Ivar Ragnarsson: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 2:
'''Inguar''' of '''Ivar''', bijgenaamd '''de Beenloze''' ([[Oudnoors]]: ''Īvarr inn beinlausi''; [[Oudengels]]: ''Hyngwar''), in de literatuur ook '''Ivar Ragnarsson''' genoemd, was een negende-eeuwse [[Vikingen|Viking]]leider, die tevens een reputatie als [[berserker]] had.
 
Ivar was vermoedelijk al vanaf 851 actief bij overvallen in Ierland, samen met zijn familielid Olaf (''Óláfr hinn Hvíti''). In de herfst van 865 leidde hij samen met zijn strijdmakker [[Halfdan Ragnarsson|Halfdan]] het [[Grote heidense leger]] tijdens de invasie van [[East Anglia]], het middenoostelijk deel van [[Engeland]]. De Vikingen sloten al snel een overeenkomst met de inwoners. Het volgende jaar leidde Ivar zijn troepen noordwaarts, waar hij de stad Eoferwic, het huidige [[York (Verenigd Koninkrijk)|York]], gemakkelijk innam op de in een burgeroorlog verwikkelde [[Koninkrijk Northumbria|Northumbriërs]]. De Denen noemden deze stad Jórvík. In 867 slaagden Ivar en de Denen er in om de stad te behouden tijdens een vergeefse poging door de Angelsaksen om de stad terug te veroveren.
 
In latere sagen wordt Ivar omschreven als een broer of halfbroer van Halfdan, [[Ubbe Ragnarsson|Ubbe]], [[Björn Järnsida]] en [[Sigurd Slang-in-het-oog]]. Zijn vader was de legendarische aanvoerder [[Ragnar Lodbrok]], van wie men meende dat zijn rijk grote delen van het hedendaagse [[Denemarken]] en [[Zweden]] besloeg; zijn moeder was diens derde vrouw [[Aslaug]]. Ivar zou de moord op zijn vader gewroken hebben door koning [[Ælle van Northumbria]] te doden met het ritueel van de [[bloedarend]]. "De wreedste van allemaal was Ingvar, de zoon van Lodbrok, die overal christenen doodmartelde", stelt de kroniekschrijver [[Adam van Bremen]] omstreeks 1075.<ref>''Gesta Pontificum Hammaburgensis Ecclesiae''I xxxvii (§ 39), vertaald in het Engels door Francis J. Tschan, ''History of the Archbishop of Hamburg-Bremen'', New York, 1959.</ref>