Deportivo La Coruña: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Regel 274:
Door het gelijkspel bij Leganés (0–0) was het team vier wedstrijden ongeslagen, want 11 maanden eerder voor het laatst was gebeurd. Ondertussen pakte concurrent Levante echter 20 punten uit 9 wedstrijden. Daarmee speelde het zichzelf veilig, en kon Deportivo alleen nog teams als Leganés en Espanyol achterhalen als het in ieder geval zelf de vier resterende wedstrijden zou winnen. Dat was het team voor het laatst in april 2013 gelukt, wat degradatie toen niet kon voorkomen. In 2018 kwam die serie er niet, want Deportivo verloor met 2–4 van Barcelona. Na een 0–2-achterstand had Deportivo na de gelijkmaker op voorsprong kunnen komen, maar Barcelona won alsnog en was daarmee Spaans kampioen. Deportivo degradeerde voor de derde keer in zeven jaar naar de Segunda División. In al deze gevallen gebeurde dat in een thuiswedstrijd. De uitzondering in 2018 was dat er nog drie speeldagen te spelen waren. De vorige degradaties vonden plaats op de laatste speeldag. In de resterende wedstrijden pakte het een laat punt bij Celta de Vigo (1-1) en verloor het van Villarreal (2-4) en Valencia (2-1).
 
=== 2018-2019: OpnieuwWeer degradatiede Segunda ===
Twee dagen na het einde van de Primera División 2017/2018 kondigde Deportivo aan dat het afscheid nam van Clarence Seedorf. Twee weken eerder had het al Carmelo del Pozo als ''director deportivo'' aangesteld. Die functie stond open sinds het ontslag van Richard Barral vier maanden eerder. Del Pozo kreeg min of meer ''carte blanche'' om een trainer aan te stellen en de selectie aan te passen. Op 15 juni werd Natxo González als coach aangesteld. Hij was net daarvoor met Real Zaragoza uitgeschakeld in de play-offs voor promotie naar de Primera División. Del Pozo ging gesprekken aan met de selectie en kondigde aan dat hij alleen spelers wilde behouden die dat zelf ook graag wilden. Dit zorgde voor een grote uitloop. Doelman Rubén ging naar Osasuna en het contract van Tyton werd afgekocht. Bijna de gehele verdediging vertrok, waarvan Juanfran werd uitgeleend aan Leganés en Raúl Albentosa aand Gimnástic. Voor Luisino, Sidnei en Schär ontving de club een vergoeding. De uitgeleende Rober Pier verkoos een nieuwe verhuurperiode bij Levante boven Deportivo. Het contract van Fernando Navarro liep af en hij beeindigde zijn carriere. Van de middenvelders vertrokken Celso Borges, Emre Colak en Guilherme. Fede Valverde keerde terug naar Real Madrid omdat zijn verhuurperiode was afgelopen. Muntari kreeg geen nieuw contract aangeboden. Van de aanvallers keerde Lucas Pérez terug naar Arsenal, dat hem verkocht aan West Ham United. Adrián keerde terug naar FC Porto. Andone werd verkocht aan Brighton. Bakkali keerde terug naar Valencia na zijn verhuurperiode. De al eerder aangetrokken Diego Rolán werd uitgeleend aan Leganés.
 
Dani Giménez en Adrián Ortolá werden aangetrokken als nieuwe doelmannen. Voor de linksback positie kreeg jeugdspeler Diego Caballo een kans met de ervaren Sebastián Dubarbier en Saúl García als stand-in. Voor de centrale rollen achterin werden Pablo Marí, Domingos Duarte en de Italiaan Michele Somma gehaald. Eneko Bóveda koos ervoor om bij Deportivo te blijven. David Simón kwam van Las Palmas voor de rechtsback positie waarvoor de club al Gerard Valentín had. Oudgediende Álex Bergantiños keerde terug van zijn verhuurperiode bij Sporting Gijón. Vicente Gómez kwam van Las Palmas en de Colombiaan Didier Moreno werd gehuurd van Independiente Medellín. Pedro Mosquera en Michael Krohn-Dehli bleven bij de club. Jeugdspeler Edú Exposito werd naar het eerste elftal gepromoveerd. Voorin betaalde de club €2 miljoen voor aanvaler Quique van Osasuna. Andere gehaalde aanvallers waren Christian Santos, Pedro Sánchez en Carlos Fernández. De aanvallende spelers Carles Gil, Fede Cartabia en Borja Valle verkozen om bij Deportivo te blijven.
 
De drie gedegradeerde clubs Málaga, Las Palmas en Deportivo startten het seizoen met de hoogste salarisplafonds. Voor Deportivo is dit €18,5 miljoen. De vierde club op de lijst is Sporting de Gijón met €10,9 miljoen. Voor Deportivo is de doelstelling dan ook om rechtstreeks terug te keren in de Primera División. De eerste wedstrijden moesten buiten Riazor worden gespeeld omdat dit verbouwd werd, mede vanwege de stormschade van eerder dat jaar. Albacete scoorde een later gelijkmaker in de eerste wedstrijd (1-1), en Deportivo won met 0-1 bij Extremadura. De Galiciërs gaven bij Tenerife een in blessuretijd verkregen 1-2 voorsprong alsnog weg (2-2). Dat werd gecompenseerd toen Pablo Mari in blessuretijd de thuiswedstrijd tegen Sporting de Gijón besliste: 1-0. De wedstrijd voor de Copa del Rey bij Zaragoza werd met 2-1 verloren. In deze wedstrijd speelden vooral de reserverspelers. De eerste competitienederlaag was bij Alcorcón: 1-0. Hierdoor zakte Deportivo weg naar plek 8, op drie punten van de directe promotiezone. De volgende wedstrijd is thuis tegen het nog ongeslagen Granada.
 
== Prijzen ==