Kami (god): verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
k -/- spaties voor ref (verzoek op WP:VPB)
Regel 13:
=== Yayoi-periode (ca. 300 v.Chr.-300 n.Chr.) ===
Historici kunnen niet met zekerheid zeggen of de verering van kami al begon in de Jōmon-periode (ca. 11.000-300 v.Chr.), omdat de jager-verzamelaars nog geen schrift kende, maar er is wel bewijs gevonden dat er rituelen voor verering bestonden in de [[Yayoi-periode]].
Het Yayoi-volk kwam van het continent (mogelijk het huidige Korea of China) en bracht de rijstteelt met zich mee. Daarbij hoorden zaai-en oogstrituelen die sterk lijken op de shintoïstische rijstrituelen die vandaag nog op het Japanse platteland voorkomen. Ook zijn er verschillende soorten voorwerpen gevonden die een mogelijke symboliek hadden in de Yayoi-cultuur. Voorbeelden zijn vrouwelijke vruchtbaarheidsbeelden, stenen knuppels, ''magatama'' <ref>Spiegels die gebruikt werden in shintoïstische ceremonies.</ref> en heilige zwaarden.
 
De meerderheid van de ''ujigami''<ref>De beschermgoden of voorouders die horen bij de oudste Japanse clans.</ref> dateren ook uit deze periode. Goddelijke voorouders gaven clans een sociaal hogere positie. Toen de Yamato-clan aan invloed bleef winnen in de derde en vierde eeuw kreeg de zonnegodin [[Amaterasu]], de goddelijke voorouder van de Yamato-clan, een belangrijkere plaats in de Japanse maatschappij. Vandaag de dag is zij nog steeds de belangrijkste ''ujigami'' in het Shintoïsme.
Regel 19:
=== Yamato staat (300-645) ===
In 538, tijdens de overheersing van de Yamato-clan in het zuiden en westen van de Kanto-vlakte, kwam het eerste grote gezantschap van boeddhistische missionarissen naar Japan. De nieuwe godsdienst werd met open armen ontvangen en in 592 werd het [[boeddhisme]] zelfs tot officiële godsdienst van het hof uitgeroepen.
Het [[boeddhisme]] en het shintoïsme sloten elkaar niet uit maar groeiden naast elkaar, wat tot de ontwikkeling van ''ryobu shintō'', ook ''shingon shintō'' genoemd ('dubbele shinto') leidde. De leer van de [[Shingon]] school hield onder meer in dat de kami manifestaties waren van boeddhistische goden. De verschillende kami werden gekoppeld aan een passende boeddhistische godheid. Zo werd [[Amaterasu]] geïdentificeerd als Mahāvairocana <ref>'Grote zon Boeddha', in het Japans getranscribeerd als Dainichi Nyorai.</ref>.
 
=== Vandaag de dag ===
Regel 31:
Het shintoïsme heeft geen stichter of geschreven voorschriften, maar heeft wel bronnen in historische teksten als de [[Kojiki]], [[Nihonshoki]] en de Manyō'shu en is waarschijnlijk in de late [[Yayoi-periode]] (ca. 300 v. Chr.-300 n.Chr.) ontstaan, toen rijstteelt werd geïntroduceerd en men tot spirituele wezens begon te bidden voor een goede oogst.
 
Die 'goden' waren kami en waren alom aanwezig, zoals ook nu nog zijn. Omdat de kami zich tonen via een medium dat kan variëren tussen natuurlijke elementen als stenen, bomen, dieren of bomen en voorwerpen die door mensen gemaakt zijn als spiegels en zwaarden, is er geen permanente schrijn nodig om de kami te aanbidden. Plaatsen waar kami aanwezig zouden zijn worden wel vaak met een ''shimenawa'' <ref>Een soort heilig koord gemaakt van rijststro.</ref> met ''shide'' <ref>Papieren stroken die op een bepaalde manier zijn gevouwen.</ref> versierd. Zo zijn er bomen en zelfs rotsen waar er ''shimenawa'' rond hangen. Aan shintō-heiligdommen worden ook ''shimenawa'' met ''shide'' gehangen.
 
Kami in het shintoïsme zijn niet verankerd aan één plaats. Ze kunnen zich vrij bewegen en bezoeken zo ook op bepaalde tijdstippen de heiligdommen op aarde die aan hun gewijd zijn, waar de mensen komen bidden tot hen.
Regel 46:
Wanneer haar broer Susano'o taboes blijft doorbreken en zijn woede-uitbarstingen niet onder controle krijgt, sluit [[Amaterasu]] zich op in de ''Ama-no-Iwato'', een hemelse grot. Omdat zij de godin van de zon is, wordt de hele wereld duister en zoeken de andere kami naar manieren om [[Amaterasu]] terug naar buiten te krijgen. Ze slagen hier uiteindelijk in dankzij zang en dans en Susano'o wordt uit de hemel verbannen.
 
De volgende verhalencyclus draait om Ninigi-no-Mikoto, kleinzoon van [[Amaterasu]], die naar de aarde neerdaalt <ref>Afdaling van de hemelse kami naar de aarde: ''Tenson Kōrin.</ref> om de aardgoden te onderwerpen en zo de chaos die er op aarde heerst tegen te gaan. Hij land op een berg in Kyushu en heeft drie voorwerpen bij zich, meegegeven door [[Amaterasu]]. Het zijn het zwaard ''kusanagi'', de spiegel ''yata no kagami'', en het juweel ''yasakani no magatama''. Deze drie voorwerpen zijn tevens symbool dat de keizer zelf afstammeling is van [[Amaterasu]]. Keizer Jimmu, de eerste keizer van Japan, was de afstammeling van Ninigi-no-Mikoto.
 
== Plaats in de Japanse Maatschappij==
Regel 56:
Deze ceremonies zijn niet de enige momenten waarop de Japanners in contact komen met de kami.
 
Het beste voorbeeld is het tempelbezoek, waarbij mensen hun eerbied en wensen aan de goden komen uiten. Die vinden meestal plaats op festivaldagen als nieuwjaar, ''shogatsu matsuri'' en Obon <ref>Boeddhistisch feest waarbij de jaarlijkse terugkeer van de doden naar hun voorouderlijk huis wordt gevierd.</ref>. Maar ook op doordeweekse dagen bezoeken mensen de ''jinja'' voor hulp of bijstand van de goden. Bij de ''jinja'' staat er ook vaak een standje met ''omikuji'', kleine papiertjes waarop je geluk of ongeluk beschreven staat. Het is een manier voor de kami om je te waarschuwen.
Ook zijn er geluksbrengers, ''omamori'', te koop. Deze amuletten bevatten de ziel van de kami, die je dan bijstaat in de moeilijke tijden. Er bestaan verschillende soorten, van veilig reizen tot geluk in de studies.
 
Regel 67:
 
*Er zijn ook ontelbaar veel '''''ujigami''''', beschermgoden van clans of dorpen. Een voorbeeld hiervan is [[Amaterasu]] Omikami, kami van de zon.
*Opvallende '''geografische kenmerken''' als bergen, rivieren en watervallen of andere natuurverschijnselen kunnen ook gezien worden als kami en zo aanbeden worden. De ''[[kamikaze]]'' <ref>Tyfoon die Japan in de 13e eeuw redde van een invasie van de Mongolen.</ref>, 'goddelijke wind', is hier een goed voorbeeld van.
*Er bestaan goedaardige boeddhistische en taoïstische goden en demonische wraakgoden die problemen op aarde veroorzaken, maar shinto kent geen duidelijke scheiding tussen goed en kwaad. Alles heeft positieve en negatieve kanten en de omgeving en omstandigheden bepalen van welke kant de kami zich laat zien. Een tijdelijke verstoring van de natuurlijke orde ligt aan de basis van de slechte daden die een ''oni'', demon, aanricht. Voorbeelden van '''kwade geesten''' die ook positief gezien kunnen worden zijn de ''tengu'' en de gedaanteverwisselende vosgeesten, die ook geassocieerd worden met de rijstgod Inari.
*Geesten van '''voorouders''' van families worden volgens het shinto-geloof ook een kami na hun dood. Familieleden vereren ze aan kleine huisaltaartjes genaamd ''kamidana'', 'godenplank'. Elke ochtend zet een lid van de familie kleine kopjes ''[[sake]]'' en kommetjes met rijst en groenten op het altaar. De geest van Keizer Meiji is hier ook een voorbeeld van, hoewel de Meiji-cultus veel uitgebreider is en hij zelfs een eigen heiligdom heeft in Tokio.