Brigittinnen (Brussel): verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 13:
In volle [[contrareformatie]] stroomden de kloosterorden toe in Brussel. De contemplatieve brigittinnen arriveerden in 1623 vanuit de [[Dendermonde|Dendermondse]] [[abdij Mariëntroon]], nadat ze de vereiste toestemmingen hadden bekomen.<ref>De [[Magistraat van Brussel]] gaf zijn akkoord op 18 januari en 5 februari 1621, aartsbisschop [[Jacob Boonen]] op 23 juli 1623, [[Infante Isabella]] op 8 augustus 1623.</ref> Het was de [[abt (abdij)|abdis]] zelf, Barbara Tasse, die met vijf medezusters gestalte gaf aan de nieuwe stichting. Van de oude raadsheer [[Engelbert Maes]] en Jacoba Maes kochten ze huizen en tuinen op het einde van de [[Hoogstraat (Brussel)|Hoogstraat]], tegenover het [[UMC Sint-Pieter|Sint-Pietershospitaal]]. Hoewel ze er in 1625 introkken, schijnen de brigittinnen vrij snel beslist te hebben om zich elders te vestigen. In 1637 kochten ze het huis van de vertrekkende [[Engelse Franciscanessen van Brussel, Nieuwpoort en Brugge|Engelse franciscanessen]], op wat toen de hoek was van de [[Beuk (boom)|Buc]][[bron (water)|borrestraat]] en de Zilverstraat. Eind 15e eeuw had Katrien Vandenbossche op die hoek een [[badstoof|stoof]] gehouden in de toenmalige [[volder]]swijk. Zo belandden de brigittinnen op de huidige locatie, waar ze een aanzienlijk onroerend bezit verwierven (een zestigtal huisjes).
 
Na hun verhuis in 1652 verzamelden ze nog een tiental jaar middelen voor de kapel. Uit een notitie in de boekhouding wordt afgeleid dat [[Leo van Heil]] er de architect van was. Aartsbisschop [[Andreas Creusen]] legde de eerste steen in 1662. Na de [[zegening]] door oratorenpaterde [[Oratorianen (Brussel)|Brusselse oratoriaan]] Martin de Vreese vierde Robertus Garesta, [[abdij van Vlierbeek|abt van Vlierbeek]], de eerste mis in de kapel (1667). De [[consecratie]] door aartsbisschop [[Alphonsus de Berghes]] volgde in 1672.
 
De brigittinnen onderhielden contacten met de [[jansenisten]] van [[Port-Royal des Champs|Port-Royal]].<ref>Émile Jacques, [https://old.brussel.be/CahiersBruxellois/show.cfm?dir=Tome%20XV-XVI&file=Tome%20XV-XVI&count=203&page=7 L'abbaye de la Cambre, les Brigittines et le monastère de Port-Royal], in: ''Cahiers Bruxellois'', nr. XV-XVI, 1970-71, p. 9-17</ref> Zuster Euphrosyne correspondeerde rond 1665 met [[Antoine Arnauld]]. Een andere brigittin, zuster Juliana van Thulden (1626-1654), aan wie haar zus Charlotte een biografie wijdde met allerlei mirakelverhalen,<ref>''Abrégé de la Vie de la vénérable Soeur Juliane de Thulden, religieuse de l’Ordre du Saint-Sauveur [...] escrite par Sa Soeur et intime confidente, Dame Charlotte de Thulden, religieuse en l’abbaye de la Cambre, proche de Bruxelles'', zie ook: L. Antheunis, "De eerbiedwaardige Zr. Juliana van Thulden (1626-1654)", in: ''Bossche Bijdragen'', XXIV, 1958-59, p. 197-208</ref> gaf mogelijk de aanzet die de [[abdij Ter Kameren]] ertoe bewoog zich het lot van de jansenisten aan te trekken. Het hoeft dan ook niet te verwonderen dat de brigittinnen tegenstand ondervonden van de [[Jezuïetenkerk (Brussel)|Brusselse jezuïeten]]. Een jansenist sprak na een bezoek in 1681 van een 'algemene samenzwering'.