Belgische Revolutie: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Arthur 69 (overleg | bijdragen)
→‎Beleid: despotisme en favoritisme: geen persvrijheid, alle despoten vrezen de vrije pers.
Schelde open sinds vereniging, despotisme POV
Regel 44:
Het [[Contingentie|contingent]], opgelegd aan de [[Zuidelijke Nederlanden]] bij de rekrutering van dienstplichtigen voor het leger, was onevenredig groot. Het Belgische aandeel in het officierenkorps was echter beperkt: slechts één officier op zes kwam uit de zuidelijke provinciën en dan nog vooral in de lagere rangen en bij de [[infanterie]] en de [[cavalerie]]. Het aantal officieren uit het Zuiden was echter minimaal bij de [[artillerie]] en de [[genie (legereenheid)|genie]], waarvoor een gespecialiseerde opleiding nodig was. Aldus werd een meerderheid van de soldaten uit het Zuiden bevolen door officieren uit het Noorden. Het niet invoeren van de persvrijheid en van de vrijheid van vereniging (handhaven van de [[Wet le Chapelier]]) werd door de intellectuelen als een bijkomend middel tot controle uit het Noorden ervaren. Deze situatie kan verklaard worden door de sterke tegenwerking vanuit de Franstalige elite. Het dominante Franstalige officieren korps was een onberekenbare factor in het streven naar eenheid en stabiliteit.
 
In 1825 leek de staat dan echter toch gevestigd. De despotischegevolgde politiek van Willem I wist dit in de jaren daarna echter weer ongedaan te maken. Vanaf 1828 uitte dit zich in een diepe gezagscrisis, al leek dit aanvankelijk nog niet noodzakelijk te leiden tot het uiteenvallen van de staat.
 
=== Grondwet ===
Regel 157:
Het [[separatisme]] dat leidde tot de Belgische [[secessie (politiek)|secessie]] was voor de belangrijkste industriestad [[Gent]] een catastrofe. In 1832 verwerkte de Gentse textielnijverheid nog slechts 2 miljoen kg [[katoen]], tegenover 7,5 miljoen kg in 1829. De meeste [[arbeider]]s waren als direct gevolg van de Belgische afscheuring werkloos geworden en de anderen verdienden nog amper 30% van hun loon uit 1829.
 
In de havenstad [[Antwerpen (stad)|Antwerpen]] was de ramp nog groter, omdat Nederland de vrije scheepvaart op de Schelde verhinderde. In 1829 bedroeg het scheepvaartverkeer in de haven 1028 schepen en 129.000 ton. Antwerpen verstouwde dat jaar zelfs dubbel zoveel goederen als [[Rotterdam]] en [[Amsterdam]] samen. In 1831 was het aantal schepen teruggevallen tot 398, en de handel met de Nederlandse koloniën herleid tot nul.
 
=== Culturele gevolgen ===