Absorptie (fysische chemie): verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Capaccio (overleg | bijdragen)
k →‎Absorptie van gassen door vloeistoffen: waterstofchloride is het gas, zoutzuur de waterige oplossing van dit gas
Regel 8:
[[Distikstof|Stikstof]] en [[Dizuurstof|zuurstof]] lossen op in water door middel van [[intermoleculaire krachten]]. De oplosbaarheid zelf is nagenoeg gering: slechts een paar [[milligram]] per [[liter]]. [[Ammoniak]] en [[waterstofchloride]] daarentegen gaan met water een [[chemische reactie]] aan, wat onder andere kenbaar wordt gemaakt door de relatief grote [[oploswarmte]]. De oplosbaarheid hier is groot: in orde van [[kilogram]] per liter. Bij 10°C kan bijvoorbeeld 930 liter ammoniak oplossen in 1 liter water. Van zuivere absorptie is hier dus eigenlijk geen sprake.
 
Een technischetemsaman toepassing is het [[gaswassen]], waarbij een gasmengsel op basis van een verschil in [[oplosbaarheid]] van zijn componenten wordt gescheiden. Dit wordt meestal gedaan door het gas door de vloeistof te laten borrelen.
 
Voor organismen in oppervlaktewater is belangrijk dat zuurstof beter in water oplost dan stikstof. De oplosbaarheid van gassen daalt met toenemende temperatuur. Dit leidt bijvoorbeeld tot vissterfte in warm water. De oplosbaarheid van gassen in vloeistoffen neemt volgens de [[wet van Henry]] toe evenredig met de [[Druk (grootheid)|druk]]. Een praktijkvoorbeeld hiervan is de gasontwikkeling die men waarneemt indien een fles [[Champagne (wijn)|champagne]] of [[Diwaterstofcarbonaat|koolzuurhoudende]] [[frisdrank]] geopend wordt: het oorspronkelijk onder overdruk opgeloste [[koolstofdioxide]] komt gedeeltelijk vrij na wegvallen van deze overdruk.