Rellen en opstanden in Amsterdam: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Oskardebot (overleg | bijdragen)
Jaartallen toegevoegd voor de overzichtelijkheid.
Oskardebot (overleg | bijdragen)
Correctie, zie artikel hierover.
Regel 19:
In de bloeiperiode van de scheepsindustrie in de achttiende eeuw waren er duizenden arbeiders op de [[Oostelijke Eilanden]] van Amsterdam aan het werk. De scheepstimmerlieden van [[Kattenburg (Amsterdam)|Kattenburg]] waren, vanwege hun werktuig ook wel de 'Bijltjes' genoemd, sterk georganiseerd in een eigen korps dat onder leiding stond van zeeofficieren. De prinsgezinde Bijltjes ontketenden een ware oorlog met de patriotten, toen deze enkele prinsgezinde burgemeesters achter elkaar afzetten. De Bijltjes richtten vernielingen aan in de stad en haalden vervolgens de brug naar Kattenburg op om zich achter kanonnen te verschansen. Toen, mei 1787, de patriotten erin slaagden de brug weer neer te halen, werd de opstand van de Bijltjes op bloedige wijze de kop in gedrukt.
 
== SoeploodsrellenSoeploodsoproer in 1835 ==
DeIn armen1835 bestormdenvoerde de gemeente Amsterdam een belasting in op onroerend goed die vooral kleine huizenbezitters trof. Deze konden de belasting niet verhalen op hun huurders. Uit woede bestormden zij de soeploods op de Herenmarkt en staken die in brand met terpentijn. Daarmee was het [[soeploodsoproer]] geboren. De soeploodsloods dankte zijn naam aan de soepuitdelingen die er in de winter aan armen plaatsvond. De bewakers, 60 man [[Schutterij (historisch)|schutterij]], waren binnen gaan zitten in verband met een regenbui en moesten verrast vluchten. Een aanval op het huis van de burgemeester mislukte. Omdat de garnizoenscommandant, kolonel Hodshon, niet in de stad was greep het leger pas in toen alles voorbij was. De affaire leidde tot het ontslag van Burgemeester jhr [[Frederik van de Poll]]. Kolonel Hodshon kreeg een koninklijke berisping wegens 'gebrek aan voorzorg en veerkracht'.
 
== Palingoproer in 1886 ==