Oud-Griekse godsdienst: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
k Wijzigingen door 92.111.242.82 (Overleg) hersteld tot de laatste versie door Robbot
Regel 28:
De terminologie die men gebruikte binnen de Oud-Griekse godsdienst laat ons toe een blik te werpen op de gedachtewereld van de gelovigen.
 
Een eerste belangrijk element zijn de vier verschillende termen die men kende in het Grieks om iets uit te drukken dat ons woord "heilig" benadert: {{Polytonic|ἱερός}} / hierós (een begrip dat reeds in de [[Myceense beschaving|Myceense tijd]] werd gebruikt en enkel gebruikt kon worden bij zaken (af en toe bij personen) die in nauwe verbindiósiosverbinding stonden met een godheid of [[Grieks heiligdom|heiligdom]]), {{Polytonic|ὅσιος}} / hósios (dat altijd in contrast met ''hierós'' moet gezien worden kan (1) vroom, heilig of (2) gedesacraliseerd betekenen), {{Polytonic|ἅγιος}} / hágios (zeldzaam in de oudheid zelf en afgeleid van het werkwoord {{Polytonic|ἅζομαι}} / házomai (eerbiedige vrees hebben tegenover iets/iemand), heeft slechts betrekking op zaken die in verband staan met het goddelijke en aldus onbereikbaar of transcendent zijn) en {{Polytonic|ἁγνός}} / hagnós (vaker gebruikt dan ''hágios'' in de oudheid en ook afgeleid van hetzelfde werkwoord, wijst op de zuiverheid van zowel zaken als personen, of het nu goden of mensen waren). Uit al deze termen kunnen we afleiden dat voor de Grieken de onaantastbaarheid en zuiverheid van heilige zaken of personen belangrijk was. Men kan in dit verband ook de ''[[asylia]]'' (onschendbaarheid) van heiligdommen beschouwen.
 
Het belang van angst, vrees of schroom in de Oud-Griekse religie blijkt uit de verscheidene termen met {{Polytonic|σεβ}} / seb (gevaar, angst, veneratie) in: zo kent men de woorden {{Polytonic|σέβομαι}} / sébomai (vereren), {{Polytonic|σέβας}} / sébas (ontzag, eerbied, schaamte), {{Polytonic|σεμνός}} / semnós (vereerd), {{Polytonic|εὐ̓σέβεια}} / eusébeia (eerbiedigheid, piëteit; vroomheid), {{Polytonic|θεοσέβεια}} / theosébeia (godsvrucht) en {{Polytonic|ἀσέβεια}} / [[asebeia|asébeia]] (oneerbiedigheid, goddeloosheid). Ook de term {{Polytonic|αἰδώς}} / aidôs (angst voor, schroom en eerbied tegenover de goden) werd vaak gebruikt.