Rijn: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Regel 203:
Langs de [[Waal (rivier)|Waal]] en stroomafwaarts langs de [[Lek (rivier)|Lek]] vonden vergelijkbare ontwikkelingen plaats, in de 14e eeuw leidend tot de afdamming van de bedijkte rivieren [[Linge (rivier)|Linge]] en [[Hollandse IJssel]] bij [[Tiel]] resp. [[Vreeswijk (wijk)|Vreeswijk]]. Stroomopwaarts langs de [[Nederrijn]] en langs de (Gelderse) [[IJssel]] zijn rivierbochten ten behoeve van de handel, tolheffing en militaire verdediging in de Middeleeuwen doorgesneden en verlegd. In 1530 werd de Rijn bij [[Arnhem]] verlegd, een project dat in 1536 werd afgerond. De stad, welke is ontstaan langs de [[Sint-Jansbeek (Gelderland)|St. Jansbeek]], kon zich aan de Rijnoever nog beter ontwikkelen, maar wist zich door een ligging direct aan de rivier ook beter te verdedigen tegen de [[Gelderse Oorlogen|Spaanse dreiging]]. De Sint-Jansbeek is een waterloop die van de heuvels van [[Park Zypendaal]] door [[Park Sonsbeek]] en de Arnhemse binnenstad naar de rivier de Rijn stroomt. Andere voorbeelden zijn wijzigingen van de loop van de IJssel bij [[Zutphen (stad)|Zutphen]] (1357) en bij [[Doesburg]] (1552).
 
Het is niet geheel duidelijk wanneer de Waal, zoals nu, ongeveer 2 keer zo groot werd als de Nederrijn, maar er zijn aanwijzingen dat dit in de 16e eeuw was. Een factor hierbij was de [[Sint-Elisabethsvloed (1421)]], want daardoor ontstond een binnenzee, waardoor de afstand naar zee kleiner werd voor de Waal. Een andere factor was de opening van het Vossegat door een dijkdoorbraak in 1539, waardoor de Waal bij de splitsing plotseling door 2 takken gevoed werd. Deze verdeling tussen Waal en Rijn en de plaats van de splitsing waren echter niet stabiel. Na circa 1550 kwam de splitsing bij het punt waar in 1586 fort [[Schenkenschanz]] werd gebouwd en werden de Nederrijn en de Waal door een smalle landengte over enkele kilometers gescheiden. Een stabiele afscheiding was toen, tijdens de [[Tachtigjarige Oorlog]], echter van groot strategisch belang, want de rivieren waren verdedigingslinie en het water van onder meer de Nederrijn was een bron voor [[inundatie]]. Dat speelde ook al in de Romeinse tijd ([[Drususdam]]). Later in de 17e eeuw ging de Waal echter steeds meer domineren, werden Nederrijn en IJssel in de zomer moeilijk bevaarbaar en in het [[Rampjaar 1672]] kon het Franse leger de Rijn bij Lobith eenvoudig oversteken. De [[Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden]] kende maar weinig nationale eenheid, maar in 1707, tijdens de [[Spaanse Successieoorlog]], kwam wel het Pannerdensch kanaal tot stand. Hierdoor kwam er een nieuwe splitsing: de Pannerdense kop. Ook de oude splitsing bleef functioneren. Tussen deze splitsingen lagen de Boven Waal en de (oude) Rijn. Hiermee was niet alles opgelost, want in de Bijlandsche Waard, tussen Lobith en de nieuwe splitsing, ontstond een [[meander (waterloop)|meander]] (bocht) in de Boven Waal die naar het Noorden groeide en de dijk ondermijnde, waardoor het dorp [[Herwen|Oud-Herwen]] in de Boven-Waal verdween. Vervolgens dreigde de Boven-Waal ook door de dijk van de (oude) Rijn te breken. Daardoor zou echter een enorme toevloed van water in de Nederrijn, Lek en IJssel komen, veel meer dan de dijken van deze rivieren aankonden. Reden dus voor de Republiek te overleggen met [[Pruisen]] en de dijk te versterken. Daarna werd de meander afgesneden door in 1775 het Bijlandsch Kanaal te graven. Het ontstaan van de meander in circa 1745 ging ook gepaard met verdere verzanding van de [[Oude Rijn (Zevenaar)|Oude Rijn]] en meer verplaatsing van de rivier verder stroomopwaarts. Hierdoor kwam Schenkenschanz ten zuiden van de Boven Waal en kwam de Rijn tussen Tolkamer en Spijk in zijn huidige positie, verder naar het Noorden. In het landschap zijn de oude rivierlopen nog herkenbaar: de Griethauser Altrhein bij Kleef is de oude Boven-Waal en verderop de oude Rijn, voor de splitsing. De oude Nederrijn-tak is direct ten oosten van Lobith, loopt met een wijde bocht langs de grens en dan naar het noordwesten tot het [[gemaal Kandia]]. De meander in de oude Boven-Waal is met de dijk nog aanwezig pal ten westen van [[Tolkamer]] en [[Lobith]]. Hij geeft duidelijk aan waar het [[Bijlandsch Kanaal]] zich bevindt. De oude Rijn bleef echter nog lang verbinding houden met de Rijn boven Tolkamer. Later was dat alleen nog bij hoge waterstand, als overlaat. Toen deze ten slotte in 1959 gesloten werd,jaylieh is beroent
was de Boven-Waal niet meer en is men dit traject Boven-Rijn gaan noemen. Zo heeft ook Nederland een Boven-Rijn.
 
In het benedenstroomse deel van de delta vloeiden [[Waal (rivier)|Waal]] en [[Maas]] samen: tot 1421 in het getijdegebied van [[Oude Maas]] en [[Scheur (rivier)|Het Scheur]] en na de Sint-Elisabethsvloed ook via de [[Nationaal Park De Biesbosch|Biesbosch]] naar het [[Hollandsch Diep|Hollands Diep]], [[Haringvliet (zeearm)|Haringvliet]] en [[Grevelingenmeer|Grevelingen]]. De Biesbosch verzandde echter en werd een moerasbos. Daarin werd ook de Merwede opgenomen. De [[Boven-Merwede]] werd hierdoor een flessenhals die tot opstuwing en overstroming leidde, wat de aanleiding was tot het graven van de [[Nieuwe Merwede]] (1860) en de [[Bergsche Maas|Bergse Maas]] (1904) en het afdammen van de [[Afgedamde Maas]] bij [[Andel (Nederland)|Andel]]. Bovendien werd daardoor de afvoer van de Maas verbeterd door de kleinere afstand naar zee.