Communistische Partij van Nederland: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
k Link naar doorverwijspagina Hoeksche Waard gewijzigd in Hoeksche Waard (eiland) met DisamAssist.
Leopard (overleg | bijdragen)
k cosmetisch
Regel 8:
| oprichting = februari 1909
| hoofdkantoor =
| krant = ''[[De Waarheid (krant)|De Waarheid]]''
| leden =
| richting = [[links (politiek)|Links]]
Regel 30:
=== Scheuring in de Sociaal-Democratische Arbeiderspartij (SDAP) ===
{{Zie hoofdartikel|Scheuring SDAP en SDP}}
De geschiedenis van de CPN begon in 1909 met een scheuring in de [[Sociaal-Democratische Arbeiderspartij]] (SDAP). Deze partij had twee stromingen, een [[reformisme|reformistisch]]/[[Revisionistisch socialisme|revisionistische]] en een orthodox-[[marxisme|marxistische]]. Na jarenlange botsingen tussen principiële marxisten binnen de SDAP en SDAP-fractievoorzitter [[Pieter Jelles Troelstra]], waarbij Troelstra en partijbestuur de scherpe toon van de kritiek van die marxisten onaanvaardbaar achtten, werd op het partijcongres van 13–14 februari 1909 in Deventer, bij tweederdemeerderheid, de redactie van het marxistische oppositieblad ''[[De Tribune (krant)|De Tribune]]'' geroyeerd. Met hen verlieten zo'n 400 geestverwanten de SDAP. Op 14 maart richtten zij de nieuwe SDP ('''Sociaal-Democratische Partij''') op.<ref>Ron Blom – ''Frank van der Goes, 1859–1939. Journalist, literator en pionier van het socialisme.'' Eburon, Delft, 2012. Pagina's 189 t/m 214.</ref> Oprichters waren onder anderen [[David Wijnkoop]], [[Willem van Ravesteyn]], [[Jan Ceton]] en [[Herman Gorter]]. ''De Tribune'' werd het partijorgaan.
Na jarenlange botsingen tussen principiële marxisten binnen de SDAP en SDAP-fractievoorzitter [[Pieter Jelles Troelstra]], waarbij Troelstra en partijbestuur de scherpe toon van de kritiek van die marxisten onaanvaardbaar achtten, werd op het partijcongres van 13–14 februari 1909 in Deventer, bij tweederdemeerderheid, de redactie van het marxistische oppositieblad ''[[De Tribune (krant)|De Tribune]]'' geroyeerd. Met hen verlieten zo'n 400 geestverwanten de SDAP. Op 14 maart richtten zij de nieuwe SDP ('''Sociaal-Democratische Partij''') op.<ref>Ron Blom – ''Frank van der Goes, 1859–1939. Journalist, literator en pionier van het socialisme.'' Eburon, Delft, 2012. Pagina's 189 t/m 214.</ref> Oprichters waren onder anderen [[David Wijnkoop]], [[Willem van Ravesteyn]], [[Jan Ceton]] en [[Herman Gorter]]. ''De Tribune'' werd het partijorgaan.
 
=== 1910 - 1939 ===
Bij de [[Tweede Kamerverkiezingen 1918|Tweede Kamerverkiezingen van 1918]], de eerste verkiezingen na de invoering van het [[algemeen kiesrecht]], slaagde de SDP erin om twee van de honderd zetels in het parlement te bemachtigen. In het parlement vormden de SDP'ers met de eenmansfracties van [[Socialistische Partij (1918-1928)|SP]] en [[Bond van Christen-Socialisten|BCS]] de [[Revolutionaire Kamerclub]]. In 1919 verkregen de communisten een derde zetel door de overstap van BCS-Kamerlid [[Willy Kruyt]].
 
Regel 46 ⟶ 45:
 
In het begin van de oorlog werd de partijtop gevormd door [[Paul de Groot]], [[Lou Jansen (verzetsstrijder)|Lou Jansen]] en [[Jan Dieters]]. Ook voor de Amsterdamse districtsleider [[Jaap Brandenburg]] was een belangrijke rol weggelegd. Vooroorlogse bekende kaderleden namen in eerste instantie niet aan het illegale werk deel; dat werd te gevaarlijk geacht. Het nieuwe illegale kader ging bestaan uit ongeveer 2000 mensen, per district in cellen georganiseerd.
In november [[1940]] werd het partijblad ''[[De Waarheid (krant)|De Waarheid]]'' opgericht; [[Anthoon Johan Koejemans|A.J. Koejemans]] was de eerste hoofdredacteur. Het was niet het vroegste illegale blad; in Den Haag was al twee weken eerder een ander tijdschrift uitgebracht, [[De Vonk (verzetsblad van ISB)|De Vonk]]. Op de stencilapparaten van ''De Waarheid ''werd in 1941 het manifest voor de [[Februaristaking]] gedrukt. Tot de dag van vandaag is omstreden wie de auteur was van dit manifest ("Staakt, Staakt, Staakt").
 
[[Bestand:Gerben Wagenaar.jpg|frame|Gerben Wagenaar in 1956]]In het eerste jaar was het beleid van de illegale CPN minder fel gekant tegen de Duitse bezetter dan tegen het "imperialistische Westen" inclusief het [[Monarchie in Nederland|Huis van Oranje]]. In de juni-uitgave van [[1940]] van het partijmaandblad Politiek en Cultuur werd zelfs opgeroepen tegenover de Duitse bezetter een "correcte houding" aan te nemen. Nog ruim vóór de door de CPN georganiseerde [[Februaristaking]] in [[1941]] veranderde deze houding echter en versterkte zich nog na de Duitse aanval op [[Sovjet-Unie|Sovjet-Rusland]] in juni 1941. De [[Nederlands verzet in de Tweede Wereldoorlog|verzetsactiviteiten]] richtten zich behalve op het verspreiden van krant en [[pamflet]]ten (waaronder ''[[Aan het Nederlandsche volk (verzetsblad, Eindhoven)|Aan het Nederlandsche volk]]'' in Eindhoven) vooral op [[sabotage]]. Met dat laatste werd oud-Spanjestrijder [[Jan Hendrik van Gilse|Janrik van Gilse]] belast. Met [[Gerben Wagenaar]], [[Max Meijer]] (eveneens oud-Spanjestrijder), [[Jan Willem Schouten|Jan Schouten]] en [[Gerrit Willem Kastein]] richtte hij de zogeheten [[Militaire Commissie]] of ''Militair Contact'' (MC) op, die landelijk aanslagen ging plegen op spoorwegen, fabrieken en dergelijke. Een aparte groep onder leiding van [[Daan Goulooze]] bedreef [[spion]]age ten behoeve van de Sovjet-Unie en droeg zorg voor (beveiligd) radiografisch contact tussen de illegale leiding van de CPN en de Comintern.
 
De illegale CPN werd fel vervolgd. De Duitsers en de politie konden de actieve CPN-leden betrekkelijk makkelijk opsporen doordat de Nederlandse regionale inlichtingendiensten meteen na de Nederlandse capitulatie hun vooroorlogse [[infiltrant]]en in de partij ook voor de [[Sicherheitsdienst]] inzetten. Zo heeft de infiltrant Van Soolingen, actief sinds 1923 en tot maart 1945, in Den Haag honderden mensen laten arresteren, waarvan er minstens 130 om het leven zijn gekomen. Het gevolg van de vervolging was dat halverwege 1942 de helft van het illegale kader was gearresteerd en uitgeschakeld. In 1943 wilde het driemanschap De Groot, Dieters en Jansen zich om veiligheidsredenen uit de illegale leiding terugtrekken en deze overdragen aan een andere leiding, bestaande uit Piet Vosveld, Jaap Brandenburg en Gerrit van den Bosch. Zover kwam het niet. Vosveld werd door de SD gepakt en werd vervolgens onder zware druk gezet om als verklikker en lokvogel te fungeren. In april 1943 werden daardoor Jansen en Dieters gearresteerd. Vooral Jansen liet onder druk van de zware SD-verhoren veel informatie los over organisatie en personen van de CPN. Beiden werden voor hun verzetsactiviteiten ter dood veroordeeld en op [[9 oktober]] [[1943]] op de [[Waalsdorpervlakte]] gefusilleerd. Nadat De Groot in 1942 – in tegenstelling tot zijn in Auschwitz vermoorde joodse vrouw en dochter – ternauwernood aan arrestatie op zijn onderduikadres in Gorssel (Ov.) wist te ontsnappen, gebeurde dit in 1943 opnieuw, waarna hij zich gedurende de rest van de oorlog uit het illegale werk terugtrok. Op voorspraak van Goulooze nam nu [[Jan Postma (CPN)|Jan Postma]], districtleider van Amsterdam, de leiding op zich. De nieuwe top sloeg een gematigder, meer op samenwerking met het sociaaldemocratische verzet gerichte koers in. De Militaire Commissie werd opgeheven; Wagenaar werd vertegenwoordiger van de CPN in de nieuwe [[Raad van Verzet]], waarin de overgebleven sabotagegroepen opgingen. Jan Postma werd op zijn beurt gearresteerd in november 1943 en in 1944 gefusilleerd. Vervolgens ontstond gedurende korte tijd een leiding met Brandenburg en de vóór 1940 door De Groot uit het partijbestuur gezette Ko Beuzemaker en Cees Schalker. Ook de beide laatsten werden opgepakt en terechtgesteld. De laatste illegale leiding tot de bevrijding bestond uit onder meer (wederom) Brandenburg, Reuter, Wagenaar, Koejemans, Puister en Baruch. ''De Waarheid'' bleef tot het eind van de oorlog verschijnen. Naar schatting zijn ruim 2000 communistische verzetsmensen tijdens de oorlog om het leven gekomen. Vele tientallen van hen werden op diverse plaatsen in Nederland [[Nederlanders gefusilleerd tijdens de Duitse bezetting|gefusilleerd]]. Vele anderen verdwenen in de Duitse kampen en werden soms kort voor de bevrijding nog vermoord, een lot dat ook [[Hannie Schaft]] overkwam.
De Waarheid bleef tot het eind van de oorlog verschijnen. Naar schatting zijn ruim 2000 communistische verzetsmensen tijdens de oorlog om het leven gekomen. Vele tientallen van hen werden op diverse plaatsen in Nederland [[Nederlanders gefusilleerd tijdens de Duitse bezetting|gefusilleerd]]. Vele anderen verdwenen in de Duitse kampen en werden soms kort voor de bevrijding nog vermoord, een lot dat ook [[Hannie Schaft]] overkwam.
 
=== Na de oorlog ===
Regel 61 ⟶ 59:
De activiteiten van de CPN tijdens de oorlog zorgden voor een hoogtepunt in de populariteit van de partij. Bij de gemeenteraadsverkiezingen begin 1946 behaalde de partij landelijk 16% van de stemmen. In de gemeente [[Amsterdam (gemeente)|Amsterdam]] werd de CPN zelfs de grootste partij met 32% van de stemmen en 15 raadszetels. De eerste naoorlogse [[Tweede Kamerverkiezingen 1946|Tweede-Kamerverkiezingen in datzelfde jaar]] leverden de partij 10,6% van de stemmen op, goed voor tien zetels. ''De Waarheid'' was enige tijd het meest gelezen dagblad van Nederland, mede door het verschijningsverbod dat [[de Telegraaf]] tot 1949 trof. Van 1947 tot 1981 was het hoofdkantoor gevestigd in het gebouw [[Felix Meritis]] te Amsterdam, waar aan de achterkant op de Prinsengracht de eigen drukpers gevestigd was. Deze pers was met obligatieleningen gefinancierd via een actie onder leden en aanhangers van de CPN.
 
Onder invloed van de [[Koude Oorlog]] verloor de partij in de jaren `50vijftig veel aanhang, tot een dieptepunt van 2,4% van de stemmen in 1959. De partij was erg impopulair tijdens de [[Hongaarse Opstand]] in 1956. Als gevolg van de inval van de Sovjet-Unie in Hongarije werd door een stenengooiende menigte gepoogd de in het gebouw [[Felix Meritis]] gevestigde redactieburelen van het partijdagblad ''De Waarheid'' te bestormen, omdat partij en krant de inval steunden.
 
De [[Binnenlandse Veiligheidsdienst]] probeerde tegelijk de interne verdeeldheid binnen de CPN te vergroten. Verdeeldheid ontstond binnen de partij vooral over de ingezette destalinisatie in de Sovjet-Unie naar aanleiding van de rede van [[Nikita Chroesjtsjov]] tijdens het 20e partijcongres van de CPSU in 1956 over de onder verantwoordelijkheid van Stalin gepleegde misdaden en over de aansturing van de Eenheidsvakcentrale [[Eenheids Vakcentrale|EVC]]. Paul de Groot leidde een partijlijn die zich tegen serieus doorgevoerde destalinisatie verzette en de macht in de EVC trachtte over te nemen - en toen dit mislukte de EVC probeerde te liquideren -, terwijl een minderheid zich daartegen keerde.<ref>[http://dare.uva.nl/document/2/99071 C.A.M. van der Heijden, ''Dat nooit meer: de nasleep van de Tweede Wereldoorlog in Nederland'', Deel 2, p.211]</ref><ref name="Wagenaar">[http://resources.huygens.knaw.nl/bwn1880-2000/lemmata/bwn5/wagenaar A.A. de Jonge, 'Wagenaar, Gerben (1912-1993)', in ''Biografisch Woordenboek van Nederland''.]</ref> Door deze interne strijd werden vooral door het toedoen van [[Paul de Groot]] diverse gezaghebbende partijprominenten met een respectabel verzetsverleden geroyeerd, zoals [[Gerben Wagenaar]], [[Henk Gortzak]], [[Rie Lips]], [[Bertus Brandsen]] en [[Frits Reuter]]. Een grote rol hierbij vervulde het Tweede-Kamerlid [[Marcus Bakker]]. Hij werd lange tijd beticht de auteur te zijn geweest van de geruchtmakende brochure ''De CPN in de oorlog''. In het boek ''Dwars, duivels en dromend'' van Ger Verrips, dat de geschiedenis van de CPN beschrijft, citeert de schrijver (pag. 491) Marcus Bakker, die zelf aangeeft de integrale tekst van de brochure te hebben geschreven. Leo Molenaar, in zijn biografie van Marcus Bakker, beweert echter dat De Groot de eigenlijke opsteller was. In de brochure werd naar stalinistisch model de geschiedschrijving over de rol van de CPN in de oorlog "bijgesteld", waarbij een aantal geroyeerden met terugwerkende kracht in een kwaad daglicht werd gesteld; zij werden ervan beschuldigd tijdens de Bezetting geen verzetsstrijders doch bij nader inzien eigenlijk verraders en Engelse spionnen te zijn geweest.<ref name="Wagenaar" /><ref>[http://www.npogeschiedenis.nl/nieuws/2009/december/Marcus-Bakker-overleden.html Marcus Bakker overleden: Bekendste communist van Nederland]</ref><ref>[http://deorkaan.nl/eind-2014-verschijnt-biografie-marcus-bakker/ Eind 2014 verschijnt biografie Marcus Bakker]</ref>
 
Onderwijl zette zich een ontwikkeling in waarin de partij zich langzamerhand ontworstelde aan het juk van Moskou en er een meer - naar eigen zeggen - autonome koers werd ingezet. Dit bleek onder meer tijdens de inval van de legers van het Warschaupact in Tsjechoslowakije in 1968, die door de CPN werd veroordeeld.
 
Een aantal geroyeerde en uitgetreden prominente partijleden vormden de [[Brug-groep]]. Zij deden, zonder succes, als [[Socialistische Werkers Partij]] ([[Socialistische Werkers Partij|SWP]]) mee aan de [[Tweede Kamerverkiezingen 1959|Tweede-Kamerverkiezingen van 1959]].
 
In de jaren '60zestig en '70zeventig nam de aanhang weer geleidelijk toe, vooral onder invloed van acties in de Groningse strokartonindustrie onder leiding van [[Fré Meis]], steunbetuigingen van de partij aan diverse studentenacties en door de groeiende populariteit van het welbespraakte kamerlid Marcus Bakker met zijn met vileine humor en sarcasme doorspekte – in die tijd veelvuldig op de televisie uitgezonden – redevoeringen in de Tweede Kamer. Ook de veroordeling door de CPN van de inval van de legers van het [[Warschaupact]] in [[Tsjecho-Slowakije]] in augustus 1968 zal toenemende sympathie voor de partij in de hand hebben gewerkt. Zo verwierf de partij bij de verkiezingen van 1971 zes, en bij die van 1972 zelfs zeven zetels. Vanaf het midden van de jaren '70zeventig schoof de CPN, vooral op initiatief van De Groot in haar oriëntatie weer dichter naar Moskou toe.
Aan het begin van de jaren zeventig kwam een omvangrijke toestroom van leden uit de studentenbeweging, vooral in de bolwerken Amsterdam en Groningen, op gang, die zich in die jaren nog snel aanpaste aan de binnen de partij bestaande discipline en de orthodoxe marxistische en leninistische opvattingen. Bij de verkiezingen van [[Tweede Kamerverkiezingen 1977|1977]] volgde een dramatische electorale terugval, van zeven naar twee zetels. De door De Groot bedachte, door de partij gehanteerde verkiezingsslogan "van Agt eruit, de CPN erin" bleek een faliekante miskleun. Deze nederlaag luidde zijn ondergang als erelid van het partijbestuur in, vooral nadat hij de partijleiding heftige verwijten over deze terugval had gemaakt. Voor het eerst kreeg hij te maken met serieuze oppositie van partijprominenten die hem tot dan toe tientallen jaren kritiekloos hadden gevolgd. Zijn wegvallen uit de partijtop resulteerde in een geleidelijk groeiende democratische partijcultuur, waarin meer ruimte ontstond voor discussie en verschil van opvattingen. Parallel aan deze ontwikkeling echter zette de al jaren geleden ingezette uitstroom van aanhang onder de arbeiders zich in versterkte mate voort. Weliswaar werden in [[Tweede Kamerverkiezingen 1981|1981]] (met Bakker als lijsttrekker) en bij de vervroegde [[Tweede Kamerverkiezingen 1982|verkiezingen van 1982]] (lijsttrekker [[Ina Brouwer]]) weer drie zetels behaald, maar de partij herstelde zich nooit meer echt van de terugslag van 1977. In datzelfde jaar werd het oude zeer van de zuiveringen in de jaren vijftig weer onder ogen gezien; het rapport ''De CPN in de oorlog'' (1958), waarin het verzetsverleden van diverse geroyeerde partijprominenten verdacht werd gemaakt, werd formeel ingetrokken.
Aan het begin van de 70'er jaren kwam een omvangrijke toestroom van leden uit de studentenbeweging, vooral in de bolwerken Amsterdam en Groningen, op gang, die zich in die jaren nog snel aanpaste aan de binnen de partij bestaande discipline en de orthodoxe marxistische en leninistische opvattingen.
Bij de verkiezingen van [[Tweede Kamerverkiezingen 1977|1977]] volgde een dramatische electorale terugval, van zeven naar twee zetels. De door De Groot bedachte, door de partij gehanteerde verkiezingsslogan "van Agt eruit, de CPN erin" bleek een faliekante miskleun. Deze nederlaag luidde zijn ondergang als erelid van het partijbestuur in, vooral nadat hij de partijleiding heftige verwijten over deze terugval had gemaakt. Voor het eerst kreeg hij te maken met serieuze oppositie van partijprominenten die hem tot dan toe tientallen jaren kritiekloos hadden gevolgd. Zijn wegvallen uit de partijtop resulteerde in een geleidelijk groeiende democratische partijcultuur, waarin meer ruimte ontstond voor discussie en verschil van opvattingen. Parallel aan deze ontwikkeling echter zette de al jaren geleden ingezette uitstroom van aanhang onder de arbeiders zich in versterkte mate voort. Weliswaar werden in [[Tweede Kamerverkiezingen 1981|1981]] (met Bakker als lijsttrekker) en bij de vervroegde [[Tweede Kamerverkiezingen 1982|verkiezingen van 1982]] (lijsttrekker [[Ina Brouwer]]) weer drie zetels behaald, maar de partij herstelde zich nooit meer echt van de terugslag van 1977. In datzelfde jaar werd het oude zeer van de zuiveringen in de jaren vijftig weer onder ogen gezien; het rapport ''De CPN in de oorlog'' (1958), waarin het verzetsverleden van diverse geroyeerde partijprominenten verdacht werd gemaakt, werd formeel ingetrokken.
 
Het verzet tegen de bezuinigingen in de jaren tachtig was krachtig. Bovendien moderniseerde de partij zich door naast de bevrijding van de arbeidersklasse ook thema's zoals [[feminisme]] en [[homoseksualiteit|homo-emancipatie]] hoog op de agenda te zetten. De nieuwe instroom van partijleden was, net als in het begin van de 70'er jaren zeventig eveneens voor een groot deel afkomstig uit de studenten- en nu ook de welzijnswereld, met bij deze lichting duidelijk minder orthodoxe opvattingen over ideologie en partijdiscipline. Achteraf bezien was deze instroom mede de achterliggende oorzaak van het wegvallen van de cohesie en het uiteindelijk uiteenvallen van de partij. De zich geleidelijk manifesterende tegenstellingen tussen de vooral op vrouwen- en homo-emancipatie tamboererende nieuwe lichting en de oude gestaalde kaders met een veelal arbeidersachtergrond bleek niet overbrughaar. Een van de belangrijkste wapenfeiten van de partij in die jaren betrof haar prominente rol in de manifestaties in het kader van de actie "Stop de Neutronenbom".
 
Een deel van de oude arbeidersgarde raakte dus ontstemd dat de CPN met alle vernieuwingen wegbewoog van haar marxistisch-leninistische beginselen en zodoende afgleed naar een [[reformisme|reformistische]] actiegroep voor enkel maatschappelijke thema's binnen het kapitalistische systeem. In 1982 richtte een groep het "Horizontaal Overleg van Communisten (HOC)" op, een pressiegroep binnen de CPN om de partij weer op het rechte marxistische pad te krijgen. Een dergelijk initiatief stond overigens op gespannen voet met de binnen de communistische beweging omarmde beginselen van het [[democratisch centralisme]] zoals dat door [[Vladimir Lenin|Lenin]] was geformuleerd. Iets meer dan een jaar later werd het "Verbond van Communisten in Nederland" opgericht, dat buiten de CPN opereerde en in [[Tweede Kamerverkiezingen 1986|1986]] aan de verkiezingen meedeed als [[VCN, Partij van Communisten in Nederland]]. De VCN behaalde geen enkele zetel en de CPN verdween uit de Tweede Kamer.
Regel 242 ⟶ 239:
----
'''Bronnen'''
* [http://www.rug.nl/dnpp/politiekePartijen/opgehp/cpn/docinfo/lt CPN - ledentallen]
* Ger Verrips, ''[[Dwars, duivels en dromend|Dwars, duivels en dromend. De geschiedenis van de CPN 1938-1991]]'', Amsterdam: Balans 1995.
----