Eem: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Robbot (overleg | bijdragen)
k Robotgeholpen doorverwijzing: A27 - Koppeling(en) gewijzigd naar Rijksweg 27
k -/- spaties voor ref (verzoek op WP:VPB)
Regel 25:
 
== Naam ==
De oude ([[Latijn]]se) naam van de rivier is ''Hemus''. Deze naam werd voor het eerst gebruikt in een oorkonde uit het jaar [[777]]. Andere oude benamingen voor de Eem zijn ''Amer'' en ''Hamer''.<ref name=naam1>Brongers 1998, p. 81f</ref>
 
In oude tijden werd ook het gehele moerassige gebied in de Gelderse Vallei met de naam “Eem” aangeduid. In de oorkonde uit het jaar 777 schenkt Karel de Grote belangrijke delen van de gouw Flehite aan de bisschop van Utrecht. <ref name=schenk777>Kemperink & Elias 2009, p. 35 en 58</ref> Tot de schenkingen behoort onder andere de villa Lisiduna (het latere [[Oud-Leusden]]), “in pago qui vocatur Flethite super alveum Hemi”. Dat werd meestal vertaald als: “in de gouw genaamd Flethite (later verbasterd tot Flehite) aan de oever van de rivier de Eem”. Maar - stelt Mijnsen-Dutilh - dat is niet correct. Voor een '''rivier''' zou een ander woord gebruikt zijn. Er staat dat de Eem een ''alveus'' is: een bassin, of moerasbekken. Ze baseert daarop haar theorie dat de Eem in oude tijden een “ononderbroken en zeer breed moeras” was, zoals ook [[Alpertus van Metz]] in ''De diversitate temporum'' in de elfde eeuw zegt.<ref name=moeras>Mijnsen-Dutilh 2007, p. 10</ref> In haar monumentale “waterschapskroniek” beschrijft ze hoe dit moeras er in zijn oorspronkelijke vorm rond het begin van de [[christelijke jaartelling|jaartelling]] kan hebben uitgezien en hoe het zich als gevolg van [[ontginning (cultuur)|ontginning]]en geleidelijk ontwikkeld heeft tot het gebied dat we nu kennen, waarin het water werd teruggedrongen tot beken en sloten en waarin de Eem werd teruggebracht van moeras tot rivier.
 
Ook Brongers signaleert dat de naam “Eem” vroeger eveneens gold voor de Lunterse Beek.<ref name=brongbeek>Brongers 1998, p. 82</ref>
Regel 39:
 
== Stroomgebied ==
De Eem wordt gevoed door het [[Valleikanaal]] en een aantal Veluwse beken, waarvan de [[Heiligenbergerbeek]], de [[Barneveldse Beek|Barneveldse]] en de [[Lunterse Beek]] de belangrijkste zijn. Deze komen bij [[Amersfoort]] samen. Waar de beken de stad verlaten - bij de [[Koppelpoort]] - begint de Eem. De rivier loopt vervolgens oostelijk van [[Soest (Nederland)|Soest]], [[Baarn]] en [[Eemnes]], door de [[Eemvallei]] naar het [[Eemmeer]] (vroeger een deel van de [[Zuiderzee]]). De Eem is verantwoordelijk voor het grootste deel van de afwatering van de [[Gelderse Vallei]]. De Eempolders zijn landschappelijk van grote waarde.
 
Door bodemdaling als gevolg van ontwatering is de rivier hoger komen te liggen dan het omliggende land. Bij lage waterstanden in de zomer wordt er water vanuit de [[Nederrijn]] via het Valleikanaal in de Eem gepompt. De Eem is de belangrijkste bron van de biologische belasting van het Eemmeer, dat hierdoor achterblijft met het herstel vergeleken met de overige [[Randmeer (water)|randmeren]]. Er is sprake van een belangrijke afname van de absolute hoeveelheid fosfaat en nitraat, maar relatief bezien wordt dit tenietgedaan door de afgenomen hoeveelheid water in 2003.