De Bezige Bij: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Regel 86:
De financiële en fiscale structuur van De Bezige Bij werd na 5 mei 1945 ontworpen door J.W. Bettinck, die belastinginspecteur was. Aan de organisatievorm lag geen specifieke theoretische benadering ten grondslag.<ref>Roegholt (1972), 126</ref> De leden werd een kwart van het hen toekomende winstaandeel uitgekeerd in contanten, het zogenoemde ledenaandeel B. Het overige werd geplaatst op een niet-opvorderbare rekening, de ledenrekening A. Deze tegoeden stonden ter beschikking van de uitgeverij, die geen belasting verschuldigd was. Op deze manier verkreeg De Bij werkkapitaal, volgens Roegholt 'iets wat in feite [neerkwam] op het telken jare aangaan van langlopende schulden jegens de leden.'<ref>Roegholt (1972), 132</ref> Volgens Schouten heeft deze 'behoorlijk waterdichte structuur' het bestaan van De Bij mogelijk gemaakt.<ref name="Schouten (1988), 45" /> Ledenrekening A werd nooit uitbetaald omdat de uitgeverij het geld niet kon missen, onder meer vanwege de inflatie die men in 1945 nog niet kon voorzien. Ook was de rekening niet rentedragend, omdat er dan belasting over geheven zou worden.<ref>Roegholt (1972), 137</ref> Het winstaandeel werd berekend aan de hand van een ingewikkeld puntensysteem waarmee het belang van elke titel voor de uitgeverij werd berekend, een combinatie van een reeks van subjectieve en objectieve factoren.
 
Op 1 januari 1970 trad de Wet op de vennootschapsbelasting in werking, die als gevolg had dat de structuur van De Bij zou moeten worden gewijzigd. Dit proces was nog gaande toen Roegholt zijn onderzoek in 1972 afsloot.<ref>Roegholt (1972), 138</ref> In 1997 ging de uitgeverij op in [[De Weekbladpers]], twee jaar later werd het een besloten vennootschap en de Coöperatieve Vereniging omgezet in '[[Schrijversvereniging "De Bezige Bij"]]'.
 
== De grote namen in het fonds ==