Vrijeschoolonderwijs: verschil tussen versies

In het vrijeschoolonderwijs is de religieus-spirituele grondslag niet een aanvulling op het lesprogramma maar het uitgangspunt van de inhoud van het lesprogramma. Een overeenkomst met confessioneel bijzonder onderwijs is dat er vaak weinig tot geen ruimte is om de religieus-spirituele grondslag en de praktische implementatie daarvan ter discussie te stellen.<ref>[http://www.antroposofia.be/Steinerschool/wordpress/de-antroposofische-indoctrinatie-van-leerlingen-in-steinerwaldorfscholen/ De antroposofische indoctrinatie van leerlingen in steiner/waldorfscholen], www.antroposofia.be, Ramon De Jonghe, 18 juni 2013. Geraadpleegd 25 maart 2018.</ref> De antroposofie is echter geen lesinhoud. Over het algemeen wordt aangeknoopt bij een vrije interpretatie van de christelijke traditie, maar ook andere religieuze tradities spelen een rol. Deze religieuze stromingen worden aangeboden op een moment dat dat bij de ontwikkeling van een kind past. Achtereenvolgens komen aan de orde: het [[Oude Testament]] – met name [[Genesis (boek)|Genesis]] (derde klas / groep 5), de [[Edda]] (vierde klas / groep 6), Griekse mythologie en filosofie, de oud-Egyptische, oud-Perzische (Zarathustra) en oud-Indische (Veda's) kosmologie (vijfde klas / groep 7) en ten slotte het Romeinse godenpantheon, overgaand in Romeinse en vroeg-christelijke geschiedenis.<ref>https://www.vrijescholennh.nl/uploads_rsschool/leerplan%20vrijeschool%20voor%20website.pdf Bron: Vereniging van Vrijescholen, Leerplan vrije school, daar bij de verschillende leerjaren het trefwoord 'vertelstof'</ref> Vaak wordt in de zesde klas ook aandacht aan de islam besteed. InOp de bovenbouwmiddelbare vrijescholen worden de verschillende religies tijdens de godsdienstlessen behandeld, die ook wel vensteruren of religieuze oriëntatie worden genoemd.