Schildmeer: verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Regel 28:
[[Bestand:Marum - Schildmeer.jpg|275px|thumb|links|Schildmeer met een roeiboot, een zeilboot en een molen ([[Egbert van Marum]], ca. 1790)]]
Het Schildmeer is van oorsprong een [[meerstal]] dat in een [[hoogveen]]gebied lag en verbonden was met het [[Schildmaar]] (ook wel ''Schiltmaar'' of ''de Schilt'' genoemd), dat rond 1870 werd vergraven tot het [[Afwateringskanaal van Duurswold]]. Deze meerstal was wel veel kleiner dan het huidige meer.
De ontwatering van het meer vond aanvankelijk plaats via het [[Afwateringskanaal van Duurswold|Schildmaar]] in de richting van de Slochter Ae en de Fivel, zoals blijkt uit voormalige sloten en geulen in de omgeving van Luddeweer. Omstreeks 1200 werd het meer vervolgens afgetapt door het graven van het Garreweerstermaar in de richting van het Damsterdiep; later volgde de aanleg van [[De Groeve (kanaal)|De Groeve]]. Hierdoor is het waterpeil vermoedelijk flink gezakt. Door de voortgaande ontginning van de venen rond het meer zakte het bodemoppervlak, waardoor verdere ontwatering nodig werd. Voor deze activiteiten was vooral het [[Woldzijlvest]] verantwoordelijk. Later werd het [[Generale Zijlvest der Drie Delfzijlen#SLochterzijlvest|Slochterzijlvest]] opgericht, dat zich om afwatering van de gebieden ten noorden van het Schildmaar en ten zuiden van het (latere) Slochterdiep bemoeide. De [[Graauwedijk]] voorkwam dat het water uit hoger gelegen streken naar het Schildmeer terugstroomde.
In het zuidwesten van het meer ontstond in de 18e eeuw het ''Kleijne Schilt'', een inham naar het zuidwesten, waarin het eilandje Vossebult lag. Het eilandje dat ongeveer een hectare groot was, kwam in handen van de adellijke familie Polman Gruys te Garreweer; later verlandde het gebied en werd er een poldermolen gebouwd. Mogelijk is het identiek aan de ''Ffosseweer to Hellum gelegen over den Schylt'', vermeld in 1544. Tegenwoordig vormt dit deel onderdeel van het natuurgebied 'Vossenbult'. Aan westzijde, tegenover Steendam, loopt de oever van het meer uit in een punt, die al rond 1750 [[Tetjehorn]] (Gronings: ''Taitjehörn'' of ''Taitjemui's hörn'') werd genoemd. Volgens de sage was Taitjemui een vrouwelijke roofridder, die scheepsbemanningen vermoordde en zich van de lading meester maakte. Ook zouden er bij het nabijgelegen Schildhuis stenen van een verdwenen borgstee zijn gevonden.<ref>E.J. Huizenga-Onnekes, ''[https://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMKB05:000035938:00231 Groninger volksverhalen]'', 1930, p. 225-230.</ref> Concrete bewijzen voor dit verhaal ontbreken. Ook Tetjehorn werd in 2000 ingericht tot natuurgebied, dat wordt beheerd door [[Staatsbosbeheer]].
|