Intuïtie: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
rv - Wie? De Groot?
k -/- spaties voor ref (verzoek op WP:VPB)
Regel 18:
| titel= Buddhi
| bezochtdatum = 6 december 2012
| taal = en}}</ref>). Het is in zekere zin superieur aan het het stoffelijke verstand (de ratio), dat tijd-ruimtelijk procesmatig denkt en onvoldoende geoefend, meestal fouten maakt. Temeer daar de mens tegenwoordig bij het denken hoofdzakelijk door de begeerte ([[Kama_Kama (boeddhisme)|Kama)]] wordt beïnvloed. De intuïtie is boven-rationeel en correct. Na de ervaring van een intuïtie kan men met het verstand (het lagere manas) een rationele duiding geven van het inzicht dat verkregen is. Zoals een wetenschapper die een nieuw inzicht heeft "gezien" daarna de grondslag kan leggen voor een nieuwe rationele theorie. De intuïtie dient niet verward te worden met het gevoel (instinct), dat hoewel in wezen correct, bij de mens negatief wordt beïnvloed door zijn denken (lagere manas). Vele zogenaamde helderzienden maken gebruik van instincten in plaats van intuïtie, het is volgens de theosofie een soort atavisme.
 
Binnen de Integratieve Psychologie wordt Intuïtie gedefinieerd als de resultante van zintuiglijke waarneming vanuit het nu, gecombineerd met cognities en ervaring. Omdat de mens voortdurend ontwikkelt, is er ook een ontwikkeling waarneembaar in intuïtieve reacties op waarnemingen.
Regel 28:
 
== Aangeleerde intuïtie==
Intuïtie is er niet vanzelf, maar moet worden gevormd. Anders gezegd: het kan worden opgevat als een vorm van automatische en onbewuste verwerking van informatie die is aangeleerd. Naar dit verschijnsel is vooral in de [[experimentele psychologie]] veel onderzoek gedaan. Complexe [[vaardigheden]] zoals [[schaken]] en alledaagse activiteiten als fietsen, leren lezen en autorijden vragen aanvankelijk veel inspanning en [[aandacht|concentratie]]. Zij 'vragen' naar men aanneemt vooral bij onervaren mensen veel [[hersencapaciteit]]. Ervaren schaakspelers en automobilisten handelen daarentegen snel en intuïtief, dat wil zeggen zonder er bij na te denken. Zo liet onderzoek van onder anderen Chris Chabris <ref>Chabris, C.F. & Hamilton, S.E. (1992). Hemispheric specialization for skilled perceptual organization by chess masters. ''Neuropsychologia'', 30, 47-57.</ref> zien dat ervaren schakers hebben geleerd groepen te vormen van stukken en zetten, in plaats van alle stukken of zetten stuk voor stuk te overdenken. Veel van dit impliciete gedrag kan door [[oefening]] worden aangeleerd. Het bewust gecontroleerde of expliciete gedrag fungeert daarbij als een voorstadium, of eerste fase waarbij alle individuele stapjes worden doorlopen en uitgeprobeerd. In de tweede fase 'slijt' dit patroon van denken als het ware geleidelijk in.
 
=== Hersenen en oefening ===