Standbeeld van Lamoraal van Egmont: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 3:
 
== Gietijzer ==
In 1814 begon het Zottegemse gemeentebestuur een campagne om een standbeeld van Egmont op te richten op de [[Markt (Zottegem)|Markt]]. Tien jaar later, in 1824, werd het voetstuk opgericht. Op het Gentse 'Salon' van de Société Royale des Beaux-Arts et de Littérature van 1820 stelde beeldhouwer Jan-Robert Calloigne een [[gips]]model voor het standbeeld van Egmont tentoon. De Zottegemse rederijkerskamer De Suyghelingen van Polus schreef in 1835 een dichtwedstrijd uit in het thema 'De dood van Egmont', waarbij prijswinnaar [[Prudens van Duyse]] een emotionele oproep deed om een standbeeld te plaatsen (''dit goud - diene tot offrande, als hier 's Lands lieveling in 't marmren beeld eens rijst [...] Hier, dicht by Egmonts graf [...] Zo wordt hy schoonst vereerd''). Bij de inhuldiging van de [[Egmontcrypte]] in 1857 deden burgemeesterszoon Eugène Van Damme en Prudens van Duyse opnieuw een oproep. In 1862 werd een beschermcomité opgericht en kon de stad het gipsen model van Calloigne kopen. Het duurde door politiek getouwtrek nog tot 1872 voor er subsidies werden gegeven en het beeld van Egmont in [[gietijzer]] werd gegoten door Edmond Zégut in de Usines de Tusey ([[Meuse]]). Op 14 april 1872 werd het op de [[Markt (Zottegem)|Markt]] ingehuldigd. Op de sokkel staat te lezen: ''Lamoraal Graaf van [[Huis Egmont|Egmont]], Heere van Sottegem, Prins van [[Gavere|Gaver]], Gouverneur van [[Graafschap Vlaanderen|Vlaanderen]] en van [[Graafschap Artesië|Artesië]], overwinnaar te [[Slag bij Saint-Quentin (1557)|Sint-Quintin]] 1557 en te [[Slag bij Grevelingen (1558)|Grevelingen]] 1558, onthoofd te Brussel den 5 juni 1568''.
 
== Brons ==