Belevingseconomie: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
k Ymnes heeft pagina Belevingsmuseum hernoemd naar Belevingseconomie
Geheel herschreven. Ik heb het over een andere boeg gegooid en het artikel herschreven naar belevingseconomie. Dit is in feite het onderliggende principe waarop een belevingsmuseum is gebaseerd.
Regel 1:
{{Wiu|warrig verhaal met promotioneel 'taal'gebruik, en de vraag op welke gezaghebbende bronnen dit 'concept' is gebaseerd|2=2018|3=09|4=17}}
'''Belevingseconomie''' of '''beleveniseconomie''' (Engels: experience economy) is een [[economie]] waarin een [[beleving]] of [[ervaring]] centraal staat die met een [[Product (economie)|product]] of [[Dienst (economie)|dienst]] geassocieerd wordt. Hiermee maakt het een verschil met een economie waarin een product of een dienst centraal staat.<ref>Algemeen Nederlands Woordenboek, [http://anw.inl.nl/article/belevingseconomie belevingseconomie], Instituut voor de Nederlandse Taal</ref>
Een '''belevingsmuseum'''<ref>Peter Jacobs en Erwin De Decker, [https://books.google.nl/books?id=7ZQaILs1d20C&pg=PA156&dq=%22belevingsmuseum%22&hl=nl&sa=X&ved=0ahUKEwiKyY7Cq8LdAhXSZVAKHWc4BjUQ6AEIMjAC#v=onepage&q=%22belevingsmuseum%22&f=false Logeren Bij Nederlanders in Frankrijk], 2006</ref><ref>Centrum voor Beeldcultuur (oorspronkelijk Indiana University), [https://books.google.nl/books?id=JIgHAQAAMAAJ&q=%22belevingsmuseum%22&dq=%22belevingsmuseum%22&hl=nl&sa=X&ved=0ahUKEwiXlLPdr8LdAhXJwAIHHUv9C1sQ6AEIQjAF AS mediatijdschrift, pagina 103], 2010</ref> of '''belevenismuseum'''<ref>Annick Schramme, [https://books.google.nl/books?id=jMlTBQAAQBAJ&pg=PT8&dq=belevenismuseum&hl=nl&sa=X&ved=0ahUKEwiFor_JpMLdAhXBDOwKHfQFABwQ6AEIODAD#v=onepage&q=belevenismuseum&f=false Cultuur is beleven], 2015</ref><ref>Henk Beukhof, [https://books.google.nl/books?id=I8sLAQAAMAAJ&q=belevenismuseum&dq=belevenismuseum&hl=nl&sa=X&ved=0ahUKEwiFor_JpMLdAhXBDOwKHfQFABwQ6AEIPTAE De Hoge Veluwe: natuur en kunst], pagina 157 (citaat: "In navolging daarvan is het Museonder vooral een kijk- en belevenismuseum geworden, waar bij de presentatie speciaal rekening gehouden is met kinderen. Hier ziet en voelt de bezoeker het spannende ondergrondse leven van de Veluwe.]</ref> is een [[museum]] dat inspeelt op de beleving van de bezoeker.<ref>Jeff Gaspersz, [https://books.google.nl/books?id=p3RXBOJGLnYC&pg=PT73&dq=belevenismuseum&hl=nl&sa=X&ved=0ahUKEwiFor_JpMLdAhXBDOwKHfQFABwQ6AEIKDAA#v=onepage&q=belevenismuseum&f=false Nieuwe ideeën, nieuwe kansen], 2010</ref> Anders dan bij tekstuele overdracht van kennis, worden in een belevingsmuseum meer zintuigen opgeroepen. Hierdoor wordt geen inhoudelijke kennis overgebracht maar uit een beleving geleerd. Hoewel beide museumtypes een gemeenschappelijk doel hebben (verzamelen van objecten, bewaren, onderzoeken en kennis doorgeven) biedt een belevenismuseum de bezoeker meer service bij de toegang tot kennis. Er wordt veel waarde aan gehecht dat de bezoeker museumstukken kan aanpakken en uitproberen, en op het gebruik van [[interactie|interactiviteit]] en [[multimedia]]. Een belevingsmuseum heeft veel overeenkomsten met een interactief museum.
 
Bij de belevingseconomie gaat het niet om een radicale transformatie, maar om een subtiele verandering van de beleving van de consument. De Engelse term werd in 1998 geïntroduceerd door B. Joseph Pine II and James H. Gilmore in hun boek ''Welcome to the experience economy''.<ref>Brian Lonsway, ''Making Leisure Work: Architecture and the Experience Economy'', [https://books.google.nl/books?id=GUbdAAAAQBAJ&printsec=frontcover#v=onepage&q&f=false pag. 1-2], 2013</ref> De ontwikkeling naar een belevingseconomie werd al eerder beschreven, in 1970 door [[Alvin Toffler]] in zijn boek ''Future shock''. Hij voorspelde dat er een radicale verandering van de economische structuur van de ontwikkelde economieën op komst zou zijn, die door welvarende omstandigheden te maken zouden krijgen met een nieuw niveau van menselijke behoeftes. In 1992 introduceerde de Duitse socioloog Gerhard Schulze in dit kader de term ''experience society'' in zijn boek ''Die Erlebnisgesellschaft''. Hierin beschreef hij de esthetisering van het dagelijkse leven met een toenemend belang voor niet-materiële aspecten van producten.<ref>Jon Sundbo en Flemming Sørensen, Handbook on the Experience Economy, [https://books.google.nl/books?id=Pc8MAQAAQBAJ&pg=PA47#v=onepage&q&f=false pag. 47], 2013</ref>
De klantgerichtheid is het gevolg van een zakelijkere aanpak door museums, waardoor de bezoeker niet meer gezien wordt als ontvanger van kennis maar als klant die eigen wensen en interesses heeft.
 
De actieve beïnvloeding van de klant in de belevingseconomie wordt ''experiential marketing'' genoemd. Deze spreekt de emotionele waarden en behoeften aan, om de klant meer betrokken te laten voelen bij een product. Volgend Pine en Gilmore levert deze interpretatie een unieke, eigen herinnering aan de beleving op. Volgens Diane Nijs en Frank Peters in ''Imagineering: het creëren van belevingswerelden'' (2002) is er een belangrijke rol voor interactiviteit die de klant uitdaagt zelf te ontdekken, te bepalen en te beleven.<ref>Tamara van der Loo, [https://thesis.eur.nl/pub/18457/1013_MCD10_Tamara-van-der-Loo_mei-2015.pdf Het gebruik, ontwikkelen en meten van beleving in woongebieden.], pag. 17-18 en 25, mei 2015</ref>
{{Appendix|2=
 
{{Bronvermelding anderstalige Wikipedia|taal=de|titel=Erlebnismuseum|oldid=148727122|datum=20151204}}
{{Appendix|2=}}
----
[[Categorie:MuseologieEconomie]]
{{References}}
}}
[[Categorie:Museologie]]
[[Categorie:Marketing en verkoop]]