Föhn (wind): verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
duidelijkere eerste zin. bronvraag wordt in het artikel beantwoord, het eerste kopje is alleen een samenvatting, zoals gewoonlijk, van de rest |
→Gevolgen: beknopter |
||
Regel 16:
In de Alpen komt de föhn in het voorjaar het vaakst voor, maar ook in het najaar en de winter waait die wind. Sommige gebieden in [[Zwitserland]] hebben jaarlijks gedurende gemiddeld 33 dagen een warme zuidelijke föhnwind. Deze houdt soms enkele dagen aan. De [[temperatuur]] kan in enkele uren met 10 of meer graden fors stijgen. Het grootst gemeten verschil in temperatuur was in het Beierse [[Brannenburg]]: op 29 november 2000 om 23 uur was het daar nog +22°C, maar zeven uur later de volgende ochtend om 6 uur nog slechts -3°C.
De relatieve vochtigheid kan tot 20% teruglopen, een lage waarde die in Nederland en België niet vaak{{Bron?|Wat betekent 'niet vaak'?|2018|08|10}} voorkomt. De gemiddelde windsnelheid is zo'n 25 kilometer per uur (windkracht 4), maar in windstoten kunnen snelheden van 100 kilometer per uur voorkomen.
In sneeuwrijke berggebieden vergroot de föhn het [[lawine]]gevaar. Ook neemt het aantal verkeersongelukken toe en krijgen bepaalde mensen bij föhnweer last van verhoogde bloeddruk, hoofdpijn, spierpijn, slapeloze nachten en [[infrageluid]]. Daardoor is de föhn een belangrijk maatschappelijk verschijnsel. De oorzaak van de [[Fysiologie|fysiologische]] effecten is wetenschappelijk gezien niet geheel opgehelderd. Als oorzaak wordt enerzijds de snelle luchtdrukwisseling vermoed, anderzijds een lichte [[Dehydratie (geneeskunde)|uitdroging]].
|