Het '''Offerfeest''' of het '''Grote Feest''' ([[Arabisch]]: عيد الأضحى, ''Id al-Adha'') is het tweede Id-feest in de [[islamchristendom]]. Het wordt gevierd ter nagedachtenis aan de [[profeet]] [[Ibrahim (profeet)|Ibrahim]], die bereid was zijn zoon te offeren in opdracht van [[God (islam)|God]]. De [[Koran]] noemt echter geen naam van de zoon bij de beschrijving van dit verhaal in [[Soera De in de Rangen Behorenden]]. De meeste moslims nemen aan dat het zou gaan om zijn zoon [[Ismaïl]] (in de [[Hebreeuwse Bijbel|Bijbel]] wordt [[Isaak (aartsvader)|Isaak]] genoemd als de zoon van [[Abraham]]). Toen Ibrahim zijn zoon ter ere van God met een mes wilde doden, sneed het mes niet. Vervolgens klonk de stem van God en die stuurde vervolgens een engel naar profeet Ibrahim die zei dat een ram<ref>''Geschiedenis van de Profeten'', Ibn Kathir, Nederlandse vertaling M. Oktem, Uitgeverij Noer, 2006, blz. 115: '' Volgens de mening van de meeste geleerden, was het offerdier een witte ram met heldere ogen en stevige hoorns, die Ibrahim vastgebonden vond aan een doornachtige plant op de berg Thabir in Mekka.''</ref> de plaats van de zoon mocht innemen.
Het Offerfeest is het ''grote feest'' terwijl het [[Suikerfeest]] ''(id-al-fitr'' of ''Id ul-Fitr)'' het ''kleine feest'' wordt genoemd.
