hard magnetisch materiaal.
 
== Ferromagnetische materiaalsoorten ==