Schildmeer: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 21:
 
== Naam ==
Voor de herkomst van de naam Schildmeer bestaan meerdere verklaringen. Een goederenlijst van het [[klooster Werden]] uit het tweede kwart van de 11e eeuw bevat de naam ''Extra Scaldmeda''. De preciese ligging van deze plek is onduidelijk. Volgens [[Kornelis ter Laan|Ter Laan]] zou deze term verwijzen naar de plek van het huidige dorp [[Overschild (dorp)|Overschild]] in de betekenis van 'aan de ander zijde van het Schildmeer', maar andere auteurs hebben daarover hun twijfels.<ref name=Heidema>Heidema, K., 'Plaatsnamen en hun betekenis in de Woldstreek', in: ''Het Wold: een tijdschrift over de geschiedenis van de dorpen Slochteren, Schildwolde, Overschild, Luddeweer, Woudbloem, Froombosch en Kolham'', nr. 2, november 2002, p. 18. Zie verder onder [[Overschild (dorp)|Overschild]]. </ref> De eerste vermelding van de naam van het meer is in 1295 in de [[kroniek van Bloemhof]], wanneer de continuator spreekt over de ''aqua sive mare Skeld'' ('het water of meer Schild'). De naam ging tevens over op de watergang [['''Schildmaar]]''' (het huidige [[Afwateringskanaal van Duurswold]]). Rond 1470 onderscheidde men landerijen die buiten en binnen ''de Schylt'', dat is ten noorden en ten zuiden van Schildmeer en Schildmaar waren gelegen; in 1544 was sprake van landerijen ''over den Schylt''. Nog op de provinciekaarten uit de 17e eeuw wordt het Schildmeer aangeduid als ''Schilt'' of ''De Schildt''. Op de kaarten van [[Theodorus Beckeringh]] uit de jaren na 1750 zien we voor het eerst'' 't Schilt meer'' en'' 't Schilt maar''.<ref>[https://hdl.handle.net/21.12105/d0e04d2c-54ff-8732-1c94-9ce4139ee57e Kaart 67 uit De Atlas van Beckeringh, Zwolle 2016.]</ref>
 
Bij het verklaren van de naam van het meer wordt vaak de link gelegd met de benaming ''Scælfremære'', ''Scælfre-mere'' of ''Shelfermere'' die voor het eerst opduikt in een Engelse tekst uit 1022 en in de bekende ''[[Angelsaksische Kroniek]]'' uit deze periode. Hij verwijst naar een deel van het vroegere [[:en:Whittlesey Mere|Whittlesey Mere]] in het Engelse laaglandgebied [[The Fens]].<ref>{{Citeer web|url=http://www.british-history.ac.uk/report.aspx?compid=66174|titel=A History of the County of Huntingdon: Volume 3|auteur=William Page, Granville Proby & S. Inskip Ladds [red.]|jaar=1936|paginas=pp. 184-188}}</ref><ref>[[John Mitchell Kemble]], ''Codex diplomaticus aevi Saxonici'', 1839-1848, dl. 4: Chartae Anglosaxonicae, {{Citeer web|url=http://books.google.nl/books?id=-KQJqFduuuIC&pg=PA12|titel=p. 12}}.</ref> [[Oudengels]] ''scald'' of ''scæld'' betekent 'ondiep' en ''sceldu'' 'ondiepe plaats' (Engels: ''shallow''). De naam komt ook voor bij de waddengeulen 't Schild en Scholbalg.<ref>H.J. Moerman, 'Nederlandse plaatsnamen: Een overzicht', in: ''Nomina geographica Flandrica: Studiën'' 7 (1956), p. 199.</ref> Volgens de taalkundigen [[Wobbe de Vries]] en [[Moritz Schönfeld]] betekent ''schild'' echter net als bij het Engelse meer 'riet, bies, lis', verwijzend naar de vele waterplanten die er groeiden.<ref>Vries, W. de & G. Overdiep (1946), ''Groninger Plaatsnamen''. pp. 206-207. Moritz Schönfeld , ''Nederlandse waternamen'', 1955, p. 74.</ref> Beide betekenissen sluiten elkaar niet uit. Eventueel zou het woord ''skeld'' kunnen zijn afgeleid van het [[Oudhoogduits]]e woord ''skaltan'', wat 'schuiven, stoten, (een schip) voortbewegen' betekent. Een [[volksetymologie|volksetymologische]] verklaring stelt dat het woord afkomstig is van '[[schild (bescherming)|schild]]' (ter bescherming), waarbij [[Hellum]] dan naar 'helm' (hoofddeksel) zou verwijzen.
Regel 28:
[[Bestand:Marum - Schildmeer.jpg|275px|thumb|links|Schildmeer met een roeiboot, een zeilboot en een molen ([[Egbert van Marum]], ca. 1790)]]
 
Het Schildmeer is van oorsprong een [[meerstal]] dat in een [[hoogveen]]gebied lag en verbonden was met het [[Schildmaar]] (ook wel ''Schiltmaar'' of ''de Schilt''), dat rond 1870 werd vergraven tot het [[Afwateringskanaal van Duurswold]]. Deze meerstal was wel veel kleiner dan het huidige meer. Een deel van de verkaveling van Hellum liep vroeger aan de overzijde van het meer door - een aanwijzing dat dit deel van het meer pas lange tijd na de eerste ontginningen is ontstaan. Door de overwegende zuidwestenwind kalfden de oevers steeds verder af en ontstond een in zuidwest-noordoostelijke richting georiënteerd meer. Mogelijk werd dit proces nog versneld door [[vervening|veenafgravingen]].<ref>{{Citeer web|url=http://www.noorderbreedte.nl/pdf/93109.pdf|paginas=p. 30|titel=Noorderbreedte Exkursie: Duurswold|auteur=Huig, P. & J. Lobstein|jaar=1993|werk=[[Noorderbreedte (tijdschrift)|Noorderbreedte]]|dodeurl=ja|archiefurl=https://web.archive.org/web/20140924042429/http://www.noorderbreedte.nl/pdf/93109.pdf|archiefdatum=2014-09-24}}</ref> De oorspronkelijke ontginning van dit veengebied gebeurde vanaf de dorpenrij [[Siddeburen]], [[Schildwolde]], [[Hellum]]. Het grondgebied van de dorpen zetten zich aan de andere zijde van het meer voort, wat blijkt de uit de sloten aan beide zijden van het meer die in elkaars verlengde lagen. Ook komt het tot uitdrukking in de naam 't Over Schildt voor de polder ten westen van het meer en in de dorpsnaam [[Overschild (dorp)|Overschild]].<ref>Meindert Schroor, Jan Meijering: Golden Raand, Landschappen van Groningen. Assen 2007 ISBN 9789077548233. blz. 221</ref> Omdat de strokenverkaveling zich doorzet aan beide zijden van het meer en zich daar dus niks van aan lijkt te trekken, is wel gesteld dat het meer moet zijn ontstaan na de verkaveling, tussen de 10e en 12e eeuw.<ref>{{Citeer web|url=http://www.noorderbreedte.nl/pdf/97115.pdf|titel=De Wolden: Landschap tussen Fivel en Siep|auteur=Klaas Wildeman|jaar=1997|werk=Noorderbreedte|paginas=p. 42}}</ref>
 
In het zuidwesten van het meer ontstond in de 18e eeuw het ''Kleijne Schilt'', een inham naar het zuidwesten, waarin het eilandje Vossebult lag. Het eilandje dat ongeveer een hectare groot was, kwam in handen van de adellijke familie Polman Gruys te Garreweer; later verlandde het gebied en werd er een poldermolen gebouwd. Mogelijk is het identiek aan de ''Ffosseweer to Hellum gelegen over den Schylt'', vermeld in 1544. Tegenwoordig vormt dit deel onderdeel van het natuurgebied 'Vossenbult'. Aan westzijde, tegenover Steendam, loopt de oever van het meer uit in een punt, die al rond 1750 [[Tetjehorn]] (Gronings: ''Taitjehörn'' of ''Taitjemui's hörn'') werd genoemd. Volgens de sage was Taitjemui een vrouwelijke roofridder, die scheepsbemanningen vermoordde en zich van de lading meester maakte. Ook zouden er bij het nabijgelegen Schildhuis stenen van een verdwenen borgstee zijn gevonden.<ref>E.J. Huizenga-Onnekes, ''[https://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMKB05:000035938:00231 Groninger volksverhalen]'', 1930, p. 225-230.</ref> Concrete bewijzen voor dit verhaal ontbreken. Ook Tetjehorn werd in 2000 ingericht tot natuurgebied, dat wordt beheerd door [[Staatsbosbeheer]].